Gemeenten moeten zich heruitvinden, radicaal andere keuzes nodig

Het ravijnjaar kan een struikelblok zijn, maar kan ook een kans bieden voor een nieuw, duurzaam lokaal fundament. Gemeenten moeten zichzelf durven heruitvinden, vindt Thijs van Mierlo, oud-directeur van het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners. Het is tijd om door te pakken.

De discussie over het ravijnjaar blijft steken in technocratische analyses en financiële onderhandelingen tussen Rijk en gemeenten. Maar de echte uitdaging is niet een kwestie van geld, maar van uitvoeringskracht en zeggenschap. Gemeenten en het Rijk houden elkaar in een verstikkende omhelzing, terwijl het sociaal domein juist vraagt om daadkracht, verbeelding en samenwerking met de samenleving zelf.

Discussies over geld verbloemen het echte probleem: hoe versterken we de gemeenschap? De oplossing ligt in een structurele verschuiving naar een aanpak waarin lokale gemeenschappen de kern vormen: wat je ook doet, versterk eerst de gemeenschap.

Decentralisatie: tien jaar gemiste kansen

Tien jaar na de grote decentralisaties is duidelijk dat schaalvergroting en efficiency-winsten in het sociaal domein niet zijn uitgekomen. Gemeenten worstelen met hun uitvoeringskracht en het Rijk heeft weinig zicht op de realiteit op lokaal niveau. Het probleem is niet alleen geldgebrek; het gaat vooral om de onbalans tussen beleid en praktijk. Terwijl Haagse rapporten blijven benadrukken dat de lokale overheid dichter bij de burger zou staan, ervaren bewoners dat de menselijke maat vaak ontbreekt.

Bij elke beleidsbeslissing moet de vraag centraal staan: wordt de gemeenschap er sterker van?

Kernpunt van dit betoog is dat we samen een nieuw evenwicht zoeken tussen de systemen (zorg, overheid, markt) en de gemeenschap. Het uitgangspunt? Dat iedereen mee kan doen en zorg kan ontvangen én geven, op een manier die past bij de mens achter de vraag.

Geef de gemeenschap de regie

Het ravijnjaar zou de kans moeten vormen om fundamentele keuzes te maken. Bij elke beleidsbeslissing moet de vraag centraal staan: wordt de gemeenschap er sterker van? Dat betekent:

  • Investeren in de kracht van lokale gemeenschappen – gemeenschappen zijn geen uitvoerders van beleid, maar gelijkwaardige partners in het vormgeven van welzijn en zorg.
  • Afstappen van schaalvergroting en standaardisatie – kleinschalige, flexibele oplossingen werken beter dan bureaucratische, grootschalige systemen.
  • Lokale middelen lokaal inzetten – zorg ervoor dat overheidsmiddelen direct ten goede komen aan initiatieven die lokaal het verschil maken.
  • Partnerschap tussen overheid en burgers – gemeenten moeten stoppen met het controleren en sturen van initiatieven en in plaats daarvan de juiste condities scheppen.
  • Professionals waar nodig, maar niet overal – voor complexe zorgvragen zijn professionals onmisbaar, maar zij kunnen juist toegankelijker worden als de gemeenschap zelf de basis op orde heeft en professionals zich richten op waar ze echt nodig zijn.

Zorgvrijstaat en radicale initiatieven

Gelukkig zijn er al bewonersinitiatieven die deze principes omarmen en zelf de regie nemen. Zorgvrijstaat in Rotterdam is zo’n voorbeeld waarin bewoners alternatieve zorg- en welzijnsstructuren bouwen, buiten de starre overheidsregels om. ‘Zorgen voor elkaar is iets van mensen. Zorgvrijstaat werkt aan zorgzame buurten, waar mensen eigenaarschap voelen en zeggenschap hebben over hun eigen zorg en welzijn’ – dat is hun boodschap. Ze maken gebruik van de initiatiefkracht van bewoners, bundelen krachten en bouwen netwerken rond mensen. Zo geven ze al jaren vorm aan de zorgzame gemeenschappen waarover iedereen spreekt.

