Waarom moet de ‘verwarde’ mens zo nodig ‘ontwarren’?

De officiële paniek over ‘verwarde mensen’ vertolkt duidelijk een grote angst van de heersers om niet iedereen in beeld te hebben. Karlijn Roex pleit voor minder controlezucht en meer openlaten.

Hiërarchie heeft behoefte aan directe duidelijkheid, aan niet-verwardheid. Elke leider wordt namelijk geconfronteerd met dezelfde uitdaging: of we het nu hebben over het hoofd van een klein dorp of de president van een grote staatssamenleving. Op de een of andere manier moeten leiders toch een bepaald beeld krijgen van de gemeenschap die zij regeren.

De mogelijkheid of onmogelijkheid om de bevolking te kennen en te begrijpen, oftewel, te ‘lezen’, kan leiders maken of breken. Leiders die hun bevolkingen niet in kaart kunnen brengen, kunnen bijvoorbeeld geen distributie van inkomsten coördineren, of omverwerping van het gezag door een opstandige massa voorkomen. Zij willen de bestuurde massa en territoria goed in kaart brengen.

De grootste bedreiging: onopgemerkte routines

De grootste bedreiging voor ieder regeerproject zijn daarom de onopgemerkte routines, onmeetbare massa’s en onoverzichtelijke sociale en fysieke landschappen – zo schrijft de Amerikaanse kritische antropoloog James Scott in zijn boek Seeing Like A State.

Toch is het juist de hiërarchische afstand die leiders het overzicht vaak belemmert. Een observatie vanaf een hiërarchische afstand maakt het onmogelijk om de rijke diversiteit en de creatieve chaos van het alledaagse leven in ogenschouw te nemen. Deze daadwerkelijk functionerende orde onthult zichzelf alleen onder gelijken, dat wil zeggen mensen die horizontaal met elkaar interacteren – stelt Scott.

In vaste hokjes passen

Maar dat alles heeft de overheidsmissie om grote populaties van bovenaf te regeren niet ontmoedigd. Staten zijn de complexe realiteit gaan simplificeren – de gigantische chaotische massa aan diverse individuen, groepen en ruimtes moet in vaste hokjes passen. Deze missie wordt vergemakkelijkt als gedrag in de samenleving ook daadwerkelijk wat uniformer wordt.

De Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han stelt in zijn boek Psychopolitiek: ‘Geheimen, vreemdheid of andersheid vormen hindernissen [...]’ en ‘worden [...] geleidelijk opgeheven.’[1] Door de geschiedenis heen zien we een grootschalige aanval op projecten die de lokale, horizontale orde belichamen. Daarvoor in de plaats dringt een uniforme, officiële orde zich op.

Een systeem dat bij slechts enkele praktijken past

Dit vastberaden structureren van de sociale en fysieke ruimte ten behoeve van het regeren, produceert helaas ‘ongewenste buitenstaanders’ – zo benadrukte onder andere de socioloog Zygmunt Bauman. ‘Sommige mensen’, stelde Bauman, ‘hebben meer kans’ gekregen ‘om de wereld te structureren en anderen meer kans om erdoor gestructureerd te worden.’[2]

Als gevolg is er een systeem gebouwd dat bij slechts enkele identiteiten en praktijken past, terwijl dit het andere juist uitsluit en onderdrukt. Bepaalde mensen worden in smalle hokjes geduwd die niet voor hen zijn. Zij vallen sneller tussen de officiële hokjes in.[3]

Politie registreert: rubriek overig

Met die achtergrond krijgt een gespreksfragment uit De Balie tussen debatmoderator Lennart Booij met politiechef en coördinator ‘Zorg en Veiligheid’ Anja Schouten ineens een interessante sociologische lading. Booij vraagt hier aan Schouten waarom de politie is begonnen met het bijhouden van aangetroffen ‘verwarde personen’ (E33-meldingen).

Schouten antwoordt daarop: ‘Aan het begin van de registratie was er nog geen hype. Politie registreert van alles wat wij doen. Er komt een diender terug op het bureau en die schrijft dan op: “wat heb ik vandaag gedaan. Nou, dit was een winkeldiefstal, dit was dit, dit was dat.” En dan bleef er een groep mensen over, of een groep handelingen over, waarvan je eigenlijk niet zo goed wist wat het was.’

Booij vult in: ‘De rubriek overig...’

De politiechef bevestigt: ‘Overig. ... E33.’[4]

Valse illusie van controle en leesbaarheid

Soms worden er voor deze ‘moeilijk categoriseerbare’ tussen-categorie-mensen weer speciale aparte categorieën bepaald, zoals in dit geval. Maar uiteindelijk geven die slechts een valse illusie van controle en leesbaarheid. Eigenlijk bevatten speciale categorieën voor de onbegrepen ander een impliciet commando aan de drager om naar een andere, meer gerespecteerde status te streven.

De persoon die ‘verward’ is, moet ‘ontwarren’. Deze groepen moeten weer leesbaar worden, anders zijn ze zogezegd gevaarlijk. Volgens de eerdergenoemde filosoof Han zou dit een gevolg zijn van de enorme behoefte van de macht om iedereen te lezen, in beeld te krijgen – hij noemt dit ‘het transparantiedispositief ’. ‘Een onderdeel van de economie van de transparantie is het onderdrukken van afwijkingen.’ – stelt hij.[5]

De officiële paniek over ‘verwarde mensen’ vertolkt duidelijk een grote angst van de heersers om niet iedereen in beeld te hebben. De kaart is incompleet. De letterlijke angst voor verwarring die zich uit in de creatie van een nieuwe figuur: de ‘verwarde persoon’. ‘Verwarde mensen moeten beter in beeld’, horen we al sinds 2012.[6]

Ophouden met nóg meer categorieën

Hoe bevrijden we ons uit een samenleving die ingericht wordt om steeds meer controle te houden, te vroegsignaleren, melden, uniform-maken – en die gewelddadige concepten bedenkt zoals de ‘verward persoon’? We zouden kunnen ophouden om het gebied tussen de categorieën vol te stouwen met nóg meer categorieën. Laten we het gewoon eens openlaten, zodat onze communicatie weer kan gaan stromen.

