Ongedocumenteerde mondkapjesmakers verkennen de grenzen van empowerment

Toen mondkapjes in het openbaar vervoer verplicht werden, begon een groep ongedocumenteerde mensen in Amsterdam ze zelf te maken. Dit groeide uit tot een sociale onderneming en empowert de makers. Voor structurele verbetering van hun positie is echter ook politieke verandering nodig.

‘We wilden dat alle mensen zonder papieren in Amsterdam een mondmasker hadden. Daarom begonnen we. En het is gelukt!’, straalt Saeed[1] wanneer hij zomer 2020 de jonge ontstaansgeschiedenis vertelt van PrintRights – een mondkapjesproductielijn. De directe aanleiding om de onderneming te starten was de verplichtstelling van mondkapjes in het openbaar vervoer. Om vervoer toegankelijk te houden voor de eigen gemeenschap, gaf het team de eerste duizend handgemaakte exemplaren weg aan ongedocumenteerde bewoners van Amsterdam. Saeed, zelf ook zonder verblijfsstatus, is medeoprichter. Het PrintRights-team krijgt steun van Here To Support, een lokale stichting die ongedocumenteerden ondersteunt.

Corona betekent een dubbele crisis voor ongedocumenteerden

Het verplicht dragen van een mondkapje in het OV is een uitbreiding van de coronamaatregelen die dan al maanden gelden, zoals anderhalve meter afstand bewaren en thuisisolatie. Het naleven van die regels was voor veel ongedocumenteerde mensen al een uitdaging: thuisisolatie zonder huis is niet mogelijk, en afstand houden in de daklozennoodopvang van de Amsterdamse gemeente ook niet. Op de slaapzaal een sporthal sliepen tientallen mensen in dezelfde ruimte. Overdag moest iedereen weer de straat op om pas ’s avonds weer terug te kunnen keren. Ondertussen bleven plekken gesloten die gewoonlijk beschutting geven tegen de regen of het gebruik van sanitair mogelijk maken, zoals veel opvanghuizen en bibliotheken.

Deze gevolgen van de coronapandemie komen bovenop de maatschappelijke uitsluiting die ongedocumenteerden dagelijks ervaren. In Nederland bevinden zich naar schatting tienduizenden mensen zonder juridisch recht op verblijf. Mensen als Saeed zien zich structureel geconfronteerd met een gebrek aan basisvoorzieningen: geen recht op werk en inkomen, geen woning of toegang tot onderwijs, geen stemrecht en slechts zeer beperkte medische zorg. En daarbovenop kwam dus de onmogelijkheid om zich aan de coronaregels te houden en zichzelf en hun omgeving te beschermen tegen besmetting.

Zonder een basis blijft empowerment beperkt

Ondanks deze obstakels startten enkelen het mondkapjesinitiatief. Tegen alle marginaliserende stromen in zetten ze hiermee een proces van empowerment in. Een verkoopbaar product maken, verschaft inkomen en vergroot de handelingsvrijheid van de PrintRights-ondernemers. Bovendien heeft een bijdrage leveren aan de maatschappij een positieve invloed op hun zelfbeeld. Zoals Mounir, collega van Saeed, uitlegt: ‘Een project zoals dit, waarin je iets creëert ... kijk naar dit masker!’, hij houdt een exemplaar voor zijn gezicht omhoog, ‘Het mooie eraan is: het geeft je het gevoel dat je iets hebt bereikt.’

Toch is de empowerment beperkt. Mounir vervolgt: ‘We hebben niet de middelen om onszelf honderd procent te geven. Het hele probleem is het gebrek aan een basis. Ik woon niet in mijn eigen huis, ik heb geen documenten, ik heb geen rechten: dit is beperkend.’ Ook een bankrekening openen kan niet, net zomin als materiaal bestellen zonder woonadres. Het empowermentproces wordt dus geremd door een voortdurende maatschappelijke uitsluiting die het gebrek aan een juridische status met zich meebrengt.

