In stadsdeel Delfshaven in Rotterdam zijn de bewoners het wel gewend: onderzoekers en studenten die vragen stellen, interviews afnemen of de buurt op verschillende aspecten in kaart brengen. Het is niet verrassend dat Delfshaven een interessante locatie is voor onderzoekers. Een aanzienlijk aantal inwoners leeft onder de armoedegrens, de gemeente heeft grootse plannen met het aardgasvrij maken van de wijk, lokale bewonersinitiatieven zijn er in overvloed en organiseren veel. Onderzoekers en beleidsmakers schrijven dan ook lovend over de wijk.
‘Wat nou als we zélf de vragen konden formuleren en zélf het onderzoek uitvoeren?’
Maar vanuit de wijk klinkt een ander geluid (De Vrieze 2024): ‘Wat nou als we zélf de vragen konden formuleren en zélf het onderzoek uitvoeren?’ In stadsdeel Feijenoord stelden bewoners dezelfde vraag. Bij de Afrikaanderwijk Coöperatie richtten ze het eigen Coöperatieve Consultancy Buro op. Via dit bureau worden bewoners betaald voor hun bijdrage in onderzoek, net iets hoger dan het minimumloon. Bewoners denken ook mee over onderzoeksvragen en helpen bij het verzamelen van de data.
En ook in de Tarwewijk verschijnen veel flyers van onderzoekers die ‘moeilijk te bereiken groepen’ zoeken voor hun onderzoek. Als reactie hierop richtten initiatiefnemers het KennisLokaal op in buurthuis de Cultuurwerkplaats. Het KennisLokaal brengt onderzoekers, stadsmakers, gemeente en bewoners met verschillende achtergronden samen. Om echt met elkaar in gesprek te gaan, kennis uit te wisselen en waar gewenst bewoners te trainen om zelf onderzoek uit te voeren.
Op nieuwe manieren in gesprek
Ook onderzoekers vanuit universiteiten en hogescholen gaan op nieuwe manieren in gesprek met buurtbewoners. In Beverwaard gaan onderzoekers van de Erasmus Universiteit samen met bewoners als mede-onderzoekers op pad om de netwerken in de wijk in kaart te brengen en relevante lokale vragen te ontdekken. Andere onderzoekers zijn betrokken vanuit een rol als vrijwilliger. Bijvoorbeeld bij de Pauluskerk, om onderzoek te doen naar, maar vooral mét dak- en thuisloze mensen. Door langdurige aanwezigheid van de onderzoeker ontstaan er persoonlijke relaties, en kunnen medewerkers en bezoekers een positieve invloed hebben op het onderzoeksproces.
Een klassieke reactie is dat wetenschappelijke kennis en het onderzoeksproces onafhankelijk horen te zijn
De voorgaande voorbeelden zijn gelinkt aan onderzoekscollectief Wijkwijs (zie kader) en laten een beweging zien waarin bewoners van de wijken traditioneel onderzoek aan de kaak stellen en onderzoekers zich open opstellen voor samenwerking met de bewoners in onderzoek. Deze benadering wordt ook wel community-based of led-research genoemd: onderzoek waarin bewoners zichzelf organiseren en zelf, of in samenwerking met kennisinstellingen, de kennisbehoeftes, -vragen en -agenda’s bepalen (Boyd 2020). Niet bepaald een teken van onderzoeksmoeheid. Eerder van onderzoeksenthousiasme.
Onderzoek door, voor en met RotterdammersWijkwijs is een onderzoekscollectief in Rotterdam waarin onderzoekers, bewoners en bewonersinitiatieven samen in tien wijken onderzoek doen. Het collectief werkt volgens de volgende waarden en principes:
Wijkwijs is verbonden aan het Resilient Delta-initiatief, een samenwerking tussen de Erasmus Universiteit, de Technische Universiteit Delft en het Vital Cities and Citizens-initiatief van de Erasmus Universiteit. Meer info op wijkwijs.nl. |
Kennismonopolie
Het klinkt eigenlijk best logisch dat bewoners en initiatiefnemers ook zelf met onderzoeksvragen kunnen komen. Maar voor kennisinstellingen als universiteiten en hogescholen blijkt dit vaak ingewikkeld. Soms zelfs bedreigend. Een klassieke reactie is dat wetenschappelijke kennis en het onderzoeksproces onafhankelijk horen te zijn. En dat er afstand moet bestaan tot de ‘onderzoeksobjecten’.
