Minder ruzie op straat dankzij buurtbarbecues

Subsidies voor buurtfeesten liggen momenteel onder vuur als ‘linkse hobby’s’, waar PVV en VVD het liefst vanaf willen. Onderzoeker Ruben Bino vond evenwel dat buurtbarbecues de sociale samenhang bevorderen. Maar van integratie is geen sprake zolang allochtonen wegblijven.

In de gemeente Utrecht was per wijk vorig jaar een miljoen euro beschikbaar voor zogeheten leefbaarheidsprojecten. Ongeveer 2 procent daarvan gaat op aan buurtfeesten, zoals borrels en barbecues. Ruben Bino van de Universiteit Utrecht bevroeg voor onderzoeksbureau Labyrinth de organisatoren van 73 buurtfeesten, verdeeld over vijf wijken.

Volgens De Telegraaf was het nieuws van jouw onderzoek vorig jaar: ‘Allochtonen mijden blanke feestjes’. de Volkskrant kopte: ‘Buurtfeestpotje gaat op aan rijke wijken’. Wat is volgens jou de belangrijkste uitkomst?
Ruben Bino: ‘Van alle mensen die ik heb ondervraagd, was de overgrote meerderheid erg positief over het buurtfeest; 89 procent van de mensen vond oprecht dat het contact tussen mensen was verbeterd, een halfjaar later was dat nog steeds 72 procent. Mensen praten meer met elkaar, letten meer op elkaars kinderen, lopen makkelijker bij elkaar binnen, helpen elkaar met problemen, en over het algemeen vinden ze het prettiger wonen in de wijk. Mensen noemen bijvoorbeeld dat slepende ruzies eindelijk worden uitgepraat of dat je weet van wie de auto is waarvan het autoalarm afgaat. Vooral voor nieuwe bewoners is een buurtfeest een heel goede gelegenheid om zich meteen welkom te voelen, meer hulp te kunnen verwachten. Op ja/nee-vragen antwoorden mensen in grote meerderheid dat de sociale cohesie in de wijk is verbeterd.
En inderdaad, onder de mensen die naar het buurtfeest kwamen, waren er bijna geen allochtonen. Dus feesten zijn wel nuttig, maar er moet meer worden gedaan om allochtonen er ook bij te betrekken.’

Waarom komen allochtonen niet?
‘Dat heb ik niet onderzocht. Er zijn meerdere verklaringen mogelijk. Misschien hebben ze er niet zo’n behoefte aan als autochtonen, hechten ze minder aan contact met de buren. Of ze voelen zich niet welkom, ook al hadden sommige organisatoren alle rekening gehouden met moslims: geen alcohol, halal-vlees.’ ‘Opvallend is in elk geval dat allochtone mensen bijna ook geen buurtfeesten organiseren. Van de 73 mensen die ik interviewde, waren er 67 autochtoon, en niemand van Turkse of Marokkaanse komaf – groepen die je veel tegenkomt in Utrechtse wijken als Kanaleneiland en Overvecht.’ ‘En als er wel een allochtoon een buurtfeest organiseert, dan komen er ook meteen veel allochtone bezoekers en is het feest ook duurder. Dus moeten er meer allochtone organisatoren komen, vooral in wijken waar veel allochtonen wonen.’

Maar als allochtonen hun eigen feestjes gaan organiseren, komen de autochtonen weer niet.
‘Het is inderdaad zo dat als een allochtoon een buurtfeest organiseert, er minder autochtonen komen dan je zou verwachten op basis van hun aandeel in de buurt. Toch is er een belangrijke reden waarom het goed zou zijn als allochtonen meer feesten organiseren. Meerdere onderzoekers (bijvoorbeeld Putnam, Lancee en Dronkers) stellen dat voordat er bruggen geslagen kunnen worden met andere etnische groepen (bridging), er een bepaalde mate van contact binnen de eigen groep moet bestaan, de zogenoemde bonding. Een eerste ervaring met een buurtfeest, zelfs als het alleen met leden van de eigen etnische groep is, is een noodzakelijk begin voor een beter interetnisch contact.’

Hoe kan je ervoor zorgen dat er meer van die allochtone buurtfeesten komen?
‘In sommige wijken vraagt de gemeente een voorschot van de organisator. Ze moeten dus eerst een bepaald bedrag hebben dat ze later terugkrijgen. Ik kan me voorstellen dat ze dat geld niet hebben, helemaal niet als het feest groter is door hun cultuurverschil. De gemeente zou dus om te beginnen dat voorschot kunnen afschaffen of het sneller na het buurtfeest kunnen verrekenen. Ten slotte kan er onder allochtonen ook meer reclame worden gemaakt voor het leefbaarheidsbudget. Ik denk echt dat buurtfeesten een begin van contact kunnen zijn tussen verschillende etnische groepen.’

Een eerder rapport van de Stichting Economisch Onderzoek concludeerde dat leefbaarheidsbudgetten van woningcorporaties niet ten goede komen aan de veiligheid in een buurt en niks doen aan de overlast en verloedering.
‘Veiligheid is toch heel wat anders. Je moet niet vergeten dat buurtfeesten het begin zijn van iets anders, het is geen wondermiddel. Het kost ook niet veel, vaak een paar honderd euro, maar misschien dat mensen daardoor wel meer gaan ondernemen, en de wijk gaan schoonhouden. De onderzoekers van de SEO, en ook van GroenLinks eerder, hebben geen echt onderzoek gedaan onder betrokkenen. Ze hebben mensen niet naar hun mening gevraagd, ik wel.’

De RMO bracht eerder een rapport uit dat kritisch was over buurtbarbecues. Die zouden de culturele verschillen maar bevestigen; Turkse mensen met Turkse hapjes enzovoort. Ofwel, om met de Amerikaanse onderzoeker Robert Putnam te spreken, het slaat geen bruggen (bridging), maar bevestigt eerder kloven.
‘Dat zou kunnen. Maar ook al nemen ze ieder hun eigen gerechten mee, is dat dan negatief, is er dan geen integratie? Ze hoeven toch niet te assimileren? Het lijkt me perfect als mensen contact hebben. Hoe dan ook is oppervlakkig contact noodzakelijk voor een goede integratie. There is no mating without meeting.’

Dit is een bewerkt artikel dat eerder verscheen in TSS.  Zie https://www.socialevraagstukken.nl/eCache/DEF/1/26/925.html