Bewoners wordt nu gevraagd om mee te denken over bezuinigingen. Dat is wrang

Ook elders in het land organiseren bewoners radicaal andere vormen van zorg en welzijn, zonder te wachten op goedkeuring van de gemeente. Dit zijn geen ‘leuke experimenten’, maar broodnodige innovaties die serieus genomen moeten worden als fundament voor de toekomst. Radicaal? Het is maar hoe je het bekijkt. Alleen houden al deze initiatieven vast aan hun eigen principes die niet stroken met standaardisering, opschaling of vermarkting van zorg voor elkaar.

Naar structurele lokale regie

Opvallend is dat gemeenten nu vooral bewoners laten meedenken in tijden van schaarste. Terwijl er in periodes van financiële overvloed nauwelijks gebruik werd gemaakt van burgerbegrotingen of participatief begroten, wordt bewoners nu gevraagd om mee te denken over bezuinigingen. Dat is wrang. Participatie moet niet gaan over het verdelen van schaarste, maar over het vergroten van de gezamenlijke impact en invloed. Gemeenten moeten zichzelf durven heruitvinden: hoe kunnen ze, samen met bewoners, de beschikbare middelen beter en slimmer benutten?

Het gaat om een samenspel waar je als wendbare professional kunt in- en uitstappen

Wie dit betoog leest als een pleidooi om professionals overbodig te maken, vergist zich. Zorg voor de meest kwetsbaren, bouwen aan gemeenschapskracht op plekken waar mensen nog niet zijn georganiseerd, ondersteunen van al die ‘zorg voor elkaar’-initiatieven. Allemaal belangrijke rollen voor onze professionals.

Er zijn voldoende voorbeelden van goede samenwerking tussen professionele organisaties en inwonersinitiatieven. Het gaat om een samenspel waar je als wendbare professional kunt in- en uitstappen. Vanuit je eigen professioneel handelen en kennis van het werkveld. Waar je sterker maakt wat er al is. In een krappe arbeidsmarkt is dat al een opgave waaraan organisaties hun handen vol hebben.

Van rapporten naar actie

We weten inmiddels genoeg. Meer rapporten of onderzoeken gaan ons niet helpen. De richting is helder. Wat nodig is, is een concreet actieplan.

We moeten bouwen aan juridische en financiële structuren die burgerinitiatieven structureel borgen. Bewonersinitiatieven moeten niet afhankelijk zijn van politieke goodwill, maar een vast onderdeel worden van de besluitvorming. Recente wetswijzigingen zoals de Wet versterking participatie op decentraal niveau zijn een mooie start. Het is van belang dat er ook gekeken wordt naar wetten in het zorgdomein, zoals de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen, die in 2025 wordt geëvalueerd.

Als pleisters plakken niet meer voldoende effectief is, wordt het tijd voor radicaal andere keuzes

En grootschalig experimenteren met alternatieve structuren. Stimuleer initiatieven zoals coöperatieve wijkzorg en sociale infrastructuren die losstaan van markt en bureaucratie. Maak een investeringsprogramma voor versterking van lokale gemeenschappen naar eigen lokaal inzicht en initiatief. In mijn eigen werkpraktijk zie ik honderden gemeenschappen die staan te trappelen om vandaag nog te beginnen. En ik weet dat er in de samenleving duizenden initiatieven zijn die dit al in de praktijk brengen. Er ligt een stevige ondersteuningsstructuur om hen te begeleiden en te ontzorgen. Wij zijn er klaar voor!

Struikelblok of nieuw fundament?

Ja, natuurlijk is het schandalig dat gemeenten worden geconfronteerd met bezuinigingen die zij niet of nauwelijks kunnen opvangen zonder te snoeien in buurtinitiatieven, toegankelijke voorzieningen en ontmoetingsplekken. Tegelijkertijd dwingt het tot scherpe keuzes. En, hoe lastig ook: kijken naar de lange termijn. Als pleisters plakken niet meer voldoende effectief is, wordt het tijd voor radicaal andere keuzes.