Sociaal werk tussen depolitisering en verlamming

Het structureel moeten ontberen van basisvoorzieningen heeft ook zijn weerslag op de slagkracht van het sociaal werk rondom ongedocumenteerde mensen. Aan de ene kant bestaat het risico van een depolitisering van empowerment. Hiervan is sprake als sociaal werkers zich bij bestaande maatschappelijke uitsluitingsmechanismen neerleggen. De potentie voor empowerment blijft dan beperkt tot de mogelijkheid om te participeren binnen de begrenzing van de politiek-maatschappelijke context zonder daar vraagtekens bij te zetten.

Een focus op de politieke beperkingen kan aan de andere kant ook een verlammend effect hebben op sociaal werk, door het besef dat empowermentprocessen geremd blijven totdat de maatschappelijke context verandert. Gevoelens van machteloosheid kunnen ondersteuning dan in de weg staan omdat het een onmogelijke opgave lijkt de politieke inrichting van de samenleving te veranderen. Waarom projecten opzetten – of financieren – als de omvang van het probleem de reikwijdte van de inspanningen van sociaal werkers overstijgt?

Beide overwegingen komen op hetzelfde neer: structurele problemen worden gelaten voor wat ze zijn doordat ze al niet opgenomen worden in projectontwerp of de aanpak ervan zich enkel op individuen en niet de politieke oorzaken richt.

Uitsluiting niet opheffen maar wel betwisten

Het mondkapjesproject laat een middenweg zien: er wordt gewerkt aan empowerment binnen de beperkte mogelijkheden, maar de politiek-maatschappelijke begrenzingen worden niet voor lief genomen. In de huidige context krijgt empowerment voor individuele teamleden vorm in de voldoening die het maakproces geeft; in het deel uitmaken van een sociaal netwerk; en in het deels in het eigen onderhoud kunnen voorzien.

Daarnaast wordt óók de maatschappelijke positie van ongedocumenteerden als gemarginaliseerde groep betwist. Door een product te leveren dat beantwoordt aan een maatschappij brede behoefte in de coronapandemie – mondkapjes – claimt het team een positie middenin de maatschappij. De PrintRights-leden participeren met hun onderneming in de samenleving waarvan zij formeel uitgesloten zijn.

Niet alleen participatie getuigt van empowerment voor het PrintRights-team. De ongedocumenteerden en het ondersteunende sociaal werk werken ook aan empowerment door een sociale positie op te eisen: ze geven namelijk actief vorm aan de maatschappij en oefenen zo sociale invloed uit.

Politieke inspraak en verandering zijn nodig

Naast sociale invloed is ook het uitoefenen van politieke inspraak een vorm van empowerment (Kaulingfreks 2019, p. 19). Dit laatste gaf het PrintRights-team vorm in de nasleep van de grote brand in het Griekse vluchtelingenkamp Moria najaar 2020. Een speciale editie mondkapjes werd bedrukt met de tekst #Nomoremoria. Met behulp van het sociale netwerk van Here to Support droegen enkele politici op Prinsjesdag de PrintRights-mondkapjes en plaatsten hiervan selfies op sociale media. Ook demonstranten tegen het vluchtelingenbeleid droegen ze, waarna de #Nomoremoria-boodschap van het PrintRights-team in nationale media verscheen. Het team creëerde zo zichtbaarheid en alternatieve inspraak in de politieke ruimte waar zij formeel van uitgesloten zijn.

Hoewel politieke verandering nodig is voor een structurele verbetering van de positie van de individuele PrintRights-leden en hun ongedocumenteerde gemeenschap, bracht het PrintRights-initiatief wezenlijke empowermentprocessen in gang. Mounir vat samen waarom dit zo belangrijk is voor hem: ‘Het geeft mij de moed om de onmogelijkheden die de samenleving ons opdringt te trotseren.’

Lieke Wissink is onderzoeker bij het lectoraat Jeugd en Samenleving, Social Work van Inholland Amsterdam. Meer weten? Klik hier

 

Noten:

[1] Uit privacyoverwegingen zijn alle namen gefingeerd

 

Foto: PrintRights