Overheid biedt sekswerkers nog steeds geen coronacompensatie

Sekswerkers zijn slachtoffers van discriminatie. In plaats van gelijke behandeling en gelijke rechten hebben ze te maken met onmogelijke regelgeving, repressie en criminalisering. De coronamaatregelen- en steunpakketten maken het er allemaal niet beter op.

Foto: Sander van Bussl, Human Rights Tattoo

In tegenstelling tot andere contactberoepen, zoals kappers en masseurs, mogen sekswerkers per 3 maart niet aan het werk. Een maatregel die de overheid niet medisch onderbouwde. Hetzelfde gebeurde vorig jaar mei ook, bij de verzachting van de eerste lockdown. Hoewel sekswerkers bij uitstek professioneel omgaan met hygiëne, om infectieziekten tegen te gaan, biedt de overheid geen ruimte voor een gesprek over hoe vormen van sekswerk - met voorzorgsmaatregelen - veilig uitgevoerd kunnen blijven worden.

‘Ik ben geen outlaw, maar iemand die zelfstandig zijn inkomen verdient en belasting afdraagt. Maar hoe goed je het ook probeert te doen, en je alles legaal en volgens de regels doet, dan krijg je het toch niet voor elkaar om dit in het reguliere werkveld op te zetten.’ (Lizzy / letter 4253: T)

Discriminatie en uitsluiting

Schrijnend is dat sekswerkers niet alleen gediscrimineerd worden bij de opgelegde beperkingen, maar dat verreweg de meesten van hen ook buiten de  corona-compensatieregelingen vallen. Al ruim een jaar kent deze groep grote financiële stress.

Veel sekswerkers in de prostitutie werken via de werkplek van een exploitant volgens de ‘opting-in’-regeling. Dit is een regeling uit 2009, afgesproken tussen Belastingdienst en exploitanten, waarin is bepaald dat de exploitant de loonbelasting en premies op de inkomsten van de sekswerker inhoudt en afdraagt aan de Belastingdienst. De sekswerker krijgt een nettoloon en hoeft geen administratie bij te houden.

Binnen de regeling is de sekswerker voor de Belastingdienst en het UWV werknemer noch ondernemer. De sekswerker heeft daardoor geen recht op steun via de Tijdelijke Noodmaatregel Ondersteuning voor Werkgelegenheid (NOW) en komt evenmin in aanmerking voor de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO). Sekswerkers die niet bij een exploitant, maar zelfstandig werken hebben in veel gemeenten niet de mogelijkheid om vergund te werken, waardoor zij ook geen compensatie aan kunnen vragen , ongedacht of ze belasting hebben afgedragen over hun sekswerkinkomsten.

Op 1 maart dit jaar zou de regeling Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) in werking treden. TONK is bedoeld voor groepen die niet in aanmerking van andere coronasteunmaatregelen, sekswerkers worden hierbij expliciet vermeld. De invoering van de regeling is vertraagd en blijkt alleen een vergoeding te geven voor aantoonbare woonlasten zoals hypotheek of huur.

Rechten en intimiteit

Als sociaal werker die met, namens en voor sekswerkers optreedt, zie ik de onrechtvaardige behandeling die hen ten deel valt met lede ogen aan. Ik krijg veel urgente hulpvragen, maar kan slechts weinig bieden. Een paar tientjes uit een noodfonds, een tas boodschappen: dat is het wel. Een aanzienlijke groep sekswerkers heeft weinig andere opties om in hun levensonderhoud te voorzien en is kwetsbaar omdat ze niet over financiële reserves beschikken.

Samen met Human Rights Tattoo organiseerde ik een event waar 10 sekswerkers - gesteund door andere betrokken uit de seksbranche, zoals een exploitant, een klant en een politieagent - zich lieten tatoeëren met een letter uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

‘Toen ik de kans kreeg om deel uit te maken van 'Artikel 23' van de Human Rights Tattoo, zei ik graag ja! Omdat sekswerk werk is en de rechten van sekswerkers mensenrechten zijn!’ (Yvette / letter 4242: A).

Op die bijeenkomst spraken we over mensenrechten, niet alleen over de rechten van sekswerkers, maar ook over het recht op intimiteit. Juist tijdens deze pandemie, met al zijn beperkingen, hebben mensen behoefte aan contact en intimiteit. Sekswerkers ontmoeten in hun werk ook vaak mensen die behoefte aan intimiteit hebben, maar die dit vanwege een fysieke of verstandelijke beperking onmogelijk zelf kunnen organiseren. Lex vertelde over hoe belangrijk sekswerkers voor hun klanten kunnen zijn. bijvoorbeeld voor klanten uit landen met repressieve regimes die overvliegen voor alleen wat vrouwenliefde, of vrouwen die na een traumatische ervaring weer langzaam van lichamelijk contact leren genieten.

‘Sekswerk kampt met een enorm stigma maar is eigenlijk heel mooi werk (Lex / letter 4252: C)

Stigma en moralistisch beleid

De wetenschap waarschuwde hier al eerder voor de impact van ingrijpende coronamaatregelen op fundamentele mensenrechten. Sekswerkers vormen een groep die sterk geconfronteerd wordt met intersectioneel stigma, discriminatie en institutionele ongelijke behandeling. De coronacrisis vergroot dit extra uit. Dat juist déze beroepsgroep telkens heel uitdrukkelijk wordt genoemd bij contact beperkende maatregelen en even zo vaak wordt ‘vergeten’ bij het inrichten van steunregelingen is geen toeval. Dat heeft alles te maken met het maatschappelijke stigma op sekswerk en met moralistische beleidsvorming.

Als sociaal werker maak ik me zorgen over de ongelijke behandeling van deze gemarginaliseerde groep. Ook wanneer je zelf geen sekswerker bent of diensten van een sekswerker afneemt -weet je het zeker? weleens porno gekeken? - zijn de schendingen van de mensenrechten van sekswerkers geen ‘ver van je bed show’. Sekswerkers, als superdiverse groep, zijn als gele kanaries in een kolenmijn. De discriminatie, uitsluiting die hen ten deel valt, wijst ons op het gevaar dat mensenrechten geschonden kunnen worden. En dat gaat ons allemaal aan.

Anke van den Dries (letter 4249: O) is sociaal werker bij het Expertisecentrum Seksualiteit, Sekswerk en Mensenhandel van Stichting Humanitas in Rotterdam

 

Foto: FaceMePLS (Flickr Creative Commons)