Herkomst en afkomst kunnen succes in de weg staan

De Duitse socioloog Ali Konyali onderzocht het ‘onwaarschijnlijke’ succes van nakomelingen van laagopgeleide migranten uit Turkije in Nederland, Duitsland, Frankrijk en Zweden. Hij pleit voor een kritisch perspectief op de succesverhalen, en vraagt aandacht voor de obstakels die her- en afkomst met zich meebrengen.

Het hedendaagse kapitalisme rechtvaardigt de toenemende liberalisering van de arbeidsmarkt door de waarde van individueel succes op basis van verdienste en ambitie te benadrukken. In dat positivistische perspectief wordt niet of nauwelijks rekening gehouden met de invloed van iemands migratieachtergrond op zijn mogelijkheden tot sociale stijging.

De schaduwzijde van geïndividualiseerd succes

Internationaal vergelijkend onderzoek naar opwaartse sociale mobiliteit onder de nakomelingen van migranten is schaars. Het fenomeen is wel op nationaal niveau onderzocht. Wat deze studies laten zien, is dat de nakomelingen van migranten uit Turkije, in vergelijking met andere groepen, de meeste moeilijkheden ondervinden bij het bereiken van hoger onderwijs en leidende posities op de arbeidsmarkt in de onderzochte Europese landen (Heath, Rothon, & Kilpi, 2008; Crul, Schneider, & Lelie, 2012).

Alle respondenten aan mijn onderzoek bekleden een vooraanstaande positie in de zakelijke dienstverlening. Niet een van hen is het maatschappelijk succes komen aanwaaien. Integendeel, ze verkregen hun vooraanstaande posities pas na veel inspanning, waarbij ze voortdurend met anderen moesten concurreren om schaarse mogelijkheden. In hun strijd moesten ze zich bovendien telkens weer zien te verhouden tot het contrast van hun individuele sociale mobiliteit enerzijds en de lage status van de groep waartoe ze behoren anderzijds.

Met andere woorden: in hun beroep probeerden ze hun ‘behoren tot een bepaalde groep’ ten nutte te maken - bijvoorbeeld door zichzelf in een niche te plaatsen - , maar tegelijkertijd moesten ze er van alles aan doen om te voorkomen dat ze als uitzonderlijke leden van een inferieure ‘out-group’ werden beschouwd. Een paradox waar ze ook in hun verdere carrière waarschijnlijk te maken blijven houden.

Pure meritocratie bestaat niet

Individualisering van succes - een typisch kenmerk van de huidige meritocratische samenleving - impliceert dat ‘buitengewone’ individuen iets ‘onwaarschijnlijks’ kunnen realiseren. De schaduwzijde van deze gedachte is echter dat ook mislukking aan het individu zelf te wijten is (Lewis, 1993).

De bestuurskundige Mark Bovens heeft hier al eerder op een probleem van meritocratie gewezen: niet iedereen heeft gelijke talenten, en niet iedereen krijgt gelijke kansen

Een zuivere vorm van meritocratie is onmogelijk, onder meer vanwege de betekenis die aan afkomst wordt gehecht. De deelnemers aan deze studie hebben aan den lijve ervaren dat ze voortdurend hindernissen en weerstand moesten overwinnen die niets met hun professionele prestatie maar alles met hun herkomst te maken had.

Tussen de verhalen van mijn respondenten over hun ervaringen met succes bestaat een dialectische relatie. Hun harde werk is een onmiskenbare werkelijkheid. Maar hun inspanningen zouden wellicht anders zijn uitgepakt, als ze niet hadden kunnen rekenen op de welwillendheid van significante anderen die hen de instrumentele steun boden die hun ouders niet konden geven (Rezai, et al, 2015).

Succesverhalen verhullen structurele ongelijkheid

De verhalen van mijn respondenten laten zien dat mensen uit een achtergestelde groep sociaal kunnen klimmen. Maar de succesgevallen maken de obstakels, die nauw aan sociale afkomst en hun migratie-achtergrond zijn verbonden, vrijwel onzichtbaar: het beeld van de ongelijkheid in de samenleving wordt erdoor verfraaid, zonder dat er iets aan de structurele oorzaken is veranderd.

