Voetballen en muziek maken helpt jongeren uit de criminaliteit te blijven

Talentontwikkeling blijkt jeugdcriminaliteit te helpen voorkomen. Maar: alleen bij jongeren die nog geen delicten plegen, of nog maar één keer in de fout gingen. Dat blijkt uit het onderzoek van Maike Kooijmans, die vandaag promoveert.

Er zijn jongens die veel tijd op straat doorbrengen. Jongens die veelal het gevoel hebben dat ze gefaald hebben. Ze hebben geen diploma’s, ze voelen zich achtergesteld of een buitenstaander. Ze hebben een pessimistisch beeld van hun toekomst. De criminaliteit op straat lonkt.

De meeste ‘jongens van de straat’ hebben achter hun machogedrag conformistische dromen en idealen: een diploma halen, een stage of baantje vinden, een leuke vriendin en later een huis en een gezin stichten. Sommige jongens vinden dat ze in onze samenleving te weinig kansen krijgen, ze zijn boos en keren zich af van ‘de mainstream’. Anderen zoeken de schuld bij zichzelf en zijn onverschilliger: ‘Het komt wel goed, later’. De faalervaringen en frustraties die deze jongens opdoen kunnen tot een negatief zelfbeeld en pessimisme leiden, waardoor zij zich niet optimaal ontwikkelen. Ook bestaat de kans dat ze langs criminele weg hun doelen willen bereiken.

Veelbelovende cijfers: 78 procent blijft uit de criminaliteit

Sinds het einde van de vorige eeuw worden jongeren die meer tijd op straat dan op school doorbrengen ‘risicojongeren’ genoemd. Het is een groep die volgens beleidsmakers een bedreiging vormt voor de veiligheid van onze samenleving, althans als we niet vroegtijdig ingrijpen. Gemeenten investeren fors in preventieve programma’s, via het onderwijs, maar ook in jongerenwerk. Het aantal zogenoemde talentprogramma’s is in het afgelopen decennium explosief gegroeid, zonder dat bekend is of ze ook helpen jongeren uit de criminaliteit te houden.

Uit mijn onderzoek bij twee talentgerichte programma’s – een voetbalproject in ’s-Hertogenbosch en artistieke talentprojecten in Tilburg – komen veelbelovende cijfers. Van een groep van vijftig deelnemende jongens wist 78 procent uit de criminaliteit te blijven.

Er is wel een máár: de projecten blijken positief te werken bij jongens die nog geen delicten plegen, of die éénmalig de fout in zijn gegaan. Bij jongens die al vaker over de schreef gingen, en bewust loyaal aan de straatwaarden blijven, lijken de projecten het risico op criminaliteit niet te verminderen. Daarbij moet wel aangetekend worden dat de talentprojecten formeel gezien niet zijn bedoeld voor jongeren met een crimineel cv.

Hoe werken de talentenprojecten?

Wat deze projecten uniek maakt en waarom ze bij veel jongeren aanslaan, blijkt niet zozeer te komen doordat jongerenwerkers proberen het gedrag en de relaties van de jongeren te beïnvloeden, maar omdat ze gericht zijn op hun emoties en aspiraties. Ze weten tot de binnenwereld van jongeren door te dringen. Ze arrangeren settings waar jongeren succeservaringen en andere positieve emoties kunnen beleven, waardoor zij trots en respect ervaren, en aan een positiever zelfbeeld kunnen werken en meer verantwoordelijk leren te nemen. Ze kunnen ervaren dat ze erbij horen. Na verloop van tijd werken ze aan het uitdragen, aan de belichaming van een nieuwe identiteit, zonder criminaliteit. Zo werkt het bij het gros van de deelnemende jongens.

Maar deelname aan talentprojecten heeft niet altijd het gewenste effect. Er zijn ook jongens die de successen in een talentproject gebruiken om hun straat-status te verhogen. Een jongen uit Tilburg leerde bijvoorbeeld goed te rappen, won alle battles en maakte zo nog meer indruk bij zijn vrienden op straat. Ondertussen bleef hij het straatleven ambiëren. Bij zo’n jongen bereik je door rap battles niet het gewenste effect. Dan is er meer coaching nodig.

Per jongen is steeds een andere benadering vereist. Het is een proces van ups en downs, van successen en teleurstellingen. Micha, een van de hoofdpersonen in het proefschrift, vertelde over zijn straatleven en over het proces dat hij doormaakte toen hij er afstand van wilde nemen. Dat hij zich emotioneel moest losrukken van zijn vertrouwde wereld. Hij noemde het een achtbaan, met scherpe bochten die soms niet te nemen waren.

Jongerenwerk in zwaar weer

Hoewel gemeenten sinds de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 verantwoordelijk zijn voor de preventie van jeugdcriminaliteit zit het jongerenwerk in veel gemeenten in zwaar weer. Dat is opmerkelijk, omdat uitval en radicalisering van jongeren een van de grootste maatschappelijk problemen is. Met de talentgerichte aanpak van jongerenwerkers valt veel preventiekracht te winnen.

Maike Kooijmans werkt als hogeschooldocent en onderzoeker aan Avans Hogeschool in ’s-Hertogenbosch en promoveert vandaag aan de Universiteit van Amsterdam op talentgericht jongerenwerk als preventiestrategie. Klik op de link om de boekversie van haar proefschrift, ‘Talent van de straat. Hoe je jongeren kunt verleiden uit de criminaliteit te blijven’ te bestellen.

Foto: Roel Wijnants (Flickr Creative Commons)