Tijd voor multidisciplinair beleid

Alleen een integrale afweging van een multidisciplinair team kan het coronavirus bedwingen zonder de maatschappij en economie te veel te schaden, betogen Marcel Canoy en Sandra van Dijk. Dat is niet hetzelfde als luisteren naar mensen die vanuit de zijlijn iets roepen.

Eind februari werd de eerste besmetting met het virus in Nederland gemeld. Kort daarop nam het Outbreak Management Team (OMT) het heft in handen. In die eerste fase van de crisis, met angst voor een onbekend virus, was het begrijpelijk dat we ons door een team van onder meer virologen, artsen en microbiologen lieten leiden. Logisch, want de volksgezondheid werd acuut bedreigd. Inmiddels is echter steeds duidelijker dat volksgezondheid, ethiek, gedrag en economie als een trekpop met elkaar verweven zijn.

Vanwege die verwevenheid is het uiterst complex om verstandig beleid rondom corona te maken: Er is nog veel dat we niet weten, alles grijpt op alles in en bovendien wijzigen de parameters steeds. Neem alleen al de dynamiek van onze aanpassingsmechanismen.

In de allereerste fase was er het massale hamsteren, vervolgens de betovering van saamhorigheid en het vertrouwen in innovatieve oplossingen. In de zomer waren we opgelucht dat we de teugels konden laten vieren en nu zijn we inmiddels corona-moe, is er een tanend vertrouwen in maatregelen van de overheid, ervaren we dat het lastig is om ons gedrag duurzaam te veranderen en zien we polarisatie, waarbij burgers al snel worden weggezet als viruswaanzinnigen of als slippendragers.

 Een zorgvuldig proces waarin disciplines met elkaar van gedachten wisselen

Die complexiteit vraagt om een breder perspectief. Geen enkele discipline heeft in zijn eentje de wijsheid in pacht: virologen en artsen weten wat effectief is om het virus te beteugelen, economen en sociale wetenschappers snappen wat meer of minder schade aan de economie toebrengt en hoe kwetsbare groepen uit de wind gehouden kunnen worden, ethici en juristen kunnen inschatten wat het spanningsveld is tussen vrijheidsbeperking en volksgezondheid en psychologen en andere gedragswetenschappers hoe mensen omgaan met gedragsmaatregelen.

Het wekt daarom geen verbazing dat er diverse oproepen zijn om andere disciplines te betrekken. Recent schreef een keur van wetenschappelijke prominenten nog een brief op poten waarin het RIVM verweten werd de laatste inzichten uit de wetenschap niet te kennen en achter de feiten aan te lopen. Ook bestaat er een RED team waarin burgers vanuit uiteenlopende disciplines het beleid kritisch onder de loep nemen. En het OMT zelf krijgt eveneens adviezen van buiten.

De vraag is daarom niet langer of een monodisciplinair team eigenlijk wel de beste resultaten boekt, maar hoe je constructief vorm kunt geven aan multidisciplinariteit. Multidisciplinair beleid maken is niet hetzelfde als luisteren naar mensen die vanuit de zijlijn iets roepen. Multidisciplinair beleid ontstaat pas als je de disciplines in een zorgvuldig georganiseerd proces samen zet en met elkaar van gedachten laat wisselen. Alleen dan kunnen alle relevante argumenten de revue passeren, kan er gewikt en gewogen worden en kan de complexe puzzel gelegd worden.

Lichtend voorbeeld: de samenstelling van het basispakket in de zorg

Als lichtend voorbeeld van een integrale afweging geldt de Adviescommissie Pakket (ACP) van het Zorginstituut Nederland, het belangrijkste adviesorgaan voor het samenstellen van het basispakket. Niemand zou het begrijpen als die Commissie uitsluitend zou bestaan uit bijvoorbeeld artsen, omdat het lastig is voor artsen om de afwegingen uit andere disciplines op waarde te schatten en te wegen. En hetzelfde zou gelden als er alleen zorgeconomen in de commissie zouden zitten. Gelukkig is dat ook niet het geval, er zit onder meer een filosoof in, een ethicus, arts, econoom, socioloog en iemand die inzichten vanuit het perspectief van patiënten inbrengt. In een deliberatief proces wordt maandelijks consensus bereikt over complexe problemen, zoals het al dan niet toelaten in het pakket van een effectief maar peperduur medicijn.

Een multidisciplinaire aanpak waarin alle perspectieven goed worden afgewogen maakt ook de communicatie rondom het virus gemakkelijker. Veranderend beleid wordt minder snel uitgelegd als zwalken, als duidelijk wordt wat de onderliggende rationale is en welke factor wanneer de doorslag geeft, wat vervolgens weer het draagvlak en het gewenst gedrag vergroot. Een goede afweging kan alleen genomen worden als deze mensen (virtueel) samenkomen en samen oplossingen wegen.

Niets ten nadele van het RIVM en het OMT die in moeilijke tijden naar eer en geweten het werk blijven doen, maar nu is het de tijd voor een volgende stap. Benut de kracht van multidisciplinair denken voor slimme oplossingen om naast onze gezondheid, ook onze economie en samenleving zo goed mogelijk te beschermen.

Marcel Canoy is verbonden aan de VU en ACM en is lid van de Adviescommissie Pakket van het Zorginstituut. Sandra van Dijk werkt als gezondheidspsycholoog bij de afdeling Gezondheids, Medische- en Neuropsychologie van de Universiteit Leiden.

 

Foto: Mallory Parkington (Flickr Creative Commons)