Eén op de vier Nederlanders is of was ooit slachtoffer van kindermishandeling of verwaarlozing. Velen hebben daar de rest van hun leven last van. Maar nog steeds weten we niet goed wat we er tegen kunnen doen. In 2012 introduceerde ik daarom het SMECC-model als raamwerk voor effectieve preventie van kindermishandeling. Dit model gaat uit van een wettelijke minimumstandaard voor de uitoefening van ouderlijk gezag, en een daarmee samenhangende voorbereiding, educatie, brede facilitering en gerichte ondersteuning van ouders. Die voorbereiding hoort al op school te beginnen.
Het SMECC-model voor effectieve preventie
SMECC (school, minimumstandaard, educatie, child-vriendelijk beleid en zorgcontinuüm) is voor te stellen als de platte tekening van een huis. De wettelijke bodem is de familierechtelijke minimumstandaard voor competent ouderschap (M) – verre toekomstmuziek maar niettemin een mensenrechtelijk noodzakelijk fundament. De zijwanden zijn het sociaal-emotionele schoolcurriculum (S) en de ouderschapseducatie (E). De twee C’s zijn de linker- en rechterdaklijnen die staan voor empowerment van ouders door kind- en gezinsvriendelijk beleid en ondersteuning vanuit een professioneel zorgcontinuüm vanaf zwangerschap tot jongvolwassenheid.
Enkele recente ontwikkelingen – in de VS, Europa en in Nederland – komen in het model samen en worden geprojecteerd op de toekomst zodat effectieve preventie in zicht komt – al is het nog maar als stip op de horizon.
Traumabewust professioneel werken in opkomst
Vanuit de VS is er de krachtige ontwikkeling richting traumabewust professioneel werken. Het gaat hier om een cultuurverandering op basis van de studie naar ACEs – Adverse Childhood Experiences, negatieve ervaringen in de kindertijd – en de gevolgen van toxische stress op de hersenontwikkeling van het jonge kind.
ACEs is het nieuwe internationale verzamelbegrip voor kindermishandeling en beschadigde hersenontwikkeling die kinderen vanaf de zwangerschap oplopen in disfunctionele gezinnen. Zoals gezinnen met huiselijk geweld of waarin ouders of andere gezinsleden kampen met ernstige sociale of psychische problemen.
De ACEs-wetenschap gaat over de omvang daarvan (een veelvoud van tot nu toe gehanteerde kindermishandelingscijfers), de gevolgen voor de geestelijke én de lichamelijke volksgezondheid (vele malen ingrijpender dan tot nu toe erkend) en over herstelmogelijkheden.
Het geeft een impuls aan voorlichting en professionaliteit
Er is hierdoor een groeiende aandacht voor de ontwrichtende maatschappelijke en economische gevolgen. En voor de positieve keerzijde: de sociale verbinding en economische innovatie die investeringen in de vroege ontwikkeling van kinderen – dus in voorbereid en ondersteund ouderschap – met zich mee kunnen brengen.
Traumabewust werken geeft een krachtige impuls aan voorlichting aan opvoeders en aan een professioneel zorgcontinuüm rond gezinnen vanaf zwangerschap tot jongvolwassenheid (de E en de tweede C van SMECC).
Verbod op slaan is een begin van positief opvoeden
Vanuit de Raad van Europa is er de beginnende ontwikkeling richting positief opvoeden op basis van internationale kinderrechten en nationaal in te voeren familierechtelijke verboden op het slaan en vernederen van kinderen (nu in 32 van de 47 lidstaten van de Raad van Europa, in Nederland sinds 2007).
Zo’n familierechtelijk verbod is te zien als een proto-M van SMECC, maar nog ver verwijderd van een echte M: de minimumstandaard ofwel de familierechtelijke regeling van de uitoefening van ouderlijk gezag nadat aan minimale criteria voor voorbereid ouderschap is voldaan. Ouderlijk gezag is dan geen automatisme meer bij de geboorte van een kind, maar iets dat voorbereiding en waar nodig extra ondersteuning vereist.
De keerzijde is de plicht van overheden te investeren
Een familierechtelijk verbod op slaan is geen symboolwetgeving. De keerzijde is de plicht van overheden te investeren in educatie over positief opvoeden (de E): opvoeden op basis van liefde en leiding zonder fysiek en psychisch geweld.
Met inbegrip van de professionele steun die daarbij nodig kan zijn (de tweede C van SMECC). En ook met inbegrip van het ruime ouderschapsverlof en andere voorzieningen voor gezinnen die educatie en ondersteuning vanuit het zorgcontinuüm moeten faciliteren: de eerste C van SMECC, de C van childfriendly beleid.
Er komt steeds meer schoolse voorbereiding op kinderrechtelijk ouderschap
De derde ontwikkeling vindt in Nederland plaats in de vorm van de methoden en instrumenten van KinderrechtenNU, zoals de Kinderrechtenchecklijst en de Kinderraad, die steeds meer ingang vinden en waardoor steeds meer aandacht ontstaat voor kinderrechteneducatie en participatie op en vanuit school.
Dit is een eerste aanzet tot meer sociaal-emotioneel leren en de schoolse voorbereiding op democratisch burgerschap en kinderrechtelijk ouderschap (de S van SMECC).
Er is nergens een wettelijke minimumstandaard voor competent ouderschap
Met Amerikaanse ACEs-beweging en Europese prille ontwikkelingen richting SMECC-ideaal zijn we er echter nog lang niet. Zo is de verdere familierechtelijke ontwikkeling richting regulering van de uitoefening van ouderlijk gezag nog niet in beeld.
Hoewel het verbod op slaan en vernederen in de opvoeding steeds meer ingang vindt, leidt dat nog nergens tot voldoende informatie over en steun bij opvoeden zonder fysiek en psychisch geweld. Laat staan dat er al kinderrechtenactivisten en -organisaties zijn opgestaan om de uitoefening van ouderlijk gezag te koppelen aan minimumvoorwaarden van voorbereiding en (acceptatie van) ondersteuning. Ondersteuning – en interventie – niet pas nadat kinderen trauma’s of hersenbeschadiging hebben opgelopen, maar al tijdens de zwangerschap of nog liever: vanaf de kinderwens.
De contouren van het SMECC-huis worden weliswaar langzaam maar zeker zichtbaar, maar toch blijft het vooralsnog een bodemloos ideaal. De wettelijke bodemlijn van de familierechtelijke minimumstandaard voor competent ouderschap ontbreekt immers.
Kinderrechten en traumabewust werken kunnen breekijzer zijn
We weten wel wat ons te doen staat, maar wat ons allemaal nog te wachten staat aan vermijdbaar leed en schade? Gelukkig zijn er twee belangrijke concepten die als breekijzer kunnen werken: kinderrechten en traumabewust werken. En wat mij betreft hopelijk ook als zoeklicht voor die stip op de horizon: het SMECC-preventiehuis.
Jan Willems is onderzoeker structurele preventie van ACE’s (Adverse Childhood Experiences) bij de Universiteit Maastricht en oud-hoogleraar Kinderrechten aan de Vrije Universiteit.
Foto: Trym Nilsen via Unsplash