Het ravijnjaar kan een struikelblok zijn, maar kan ook een kans bieden om een nieuw, duurzaam lokaal fundament op te bouwen. Het is tijd om door te pakken; geef de gemeenschap de regie, en bouw aan een veerkrachtige samenleving.

Slimme verbindingen besparen zorgdomein zorg en geld

De afgelopen jaren zijn overal in het land buurtmakers aangesteld door gemeenschappen. Overal met een andere naam: ‘dorpsondersteuner’ in Grolloo, ‘community builder’ in Eindhoven, ‘vrijwilligersondersteuner’ in Oost-Gelre, ‘leefcoach’ in Groningen, en ‘buurtassistent’ in Apeldoorn. Deze nieuwe werkers zijn goud waard. Ze opereren in opdracht en vanuit de lokale gemeenschap en leggen slimme verbindingen die het zorgdomein ontzettend veel zorg en geld besparen. Dit vraagt om een scherpe afbakening van het werkgebied, heldere focus en vooral structurele bekostiging.

Die structurele bekostiging is ver te zoeken. Ze worden gefinancierd door verschillende partijen: gemeenten, welzijnsorganisaties, eerstelijnszorg, wijkverpleging en een enkele keer door de zorgverzekeraar. Er bestaan zelfs hybride bekostigingsvormen. Dit toont aan dat deze functie breed gewenst is, maar versnipperd blijft.

Hoogleraar Gezondheidseconomie Marcel Canoy pleit terecht voor het bundelen van krachten om deze cruciale rol duurzaam te verankeren. De tijd van ad-hoc-financiering is voorbij. Het is tijd voor structurele oplossingen, zodat buurtmakers kunnen blijven doen wat werkt: bouwen aan sterke, verbonden en gezonde gemeenschappen. Een prima start voor het vergemeenschappelijken van de zorg.

Thijs van Mierlo was tot 1 juni 2025 directeur van Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA). Hij is ook bestuurslid van de We Doen Het Samen-coalitie.

 

Foto: Sebastiaan ter Burg (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 1219 keer bekeken.

Reacties 7

  1. Zo is het maar net, Thijs. We moeten bestuurskundige praat zoals Peter Verhey uitte (TSV 17/6) naast ons neerleggen. Gewoon de hand aan de ploeg slaan, op zijn LSA’s!
    Jouw pleidooi voor meer ‘buurtmakers’ is helder. Daarbij zou het volgens mij helpen als die sjouwers en bruggenbouwers onder één gezamenlijke naam zouden werken. En als we ze dan niet opnieuw opbouwwerkers willen noemen omdat die institutionalisering destijds mislukt is zou er een prijsvraag kunnen worden uitgeschreven om zo’n nieuwe naam uit te roepen. Uiteraard in onze moerstaal, geen community builders. Iets voor dit tijdschrift samen met de LSA? Jij als juryvoorzitter!

  2. Helemaal goed. Alleen dat punt ‘professionals waar nodig’ kan scherper. Wij noemden het lang geleden al ‘vrijwillig waar het kan, beroeps waar het moet’. Met daarbij de aanwijzing dat als er professionals bij komen zij invoegen in wat er al is. Ook dan blijft het eigenaarschap bij de mensen.

    Het lijkt een klein dingetje maar de meeste professionele organisaties krijgen deze omslag niet gemaakt. In Breda zaten we er zelf achteraan en maakten we meters maar zulke voorbeelden zijn er amper. Daarom volle steun voor jouw betoog.

  3. Helder artikel! Ik ga het verspreiden onder onze raadsleden en wethouders. Dank, Thijs. Hartelijke groet, Thea Messemaker.

  4. Veel steun voor uw betoog. Concrete verandering vereist actie. Dat is, wat mij betreft, vanuit gemeentelijke organisaties een onmogelijkheid. Ik schreef bij ‘Actiegericht onderzoek vereist….’ een uitgebreide reactie die hier ook zou kunnen staan.

