Op 16 februari 2023 legde de rechtbank een voorwaardelijke taakstraf op aan de jongen die in 2021 de toen 14-jarige Frédérique Brink zwaar mishandelde, omdat hij niet kon duiden of ze een jongen of een meisje was.1
De mishandeling is een extreem voorbeeld van het onbegrip, de weerstand en de agressie die genderdiversiteit soms oproept bij cisgender mensen (mensen die zich identificeren met het genderlabel dat zij bij hun geboorte kregen).
Genderdiversiteit wordt steeds zichtbaarder
Niet iedereen past zomaar in het hokje man of vrouw. De afgelopen jaren is er taal ontwikkeld om ook andere identiteiten en ervaringen te kunnen benoemen. En daarmee wordt genderdiversiteit steeds zichtbaarder. Mensen identificeren zich bijvoorbeeld als genderfluïde, a-gender of non-binair. Met name de laatste groep is steeds zichtbaarder in de publieke ruimte.
De acceptatie van iemands genderidentiteit is van cruciaal belang voor iemands levensgeluk
Voor veel cisgender mensen is dit nieuw. En dat leidt niet zelden tot negatieve reacties, zoals fysiek geweld, maar ook bijvoorbeeld het ontkennen en het belachelijk maken van bepaalde genderidentiteiten in de media en online.
Argumenten die hierbij gebruikt worden, zijn dat genderdiversiteit niet strookt met de biologische feiten, dat het een hype zou betreffen, en dat mensen er ongelukkig van zouden worden als ze zich niet eenduidig als man of vrouw identificeren. Deze argumenten worden echter weersproken door ervaringen met en onderzoek naar genderdiversiteit.
Biologische feiten zijn complex
Het argument over de biologische feiten is problematisch. Ook op biologisch vlak is er veel meer diversiteit dan vaak gedacht wordt. Tussen de 0,5 en 1,7 procent van de bevolking heeft een intersekse variatie: een lichaam dat niet past binnen de hokjes zoals we ze kennen.
Te denken valt aan mensen met AOS. Zij hebben XY-chromosomen en teelballen die testosteron aanmaken (‘mannelijke’ kenmerken), maar zijn geheel of gedeeltelijk ongevoelig voor testosteron. Ze ontwikkelen daarom ‘vrouwelijke’ externe geslachtskenmerken (vulva, borsten) en identificeren zich vaak als vrouw.
Het ontkennen of belachelijk maken van iemands genderidentiteit leidt tot psychische schade
Daarnaast weten we inmiddels dat een bepaald lichaam niet noodzakelijkerwijs tot een bepaalde genderidentiteit leidt. Iemand kan bijvoorbeeld geboren worden met een lichaam dat als mannelijk gezien wordt, maar zich identificeren als vrouw of non-binair persoon. Deze doorleefde identiteit is net zo feitelijk als de biologische kenmerken van het lichaam.
Genderdiversiteit is geen hype
Ook het argument van de hype klopt niet. Genderdiversiteit heeft altijd bestaan, in verschillende tijdperken en geografische gebieden, zoals helder uiteengezet door Karin Amatmoekrim in De Correspondent. De ervaringen van bijvoorbeeld transgender en non-binaire mensen laten zien dat zij zich altijd al anders voelden, maar nu pas de taal hebben om dit te benoemen.2
29 procent had een suïcidepoging gedaan
Bovendien is het maar de vraag hoe erg het zou zijn als het een hype zou betreffen. Dit zou alleen een probleem zijn als mensen een eenduidige identificatie als man of vrouw nodig hebben om gelukkig te worden. Ook dit argument blijft echter niet overeind.
Gelukkig versus ongelukkig
Zo laten diverse onderzoeken zien dat niet zozeer een sterke identificatie als man of vrouw, maar de acceptatie van iemands genderidentiteit van cruciaal belang is voor iemands levensgeluk (Zitelny, 2021; Price & Green, 2021; Trevor Project Survey, 2022; Gower et al., 2018).
Het ontkennen of belachelijk maken van iemands genderidentiteit leidt daarentegen tot (ernstige) psychische schade. Uit de Trevor Project Survey (2022) blijkt bijvoorbeeld dat 29 procent van de lgbtq respondenten die te maken kregen met gendergerelateerde dreiging of geweld een suïcidepoging had gedaan; tegenover 10 procent van de lgbtq respondenten die niet met dergelijke dreiging of geweld te maken kregen.
Negatieve opvattingen over genderdiversiteit leiden bovendien tot geweld jegens genderminderheden (Van Beusekom, 2018). Vooral non-binaire personen die openlijk uitdragen wie ze zijn krijgen te maken met discriminatie en transfobie, en soms zelfs met fysiek geweld (Vijlbrief, Saharso en Ghorashi, 2019).
Het is dus niet een non-binaire genderidentiteit die iemand ongelukkig maakt, maar de negatieve reacties vanuit de omgeving op die identiteit. Als we bij willen dragen aan een inclusieve, veilige en gelukkige samenleving, kunnen we ons dus het best scharen achter het antwoord dat Frédérique haar aanvaller gaf toen die vroeg of ze een jongen of een meisje was: ‘Ik ben wie ik ben, en jij mag zijn wie jij wil zijn.’
Marijke Naezer is cultureel antropoloog en genderstudies-wetenschapper. Ze werkt als onafhankelijk onderzoeker en spreker. Els van Vessem is oud-student Genderstudies aan de Radboud Universiteit. Maranke Wieringa is buitenpromovendus aan de Universiteit Utrecht en kernlid van het platform Accessible Academia. Paul Mepschen is universitair docent bij University College Utrecht.
Noten
- Frédérique zelf konden we online niet vinden, dus we vroegen haar vader welke voornaamwoorden Frédérique gebruikt, en hij gaf aan dat dat zij/haar is (persoonlijke communicatie, 17 februari 2023).
- Zie bijvoorbeeld de levensverhalen die Tim de Jong optekende voor zijn boek Man of vrouw, min of meer (2017).
Foto: Diana K (Flickr Creative Commons)