INTERVIEW Kennisplatform Integratie is liever degelijk dan stoer

Liever degelijk dan stoer. Dat is het nieuwe Kennisplatform Integratie en Samenleving, dat het multiculturele instituut Forum opvolgt. Movisie en het Verwey Jonker Instituut zijn er verantwoordelijk voor, en woordvoerder Hans Boutellier, directeur van het laatste instituut, hoeft niet zo nodig op de voorpagina’s te staan.

Hans Boutellier - wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut en hoogleraar Veiligheid & Burgerschap aan de VU Amsterdam – schreef de afgelopen twintig jaar een aantal spraakmakende boeken, waarmee hij belangrijke verschijnselen in de samenleving trachtte te doorgronden. In zijn laatste boek ‘De improvisatiemaatschappij’ uit 2011 beschrijft hij een perspectief voor een sociale orde van de huidige tijd. Als woordvoerder van het Kennisplatform Integratie en Samenleving zullen we zeker van hem horen – er komt bijvoorbeeld een jaarlijks essay – maar een standpuntenmachine hoeven niet te verwachten, waarschuwt hij. Dat blijkt al snel.

Als het nieuwe platform nog maar net geboren is, wordt het al geconfronteerd met de aanslag op het hoofdkantoor van het satirische weekblad Charlie Hebdo in Parijs. De aanslag geeft ook in Nederland aanleiding tot felle en heftige discussies over moslims, integratie en terreurbestrijding. Op de website van het kennisplatform staan twee artikelen naar aanleiding van de aanslagen: ‘6 leestips over aanslag Parijs’ en ‘Nederlandse moslimorganisaties reageren fel op aanslag Parijs’. Het tweede artikel laat zien dat Nederlandse moslimorganisaties de aanslag scherp veroordelen, maar het kennisplatform neemt zelf geen standpunt in.

Waarom eigenlijk niet?

Hans Boutellier: ‘Ons uitgangspunt is dat we ondersteunend zijn. Als instituut, maar ook voor mij persoonlijk geldt dat we nooit zomaar een positie innemen in het debat. Ik voel ook niet de behoefte om over dit onderwerp een opiniestuk te schrijven voor de krant. Je moet je niet stoerder voordoen dan dat je bent. Ik heb veel liever dat we ons goed aanbieden, zodat we gevonden worden en goed benut worden door belanghebbende partijen.’

Maar je bent niet voor niets een kennisplatform? Het is toch belangrijk dat beleidsmakers worden gevoed met kennis over de effectiviteit van het gevoerde beleid?

‘Zeker, met kennis willen we invloed hebben. Natuurlijk zullen we op verschillende manieren onze stem laten horen, maar wel altijd gebaseerd op wat we weten op basis van onderzoek en praktijk. Zo biedt het platform concrete tools aan, zoals praktijkvoorbeelden en handreikingen en zorgen we voor implementatie door trainingen. Ook zullen we bijvoorbeeld jaarlijks een essay schrijven aan de hand van de bevindingen uit ons onderzoeksprogramma. De essays hebben een agenderende functie, maar we gaan ons niet politiek mengen. Dat verhoudt zich slecht tot de positie die we hebben als instituut. Het Verwey Jonker Instituut staat ook bekend om zijn degelijkheid en dat bevalt mij eigenlijk wel.’

Voormalig Forummedewerker Chris Huinder beaamt in de Volkskrant dit degelijke beeld van het Verwey Jonker Instituut. Hij zegt dat het wel goed zit met de kwaliteit van kennis en onderzoek, maar hij vraagt zich af hoe het platform gaat doordringen tot in de haarvaten van de multiculturele samenleving.

‘Willen we wel zo doordringen tot de haarvaten van de samenleving? Het is eigenlijk vrij saai wat we gaan doen. We bieden kennis en ondersteuning aan professionals, gemeentenen zelforganisaties. Onderzoeksmatig wil je vanzelfsprekend wel zicht krijgen op de haarvaten van de multiculturele samenleving, maar wij gaan niet interveniëren waar er sociale spanningen zijn. Daarin verschillen wij van Forum. Een ander verschil is dat de geschiedenis van Forum er een is van belangenbehartiging, al hebben ze zich daar de laatste jaren wel van losgemaakt. De legitimatie van Forum zat heel sterk in de mate waarin zij draagvlak wisten te creëren bij de doelgroep. Dat geldt voor ons minder. Onze legitimatie zit in de kwaliteit van ons werk en de kwaliteit van het onderzoek. Dat is toch een wat afstandelijkere positie.’