  5. Zo fijn dat dit steeds meer een plaats krijgt in de samenleving. Grondig eens dus met dit artikel!!! Dankjewel Thijs!!
    Wij hebben in Zaltbommel met Pand9 zo’n sociaal maatschappelijk en cultureel systeem. Jarenlang wist ik dat we hier goud in handen hadden maar met de sloop van het pand voor ogen vreesde ik voor de toekomst. Ik wist de weg niet en was bang dat de sloopkogel al dat moois dat is ontstaan teniet zou doen. Gelukkig kwam er enkele jaren geleden een luisterend oor van iemand die de weg wel wist en met wie ik samen ben gaan werken aan bewustwording binnen de gemeente. Ook zijn we samen aan de slag gegaan om instanties uit te nodigen in Pand9. Mede dankzij deze persoon, Hugo ter Steege, werken we nu samen met vele bewoners aan het behouden van deze mooie lokatie. Ook dankzij instanties zoals Nederland Zorgt Voor Elkaar en mensen als Marcel Canoy ben ik voorzichtig positief over de toekomst van Pand9 in Zaltbommel. Dat zou prachtig zijn, voor de meer dan 340 vrijwilligers, de gemiddeld meer dan 2500 bezoekers die wekelijks komen, de 22 huurders en niet in de laatste plaats voor de gemeente Zaltbommel.

  6. Dag Thijs, kunnen we binnenkort met elkaar bellen om samen te bezien of we met systeempartijen als AWTI, die dit jaar nog een adviesrapport oplevert dat sterk – wél en tegelijkertijd ook niét – raakt aan jouw betoog, Rathenau, etc. in gesprek kunnen geraken om deze zienswijze te overwegen op te nemen in die rapportage? Hg, Nico van Meeteren (meeteren-health-holland.com)

  7. Een helder stuk van Thijs van Mierlo. Het past precies in de stappen die wij nu (het eerste halfjaar) zetten in een klein dorp (6000 inwoners) waar het winkelcentrum aan het leeglopen was. We konden een leeg winkelpand omtoveren in een “Dorpskamer”. Vanaf dag 1 van het maken van de plannen is het aantal meedoeners groter geworden. Alle aanwezige krachten spanden zich in om een Dorpskamer te maken. We zijn nu ruim drie maanden open (6 dagen in de week, in de vakantie 5 dagen) en betrekken veel dorpelingen van alle leeftijden bij onze Dorpskamer. Gelukkig hebben we een behoorlijke ruggensteun van de gemeente en een stichting die bezig is met het realiseren van een groot Dorpshuis elders in het dorp, (klaar begin 2027).

    De volgende stap is antwoord vinden op de vraag “hoe versterken we de gemeenschap? De oplossing ligt in een structurele verschuiving naar een aanpak waarin lokale gemeenschappen de kern vormen: wat je ook doet, versterk eerst de gemeenschap.” Eigenlijk de belangrijkste vraag op dit moment voor ons. Voor ons een uitdaging die de komende maanden op de stamtafel ligt van onze Dorpskamer.

    We hebben er vertrouwen in dat we er in zullen slagen om het antwoord te vinden hoe wij onze gemeenschap versterken door naar ervaringen elders in het land te kijken. Wij zijn heel benieuwd naar voorbeelden die goed hebben uitgepakt of juist niet goed hebben uitgepakt. Daar kunnen we van leren.
    (a) relatie met de gemeente
    (b) overheidsmiddelen ten goede laten komen aan initiatieven van vanuit gemeenschap
    (c) ondersteuning van professionals die de gemeenschap kunnen ondersteunen
    (d) ruimte geven aan initiatieven van inwoners om diverse doelgroepen te bereiken
    (e) Laten merken dat je er bent voor de gemeenschap door lokale publicaties en internetberichten
    (f) ……………
    Er zijn genoeg tips te geven van onze voorgangers elders denken wij en hopen wij. Alvast bedankt!

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *