INTERVIEW ‘Twitter kan niet zonder traditionele media’

Erwin Gielens (29) volgde aan de Universiteit Tilburg de onderzoeksmaster Social and Behavioral Sciences. Zijn afstudeerscriptie ‘Who revived the basic income debate? Investigating the role of social media in the political agenda-setting process’ is bekroond met de NSV-researchmasterthesisprijs.

‘De thesis van Gielens heeft de juryleden het meest geprikkeld’, aldus de jury. ‘De kracht van Gielens’ thesis ligt vooral in de verzamelde data. Het is maatschappelijk relevant om te weten welke rol sociale media speelt bij het bepalen van de politieke agenda en of de politieke aandacht die publieke online discussies generen afhangt van de netwerkstructuren tussen, en kenmerken van, de discussiepartners.’

Wat heb je precies onderzocht?

‘Ik heb onderzocht hoe het sociale medium Twitter er aan heeft bijgedragen dat het basisinkomen weer op de maatschappelijke en politieke agenda belandde. Het basisinkomen is een simpel maar radicaal voorstel om het sociale stelsel te ontdoen van doelgroepen en verplichtingen, door iedereen dezelfde onvoorwaardelijke uitkering te geven. Het wordt al vele tientallen jaren bediscussieerd in de academische wereld, vooral in het kader van sociale rechtvaardigheid. In de jaren '80 brak dit idee door in de Nederlandse politiek, ook in de nasleep van een economische crisis. De gevestigde politiek nam het idee niet serieus en het debat verstomde, maar na de recessie die volgde op de bankencrisis van 2008 leek het idee opnieuw gelegitimeerd door de maatschappelijke discussie. Hierachter ligt dus een grotere vraag: (hoe) heeft het publieke debat invloed op beleidsvorming?’

Waarom is het interessant om de rol van een sociaal medium hierin te onderzoeken?

‘Politici zijn gevoelig voor het maatschappelijke sentiment, omdat hun reputatie en de invloed van hun partij afhangt van stemgedrag. Voor de opkomst van sociale media was het veel moeilijker om dit sentiment te peilen: je hebt algemene peilingen rondom stemgedrag en het uitzonderlijke protest op straat, meer niet. Sociale media stellen burgers in staat om deel te nemen aan de publieke discussie en zo hun stem te laten horen. Veel politici zijn actief op Twitter. En ook al is het een selectieve, niet-representatieve groep: gebruikers van Twitter maken maatschappelijke kwesties zichtbaar. Ze creëren er een publieke opinie. Een groot draagvlak legitimeert een idee, het geeft beleidsmakers en politici die sociaal beleid willen hervormen de steun van het volk.’

‘De opleving van de discussie over het basisinkomen in Nederland begon met een uitzending van Tegenlicht in 2014. Die vond weerklank op sociale media. Oorspronkelijk is agenda-setting een top-down-begrip. Traditionele massamedia beïnvloeden in sterke mate waar mensen over nadenken en bepalen zo de grenzen van het debat. Maar de hype die ontstond rondom het basisinkomen laat zien dat ideeën uit de marge, zoals het basisinkomen, zich naar de voorgrond kunnen werken door publieke legitimering.’

Hoe heb je de rol van Twitter onderzocht?

‘Ik heb alle tweets rondom het basisinkomen verzameld en gekeken of politici op Twitter zich mengen in de discussie rondom het basisinkomen als reactie op grote discussies. Ik begon met een netwerkanalyse, met het idee dat twitteraars vluchtige coalities vormen rondom issues. Hierbij ontstaan tijdelijke opinieleiders dankzij retweets en likes van hun tijdelijke achterban. Discussies op Twitter zouden groeien als kleine gesprekken verbonden worden met grotere gesprekken (dit zijn bridges) en als groepen Twitteraars eensgezind zijn over wie de opinieleider is. Onder die voorwaarden zou politieke aandacht getrokken worden. Daarnaast heb ik met een inhoudsanalyse onderzocht waarom politieke tegenstanders op Twitter zich mengen in de discussie. Het idee is dat tegenstanders een idee liever negeren, maar dat dit op een bepaald punt te belangrijk wordt om niets op te zeggen. De ervaren negatieve gevolgen van stilte worden dan te groot.’

Wat zijn volgens jou de meest belangwekkende bevinding van je onderzoek?

‘De analyse laat zien dat politici meedoen met de discussie rondom het basisinkomen, maar ik vond geen bewijs dat opinieleiderschap en de mate van integratie van de discussie hier een rol in speelden. Traditionele media zoals Tegenlicht spelen hier ook een belangrijke rol: Twitter versterkt issues die worden opgeworpen door journalisten. Twitter kan dus aandacht van politici tijdelijk fixeren op een bepaald issue, maar is ten minste in dit geval afhankelijk van traditionele media-aandacht.’

‘Er is dus wel samenhang: als het onderwerp meer besproken wordt door het publiek op Twitter, hebben politici het er ook meer over. Dat blijkt ook uit de inhoudsanalyse. Politici reageren op bijdragen. Er wordt aandacht gegenereerd. Maar was dat ook gebeurd als die Tegenlicht-uitzending niet zoveel had losgemaakt? Dat betwijfel ik.’

‘Uit de inhoudsanalyse blijkt ook dat Twitter op verschillende manieren helpt om de aandacht van politici te trekken. Door het signaleren van publieke aandacht, door Twitteraars die politici uitdagen of persoonlijk betrekken in gesprekken, en onbewust door via-via issues op de tijdlijn van politici te plaatsen. De discussie krijgt een leven op zichzelf als politieke voorstanders zich uitspreken voor het basisinkomen en experimenten met onvoorwaardelijke bijstand. Pas dan zien we dat de tegenstanders (VVD en PVV) een georganiseerd tegenoffensief beginnen, zowel op Twitter als via columns in kranten die op Twitter worden gedeeld.’

Hoe ziet je loopbaan er uit, nu je afgestudeerd bent?

‘Ik werk nu als promovendus aan de Universiteit Tilburg aan een vervolgonderzoek. Mijn afstudeerscriptie was eigenlijk de basis voor een subsidie-aanvraag bij NWO. De vraag die centraal staat in mijn promotie-onderzoek is: hoe kan het dat juist in een samenleving die zo gericht lijkt op het activeren van mensen zonder betaald werk – vanuit het idee: ‘werken voor je geld’ – het idee voor een basisinkomen zo populair geworden is?’

‘Het basisinkomen is een ideologisch flexibel concept. Het wordt zowel ter linkerzijde als ter rechterzijde omarmd. Links vanuit het idee van steun en solidariteit, rechts vanuit de gedachte de rol van de bureaucratische overheid te beperken. Maar de keerzijde hiervan is dat het idee ook vanaf beide flanken aangevallen wordt. Van links, omdat een basisinkomen te laag zou zijn om van te leven of onhoudbaar binnen de verzorgingsstaat. En van rechts, omdat er niks tegenover staat en ‘mensen moeten werken voor hun geld’. Misschien verklaart ook dat waarom er binnen politieke partijen wel voorstanders van het idee zijn, maar geen partij als geheel zich ervoor uitspreekt.’

Jurre van den Berg is redacteur bij Socialevraagstukken.nl en de Volkskrant.

 

Foto: Nick Olejniczak (Flickr Creative Commons)