Individueel succes tegen alle verwachtingen in kan als bewijs worden aangevoerd dat het mogelijk is voor nakomelingen van migranten om negatieve verwachtingen te logenstraffen. Maar als we hun succesverhalen gebruiken om ze te onderscheiden van de velen die vanuit een soortgelijke startpositie géén carrière hebben opgebouwd, rechtvaardigen we uiteindelijk ongelijkheid.

Door professioneel succes en mislukking toe te schrijven aan individuele inspanning lijkt het abstracte ‘glazen plafond’ het enige beschikbare concept om de maatschappelijke omstandigheden nog te begrijpen.

Maar hoe meer mislukking wordt gezien als ‘individueel probleem’ - in plaats van ‘maatschappelijke probleem’ (zie Mills, 1959) – hoe meer de ervaringen van discriminatie waarmee nieuwkomers worden geconfronteerd, onzichtbaar blijven.

Individualistisch perspectief bestendigt stigmatisering

Het individualistische perspectief op succes resulteert in verdere stigmatisering van kansarme individuen, hun ‘falen’ wordt toegeschreven aan individuele kenmerken, terwijl structurele omstandigheden onzichtbaar blijven (Lewis, 1993).

Volledige gelijkheid is een utopie, omdat individuele mogelijkheden in de samenleving nooit gelijk zullen zijn. Waarschijnlijk is dit zelfs niet wenselijk. Wat wel nodig is, is een benadering die kansarme mensen en groepen toegang biedt tot vooraanstaande posities.

De her- en erkenning van structurele krachten die obstakels opwerpen voor individuen in hun dagelijks leven, is de eerste stap bij het zoeken naar ‘beste praktijken’ om die toegang te vergemakkelijken. Een kritisch perspectief op de ervaringen en succesverhalen van degenen die het ‘hebben gemaakt’, lijkt hier van cruciaal belang. Waarbij veel aandacht uit dient te gaan naar de obstakels die her- en afkomst met zich meebrengen.

Ali Konyali is socioloog en onderzoeker aan het Institut für Migrationsforschung und Interkulturelle Studien aan de Universiteit van Osnabrück. Konyali promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Dit artikel is gebaseerd op zijn proefschrift.

Foto: Chris Goldberg (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 4850 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Zou het kunnen dat Nederlanders met een Turkse achtergrond op achterstand komen doordat men zo sterk gericht is op Turkije?
    Ik heb bijvoorbeeeld gemerkt dat de meeste ouders uit deze groep hun kinderen primair in het Turks aanspreken; het is de eerste taal i.p.v. Nederlands.
    Dat zal niet voor iedereen die hier opgroeit een probleem zijn, maar ik denk dat er zijn die hiervan nadelen ondervinden

  2. Hoi Rene, het zal niet aan de taal liggen. Als we voorbeelden bekijken met kinderen die bijvoorbeeld de Engelse taal thuis spreken.
    Maar je hebt deels wel een punt, onze ouders die in Turkije geboren zijn hebben een hele sterke band met het land. Hun normen en waarden, vooral de waarden zijn erg belangrijk voor ze. Dit proberen ze zo goed mogelijk over te brengen aan hun kinderen, die hier geboren zijn. Dit is hun missie, hun plicht als ouder. Ze hebben immers 20 30 of 40 jaar vastgehouden aan deze normen en waarden en deze beschermd tegen allerlei invloeden. En met trots willen ze deze voortzetten. Dat is hun succes.

    Hier ontstaat de clash met ons, kinderen van Turkse ouders die hier geboren zijn. Wij strijden tussen verschillende normen en waarden, wij strijden tussen twee werelden in. Hoe laat je een gewortelde traditie los of deels los en creëer je een nieuwe?

    De ene groep wint deze strijd de ander verliest en kiest voor het vertrouwde. Deze strijd win je niet alleen, hier komt veel bij kijken. En heel vaak staan wij er alleen voor waardoor het heel moeilijk wordt. En bijvoorbeeld niet succesvol worden.

    Het zal een lange weg worden en heeft veel tijd nodig. Uiteindelijk zullen de wortels hier sterk ingegroeid zijn en zullen de bomen een voor een groeien.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.