Mijn programma voor de afschaffing van de ggz bestaat uit vijf punten. Ondanks dat de ggz in al haar voegen kraakt en aan haar eigen gewicht ten onder dreigt te gaan, acht ik het overigens onwaarschijnlijk dat de door mij bepleite abolitie ooit uitgevoerd wordt. In Nederland –en elders– ziet de bevolking de ggz als een zorgzame moeder die ons tegen al het mogelijke ongeluk beschermt.
Ondanks dat de ggz-vijver is drooggevallen, blijven we blind voor de maatschappelijke en iatrogene schade en roepen we om het laatste druppeltje water dat er volgens geruchten nog in de vijver zou zijn. Ik vind het bijna onvoorstelbaar dat burgers – die zelf soms jarenlang beschadigd zijn door de ggz – blijven roepen om meer, nog meer ggz. Soms doet de situatie mij denken aan mannen of vrouwen die ongeacht hun vaak traumatische ervaringen blijven terugkeren naar partners die hen mishandelen.
Abolitionisme in vijf stappen
Dat velen van ons zich knollen voor citroenen laat verkopen, neemt echter niet weg dat het nodig is en ook vrolijk stemt om erover na te denken hoe we van die vreselijke ggz af kunnen komen. Mijn abolitionistisch programma van vijf punten kan daarbij als leidraad dienen.
Weg met pseudowetenschap
Ten eerste dienen we erkennen dat de psychiatrie een medische pseudowetenschap is waar we zo snel mogelijk vanaf moeten. Ze berust niet op enigerlei houdbare theorie. Voorspelbare causale en blijvende effecten zijn er niet. Het enige effect dat aanwijsbaar naar voren komt, hangt samen met de persoonskenmerken van hulpverleners en precies die vallen niet te organiseren. Verder is er niks hard. Speculaties, scholen, verdienmodellen: meer biedt de ggz niet.
Leg farmaceutische industrie aan banden
Ten tweede dienen we de farmaceutische industrie aan banden te leggen. We kunnen daarmee beginnen, door de financiële banden tussen psychiaters en universitaire onderzoeksinstellingen met de industrie openbaar te maken. Dat kan nu al – tot op zekere hoogte – via BIG-nummer en openbaar register van de farmaceutische industrie.
Daarnaast zouden we apothekers de vrijheid moeten geven om zelf de moleculen te maken die sommige mensen korte of lange tijd nodig hebben om op de been te blijven. De overheid moet bevorderen dat farma-onderzoek vooral het perspectief van de potentiële gebruikers als uitgangspunt heeft en dat er alternatieven ontwikkeld worden voor het ‘tsunamistische’ medicijngebruik (zie ook punt 5). Er zit inmiddels zoveel psychofarmaca in ons oppervlaktewater dat je beter een frisse duik kunt nemen dan een pil.
Stop met discriminatie
Ten derde moeten alle vormen van discriminatie en institutioneel geweld verboden en bestraft worden met het doel om mensen met ingewikkelde psychische levens terug in de normaliteit te trekken. Dus stop met discriminatie bij huisvesting, keuringen, en verzekeringen en op de arbeidsmarkt, stop met discriminatie op juridisch vlak en stop discriminatie via het principe van ontoerekeningsvatbaarheid.
Voor de wet hoort iedereen gelijk te zijn. Het strafrecht is er voor ons allemaal. Ook voor mensen die psychisch anders zijn. ‘Bad’ komt met teveel dingen weg door er ‘Mad’ aan te hangen. Ontoerekeningsvatbaarheid verbant mensen naar een ander soort en dat hoort niet.
Ontkoppel huisvesting en zorg
Ten vierde moeten we alle instituties opheffen waar mensen met ingewikkelde psychische levens langer dan 24 uur fysiek bij elkaar zijn. Waar dat gebeurt, heersen het medisch regime en de aanbodlogica – benefits of scale – en wordt de vraaglogica genegeerd. Door huisvesting en ‘zorg’ te ontkoppelen, lossen we de hospitalisering en het verlies van rollen en verantwoordelijkheden van bewoners op.
Geloof in de bereidheid van mensen om er voor elkaar te zijn
Ten vijfde dienen we erin te geloven dat mensen elkaar kunnen en ook willen helpen. Oftewel, ondersteun via vraagfinanciering de netwerken die mensen op welk niveau dan ook nodig hebben. Maar alstublieft niet altijd in de wijk! Erken dat de plek waar iemand woont en werkt het biotoop is waar hij thuishoort en beloon mensen – ook financieel – die een ander helpen om in zijn natuurlijk leefomgeving te blijven.
Beschouw de omgeving niet als iets amorf, maar heb oog voor de verschillende motieven die er zijn om te helpen – altruïsme, burgerschap, financieel, tit for tat – en speel op die motieven in. We vragen veel van mensen, zeker van hen die in de wijken wonen met een opeenhoping van problemen. Daar mag best veel tegenover staan.
En dan nog iets: stel flinke eisen aan de ervaringswerkers die links en rechts naar binnen stormen. Doe dat voordat ook zij onder hun eigen gewicht bezwijken. Een laatste punt: zet voor de 150 duizend mensen die nu in de ggz werken een aparte UWV-deur open. Er zijn veel zij-instromers in het onderwijs nodig, is dat niet veel leuker werk?
Ed van Hoorn is sinds 1980 activist in de ggz-cliëntenbeweging. Hij was onder meer voorzitter van de Cliëntenbond, hoofd van de afdeling belangenbehartiging van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie en bestuurder bij Roads.
Foto: Tony Blay (Flickr Creative Commons)