Onderschat de bijdrage van sociale media aan de democratie niet

Onlangs kreeg de liberale Teldersstichting de wind van voren, omdat ze in een rapport haar scepsis had geuit over politiek en sociale media. Medewerker Mark van de Velde verdedigde zich op deze site. Maar ironisch genoeg ontkrachtte de praktijk die opvatting nog op de dag van publicatie.

Ik bevind me op de dag des onheils (21 juni jongstleden) in de zaal bij mijn gewaardeerde liberale collega’s. Het zaaltje in ProDemos herbergt enkele tientallen geïnteresseerde politici en journalisten. Een interessant debat vindt plaats, over mogelijke verlaging van de drempel voor voorkeursstemmen bijvoorbeeld, of over zeggenschap van partijleden bij regeerakkoorden. Ja, en Van der Velde maakt ook nog een zijdelingse opmerking over sociale media.

Ik doe kort verslag van de gebeurtenissen nadien, om mijn punt te kunnen maken. Zoals op deze site, stelt Van der Velde iets in de sfeer van ‘overdrijf de bijdrage van de sociale media aan de democratie niet’. Iemand in de zaal zet de uitspraak op twitter. Daar wordt een spelletje vertel-het-door gespeeld. Al snel stuurt CDA-Kamerlid Pieter Omzigt zijn beruchte tweet: ‘Als 140 tekens voor VVD-Teldersstichting te weinig zijn voor democratie en debat, zijn alle VVD verkiezingsposters waardeloos.’ Ter informatie meer dan tienduizend mensen volgen Omtzigt op twitter. Veertig van hen sturen de boodschap weer door (een retweet in jargon, maar dat zal ik de collega’s van de Teldersstichting nog wel eens uitleggen). Het gaat even stormen op twitter. Oud-VVD Kamerlid Arend Jan Boekesteijn (twintig duizend volgers) sluit af: ‘De Teldersstichting belde net. Ik moet stoppen met twitteren.’ Die blijft hangen.

Het is dan bijna twee uur. De journalisten zijn hun stukken voor de ochtendkrant aan het schrijven (en ja, ook zij twitteren en hun berichtgeving gaat dan ook niet aan dit debat voorbij). Op dat moment komen de dames en heren van de Teldersstichting weer aan op kantoor. Zij zijn tot op dat moment volledig afwezig geweest in de digitale discussie en hebben geen letter van hun rapport op internet staan. Gelukkig leren ze snel. Want ongeveer vier uur ’s middags verscheen een tamelijk geestige tweet van @Telders1954: ‘Geïnteresseerd in de overige 206 pagina’s van het veel-betwitterde rapport? Bestel bij onze inbel-operator via info@teldersstichting.nl’.

Afwezigheid Teldersstichting in het twitterdebat is gemiste kans

Deze gebeurtenissen leren dat de afwezigheid van de Teldersstichting in het twitterdebat een gemiste kans is geweest. Een gemiste kans om je eigen verhaal in een discussie te vertellen. Want twitteraars informeerden expliciet naar informatie, maar die ontbrak lange tijd op zowel de sociale media als op internet. De communicatie nam de vorm van een onbetrouwbare mond-op-mond vertelkunst, door de opstelling van de Teldersstichting kon het niet anders. Een gemiste kans om iets meer mensen te bereiken dan de veertig, vijftig mensen in het Haagse zaaltje. De tien- zo niet honderdduizenden die tweets over het rapport ontvingen zou ik althans beschouwen als een potentieel lezerspubliek.

Argumenten van Teldersstichting houden geen stand

Toch blijft Mark van der Velde bij zijn standpunt. Hij komt met drie argumenten. Twitter is als communicatiemiddel (1) niet interactief, (2) niet representatief, (3) te simplistisch. Het siert de Teldersstichting dat ze de controverse nooit schuwt. Maar de argumenten houden geen stand.

(1) Al zou de mogelijkheid tot interactie beperkt zijn voor politici, zij hebben ook zendkanalen nodig. Zoals inderdaad verkiezingsposters. Dat kan ook niet anders, als je een vertegenwoordiger bent van miljoenen mensen. Maar de Teldersstichting onderschat de interactieve mogelijkheden van het medium ook schromelijk. De omvang van de stroom aan emails is ondragelijk groot voor veel Kamerleden. De ‘een-tweetjes’ op twitter lenen zich vaak beter voor interactie. Bij de ChristenUnie hebben we bovendien veel ervaring met reacties op tweets, die ons leiden tot deskundigen, die we weer kunnen uitnodigen voor fysieke ontmoetingen. Een prachtig communicatiemiddel dus.

(2) Slechts weinigen twitteren, daarvan moet een politicus zich bewust zijn. Hij moet meerdere registers kunnen opentrekken in zijn gesprek met het land. Dat is een kwestie van aandacht en bewustzijn, maar maakt twitter niet minder waardevol als communicatiemiddel.

(3) De 140 tekens van twitter zijn beperkt. Maar korte en krachtige statements zijn ook belangrijk in de politiek. Zoals Volkskrantjournalist Jan Hoedeman twitterde: ‘Misschien zijn de rapporten van de Teldersstichting te dik en weinig toegankelijk om een echte rol te kunnen spelen in de democratie en het debat.’ Ik zou zeggen: je moet als politieke partij op beide niveau’s kunnen opereren. En twitter leent zich uitstekend voor ontsluiting: een link naar een wetenschappelijke studie op internet is een kleine moeite. Al die argumenten gaan overigens evengoed op voor andere sociale media, zoals facebook en linkedin.

De kwestie heeft iets tragisch. Daarom werd er ook zo fel op gereageerd op twitter. Dat juist een liberale denktank zich zo conservatief opstelt ten aanzien van dit icoon van het vrije woord en het vrije debat. Laten we er ook maar de grap van inzien. Dat ik, als een vertegenwoordiger van een politieke stroming die door nogal wat liberalen als achterhaald wordt gezien, de Telderstichting moet voorhouden: ga toch eens met je tijd mee!

Wouter Beekers is directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie.