Geoormerkt ouderschapsverlof verhoogt het welzijn van ouders

Ouderschapsverlof dat geoormerkt is (de partner neemt het verlof op of het vervalt) zorgt ervoor dat vaders meer verlof nemen. Moeders gaan er echter niet meer door werken, terwijl dit wel een belangrijk doel is van deze regeling. Maar is dit erg?

Bij de geboorte van een kind verandert er veel in een gezin. Om ouders de tijd te geven hier goed mee om te gaan bestaat er ouderschapsverlof – gedeeltelijk betaald verlof dat ouders kunnen opnemen kort na de komst van kinderen. Nu is het in Nederland zo dat ouders zesentwintig weken ouderschapsverlof kunnen opnemen in de eerste acht levensjaren van hun kind. Dit verlof is grotendeels onbetaald, tenzij daar expliciet afspraken over gemaakt zijn tussen werknemer en werkgever, bijvoorbeeld in de geldende CAO. Doordat het verlof onbetaald is, kan lang niet iedereen dit opnemen. Momenteel neemt ongeveer een derde van de ouders dit verlof op.

Vanaf augustus dit jaar gaat dit veranderen en zullen de eerste negen weken van het ouderschapsverlof deels betaald gaan worden door het UWV – de helft van het dagloon, tot een bepaald maximum. Voor partners komen deze negen weken bovenop de vijf dagen verlof direct na de geboorte én de (vanaf juli 2020 ingevoerde) vijf weken betaald verlof in het eerste half jaar na geboorte van de baby. Het totale partnerverlof komt daardoor straks neer op vijftien weken. Moeders hebben ook recht op deze negen weken gedeeltelijk betaald verlof, bovenop het huidige zwangerschaps- en bevallingsverlof.

Waarom het geoormerkt is

Deze verruiming van verlof voor partners volgt op een richtlijn opgesteld door de Europese Commissie, en is bedoeld om moeders actiever te laten zijn op de arbeidsmarkt, en vaders een groter deel van de huishoudtaken te laten doen. Een belangrijk detail van deze nieuwe uitbreiding van ouderschapsverlof is dat als partners geen gebruikmaken van het verlof, het vervalt en niet doorgeschoven kan worden naar de moeder – het is een geoormerkte verlofregeling.

Als verlof wel doorgeschoven zou kunnen worden, dan is het namelijk toch vaak de moeder die het verlof gebruikt. Met als gevolg dat moeders op de langere termijn minder vaak actief zijn op de arbeidsmarkt, nog vaker parttime werken en daardoor carrièrekansen mislopen. Het krijgen van kinderen is tegenwoordig zelfs de belangrijkste verklaring voor de loonkloof tussen mannen en vrouwen.

Vader blijft vaker thuis, maar moeder gaat niet meer werken

Onderzoek van verlofregelingen in Denemarken, Zweden en Noorwegen laat zien dat het oormerken van ouderschapsverlof ervoor zorgt dat de vader inderdaad vaker verlof opneemt. Dit leidt ertoe dat de verdeling van arbeidsmarkt- en huishoud- en zorgtaken gelijker wordt verdeeld, maar ook dat er minder kinderen geboren worden. Wellicht komt dit omdat niet alle vaders tevreden zijn met de extra huishoud- en zorgtaken die nog een kind in huis met zich meebrengt.

Het effect van geoormerkt ouderschapsverlof op echtscheidingen is overigens niet eenduidig. In Zweden steeg het aantal echtscheidingen als gevolg van de uitbreiding van het ouderschapsverlof en in IJsland daalde dit percentage juist. Opvallend is dat ouderschapsverlof-quota maar weinig effect hebben op de arbeidsmarktdeelname van moeders. Dit stijgt nauwelijks terwijl dat wel een reden was voor de invoering van ouderschapsverlof-quota. Moeders gaan nauwelijks meer werken, zeker niet op de langere termijn.

Ruimer ouderschapsverlof leidt vooral bij moeders tot meer levenstevredenheid

Om de vraag te beantwoorden of het verstandig is om ouderschapsverlof uit te breiden is het ook belangrijk om naar de welzijnseffecten te kijken. Zijn ouders die gebruik hebben kunnen maken van een ruimer ouderschapsverlof tevredener met hun leven? Uit mijn nieuwe onderzoek (samen met Pontus Korsgren) blijkt dat het geval te zijn: geoormerkt ouderschapsverlof leidt tot een stijging in de algemene levenstevredenheid van zowel moeders als vaders. De toename in levenstevredenheid is echter niet voor beide even sterk. Moeders profiteren meer. Er zijn diverse mogelijke verklaringen voor deze bevinding.

Eerder onderzoek laat zien dat als vaders in de beginjaren meer zorg dragen voor hun kinderen dit positieve effecten heeft op deze kinderen en helpt in het creëren van een goede relatie tussen vader en kind. Dit kan een reden zijn voor de stijging in het welzijn van vaders. Echter, de extra tijd die vaders spenderen met hun kinderen en het doen van huishoudtaken kan ook ten koste gaan van tijd en energie die anders besteed kunnen worden aan vrije tijd of aan werk in de arbeidsmarkt. Dit kan vervolgens de tevredenheid met werk en de balans tussen werk en gezinsleven verslechteren. Interessant is dat uit onze data blijkt dat dit niet het geval is. Tevredenheid van vaders met werk en met de balans tussen werk en gezin is niet beïnvloed door invoering van de quota.

De stijging in de algemene tevredenheid van moeders kan verklaard worden doordat vaders een deel van de huishoudtaken overnemen en door de betere band tussen vader en kinderen. Doordat moeders ondanks de invoering van de quota toch niet meer gaan werken, vinden we ook geen impact op hun werktevredenheid.

Verlof betalen is belangrijk

Toch bevatten onze onderzoeksbevindingen een belangrijke aanbeveling. Ondanks dat ouderschapsverlof dat geoormerkt is (tot nu toe) weinig effect heeft op de arbeidsdeelname van moeders, draagt het wel degelijk bij aan een hoger welzijn – van zowel vaders als moeders.

Dit betekent dat zelfs als verlofquota weinig effect hebben op de arbeidsmarkt ze nog steeds van grote waarde zijn. Goede toegankelijkheid van de ouderschapsverlofregelingen door een groot deel van het verlof te betalen, is daarom belangrijk.

Max van Lent is universitair docent economie aan de Universiteit Leiden.

 

Foto: Kelly Sikkema via Unsplash