Heeft de samenleving wel behoefte aan een saai kennisplatform?

‘Ik denk dat de samenleving juist nu meer nuchterheid nodig heeft. We reageren vaak veel te opgefokt op multiculturele vraagstukken. Ik hoop dat het kennisplatform een bijdrage kan leveren aan een rationalisering van beleid en debat. Bijvoorbeeld willen we dat doen via onze portaalfunctie, waarmee professionals of zelforganisaties vragen kunnen stellen, en dat kan leiden tot nader onderzoek. Rationaliteit betekent in dit geval ook erkenning dat we een superdiverse samenleving zijn. Ik hoop hiernaast dat we een meer stabiele én vitale samenleving kunnen bevorderen.’

Wat verstaat u onder een stabiele en vitale samenleving?

‘Stabiliteit bestaat uit drie lagen. De eerste laag heeft betrekking op het respecteren en accepteren van de rechtsorde en rechtsstaat. Niet iedereen hoeft deze per definitie mentaal te onderschrijven, maar je mag wel van alle Nederlanders verwachten dat zij zich hiernaar gedragen. De tweede laag is de economie. Hier is het sleutelwoord participatie en meedoen op de arbeidsmarkt. Van alle Nederlanders mag verwacht worden dat zij naar hun mogelijkheden deelnemen. Tegelijkertijd dienen de Nederlandse overheid en het bedrijfsleven discriminatie actief te bestrijden zodat iedereen ongeacht zijn of haar afkomst ook daadwerkelijk mee kan doen. De derde laag van stabiliteit is de culturele identiteit van mensen. In een sociaalliberale democratie past eigenlijk maar één waarde en dat is vrijheid. Als mensen zich voegen naar de rechtsstaat en economisch deelnemen, dan staat het hen verder vrij zich te laten inspireren door de levensbeschouwing die bij hen past.’

Welke urgente integratieproblemen ziet u op dit moment?

‘De superdiverse samenleving brengt niet alleen problemen met zich mee. Er zijn ook kansen, zoals de bijdrage die migranten kunnen leveren aan de maatschappij. Ik hecht er waarde aan dat we vaker in termen van kansen denken. Dat neemt niet weg dat er ook problemen zijn. Problemen zijn er vooral op het terrein van de sociale spanningen en achterliggende vraagstukken waar het gaat om discriminatie, toegang tot de arbeidsmarkt, het niet willen integreren en het verzet tegen de westerse rechtsstaat. Deze problemen raken aan de stabiliteit van Nederland.’

Steeds meer wetenschappers zijn van mening dat we de etnische bril moeten afzetten en simpelweg algemeen beleid voor iedereen moeten voeren. Hoe belangrijk is het nog om specifiek beleid te ontwikkelen?

‘Dat geldt niet alleen voor wetenschappers. Het uitgangspunt van het beleid is momenteel dat we geen doelgroepenbeleid meer voeren. Doelgroepbeleid kan afgewezen worden als startbeleid, maar het kan wel de uitkomst zijn van beleid. Als we vinden dat de gezondheidszorg voor alle Nederlanders beschikbaar moet zijn en als blijkt dat deze zorg voor bepaalde groepen onvoldoende toegankelijk is, dan kunnen we dat niet negeren. Andersom, als er onder bepaalde etnische groepen allerlei succesvolle initiatieven zijn om elkaar te helpen en te begeleiden bij bijvoorbeeld opvoedingsondersteuning, dan is het van belang dat het reguliere pedagogische werk aansluiting zoekt bij deze informele circuits.’

Is ons land sterk gepolariseerd?

‘Op basis van onderzoek dat we eerder hebben gedaan blijkt dat sociale spanningen vaak terug te voeren zijn op vrij overzichtelijke problemen. Mensen kunnen zich bijvoorbeeld ergeren als er jonge kinderen laat op straat spelen. Sociale spanningen komen dan niet zozeer voort uit polarisatie, maar uit verschillen in levensstijl. Op deze manier kan het kennisplatform een rol vervullen, door de samenleving gerust te stellen op basis van nuchter onderzoek.’

Jurriaan Omlo is onderzoeker, Marcel Ham hoofdredacteur van www.socialevraagstukken.nl

 

Meer informatie: http://www.kis.nl/