Maar zelfs wetenschappelijke kennis is niet neutraal of apolitiek (Muhammad e.a. 2015). Ook in de wetenschappelijke wereld worden constant al dan niet weloverwogen keuzes gemaakt over welk onderwerp onderzoekswaardig is, wie er meedoen, wie gehoord worden en wie niet. Dit geeft universiteiten, kennisinstituten en instellingen die wetenschappelijk onderzoek financieren een machtige rol (Godrie e.a. 2020). Zij bepalen wat er op de agenda komt te staan en dit geeft ze een monopolie over welk soort onderzoek en welke soorten kennis en perspectieven ertoe doen en tot conclusies en resultaten mogen leiden (Hall & Tandon 2017). Het geld dat er in onderzoek rondgaat, komt vervolgens vrijwel nooit terecht op plekken waar het ertoe doet.
Mensen zien zelf weinig tot niks terug van onderzoek, en zien weinig verbetering in hun levenssituaties
De mensen over wie het onderzoek gaat, steeds vaker degenen die het toch al niet zo breed hebben, worden overvraagd door goedbetaalde onderzoekers, maar zien zelf weinig tot niks terug van het onderzoek, en zien weinig verbetering in hun levenssituaties. Zoals Oostveen in 2023 al aankaartte: onderzoekers vormen een economie van academisch onderzoek die geheel losstaat van de wijken zelf: ‘Ze denken dat ze hier even data kunnen komen halen.’
Uitsluiting, stereotypering en marginalisering
In die zin is het ironisch dat de wetenschappelijke gemeenschap, die zichzelf vaak ziet als een belangrijke hoeder van objectieve waarheid en kennis, tegelijkertijd bijdraagt aan dezelfde vormen van uitsluiting, stereotypering en marginalisering van perspectieven en waarden zoals we dat zien in processen van politieke besluitvorming (Muhammad e.a. 2015).
De term ‘onderzoeksmoeheid’ drukt bewoners in een slachtofferrol
Een term als ‘onderzoeksmoeheid’ zien wij daarom als problematisch. Het woord schept het beeld van moedeloze, geïrriteerde, actieloze individuen die gemotiveerd moeten worden, die eraan herinnerd moeten worden waarom onderzoek ook alweer van maatschappelijk belang is.
De aanduiding ‘onderzoeksmoeheid’ drukt bewoners in een slachtofferrol, met opnieuw de onderzoeker die de bewoners gaat vertellen wat goed voor ze is. Terwijl bewoners in veel gevallen gewoon graag willen dat ook hun vragen een plek krijgen in onderzoek. ‘Moeheid’ kaart daarom niet de verantwoordelijkheid van de onderzoeksinstellingen aan in het serieus nemen van de wijkbewoners.
Dit daagt ons als medewerkers van een universiteit uit om ons ‘uit [te] spreken over de rol van universiteiten in het in stand houden van ongelijkwaardige kennishiërarchieën, en bewijs [te] verzamelen van hoe het ook anders kan’ (Hall & Tandon 2017).
Gelijkwaardig en wederkerig
Als Wijkwijs pogen we precies dit. We buigen de traditionele verhoudingen om, stellen vastgeroeste manieren ter discussie en geven vorm aan gelijkwaardige samenwerkingen tussen de universitaire wereld en de maatschappelijke leefwereld.
De hiervoor genoemde initiatieven in Rotterdam zijn op verschillende manieren verbonden aan de ambitie van Wijkwijs om een gelijkwaardige en wederkerige onderzoekspraktijk tot stand te brengen. Wijkwijs combineert daarbij een reflectieve insteek met een heel praktische aanpak, door onderzoekers de ruimte te bieden om samen met lokale netwerken antwoorden te vinden op lokale vraagstukken.
Onderzoekers moeten met de gemeenschap vragen formuleren, relaties opbouwen, investeren, mede-onderzoekers eerlijk belonen en iets teruggeven
Deze vorm van onderzoek vraagt dat wetenschappers samen met de gemeenschap vragen formuleren, duurzame relaties opbouwen, langdurig investeren, mede-onderzoekers eerlijk belonen en iets teruggeven aan de wijk. Universiteiten en hogescholen spelen hierin een cruciale rol: zij moeten ruimte creëren om deze samenwerkingen te ondersteunen, onderzoekers in staat stellen zonder vastgestelde vragen en aannames op pad te gaan, nazorg bieden en flexibeler omstandigheden mogelijk maken voor reflectie en verandering van het verloop en de continuïteit van de onderzoekspraktijk.
Seline Westerhof, Beitske Boonstra, Jelle Burger, Mike Duijn, Jurian Edelenbos en Jiska Engelbert maken deel uit van het kernteam van Wijkwijs. Ze werken bij de Erasmus Universiteit: Erasmus Initiatief Vital Cities and Citizens, GovernEUR, Resilient Delta: TU Delft.
Foto: Go Short International Short Film Festival (Flickr Creative Commons)