Om met de Nederlandse filosoof Henk Oosterling te spreken, is het tijd voor ‘inter-esse’ – ofwel het ‘tussen-zijn’. Ruimte bieden voor de activiteit in de inactiviteit, de bijdrage van niet-bijdragen, de orde in wanorde.

Deze sociale tussenruimten, waarin nog vrij kan worden gecommuniceerd met de abnormaliteit, geïmproviseerd buiten de lijntjes, bestaan gelukkig nog. Maar ze staan helaas onder druk, lopen gevaar, en verdienen het om actief verdedigd te worden.

Karlijn Roex is socioloog en auteur (www.karlijnroex.net/). Dit artikel is een ingekort en bijgewerkt fragment uit haar recent verschenen boek ‘In verwarde staat. Kritiek op een politiek van normaliteit.’ (2019, Amsterdam: Uitgeverij Lontano).

 

Noten:

[1] Han, B. C. (2015[2014]). Psychopolitiek. Neoliberalisme en de nieuwe machtstechnieken [E-book] (M. Hardoar & H. Driessen, Vert.). Amsterdam: Van Gennep, p. 16.

[2] Baumans ideëen verwoord door Mansson, N. (2008). Bauman on Strangers – Unwanted Peculiarities. In M. H. Jacobsen, & P. Poder (2008). The Sociology of Zygmunt Bauman – Challenges and Critique. (pp. 155-171). London: Routledge, p. 158.

[3] Ibid.

[4] Gekte op straat [Interview]. Debatprogramma De Balie (2019, 6 maart). Amsterdam. Geraadpleegd van https://debalie.nl/agenda/gekte-op-straat/

[5] Han, B. C. (2015[2014]). Psychopolitiek. Neoliberalisme en de nieuwe machtstechnieken [E-book] (M. Hardoar & H. Driessen, Vert.). Amsterdam: Van Gennep, p. 10.

[6] Redactie. (2012, 29 februari) PvdA will verwarde mensen beter in beeld. Zorgwelzijn.nl. Geraadpleegd 10 oktober 2018 van https://www.zorgwelzijn.nl/pvda-wil-verwarde-mensen-beter-in-beeld-zwz017783w/

 

Foto: id-iom (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 5101 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (7)

  1. 2 jaar geleden is een studievriend in Londen, onderweg naar de brievenbus om de geboortekaartjes van zijn eerste kind op de bus te doen, vlak voor zijn woning doodgestoken door een zogenoemd verward persoon. De man hoorde stemmen en dacht achterna gezeten te worden door duivels.

    Om dezelfde redenen die u aandraagt dat deze groep het verdiend om actief beschermd te worden, had ik die bescherming ook voor mijn niet-verwarde vriend gewenst.

  2. Allereerst, dit artikel is ironisch genoeg nogal binnen de lijntjes van de sociale theorie; de sociale wereld vangen in termen van machtsrelaties. Het klinkt altijd sympathiek. Echter, de klassieke denkfout van het verwarren (pun intended) van epistemologie en moraal in deze analyse maakt dat het betoog nogal rammelt. Ik hoop dat mevrouw Roex niet alleen naar De Balie gesprekken luistert en daarbij de genesis van categorieën optekent, maar wellicht gewoon eens een paar dagen met de politie op straat meeloopt. Mijn vermoeden is dat dan vrij snel duidelijk wordt dat haar theoretische wens voor ongeordende, on-ontwarde mensen die spontaan het heersende regime uitdagen moreel nogal dubieus uitpakt voor zowel de persoon in kwestie als voor de omgeving. Tuurlijk is categorievorming een uiting van ordening, en is ordening een uiting van een zekere macht. Maar zoals nu betoogt staat er eigenlijk: Wie denkt de dokter wel niet dat hij is om de patient een patient te noemen en een zieke te zeggen dat hij ziek is, daarmee creeer je juist een zieke patient, terwijl er eigenlijk helemaal niets mis is maar wij kunnen gewoon niet verdragen dat iemand niet on-gezond is. Tja.

  3. Geachte heer Hofmeijer,

    Toen ik 18 jaar was werd een vriend van mij doodgereden door een dronken automobilist. Zou u hetzelfde argument willen gebruiken tegen automobilisten en tegen mensen die alcohol gebruiken?

    Ik ben het niet eens met mevrouw Roex dat het probleem veroorzaakt wordt door –de behoefte aan– hiërarchie en controle (er is bijvoorbeeld maatschappelijk telkens minder begrip voor en acceptatie van mensen die ‘anders’ zijn), maar ze heeft volledig gelijk dat het een probleem is om deze mensen aldus te categoriseren.
    Net zo goed als het overgrote deel van de automobilisten nooit iemand doodrijdt en het overgrote deel van de alcohol-gebruikers nooit iemand iets aandoet, doet ook het overgrote deel van de mensen die gecategoriseerd worden als zijnde “verward persoon” nooit iemand iets aan.

    Het soort retoriek dat u er op na houdt leidt enkel tot meer stigma over, en het verspreiden van ongefundeerde angst voor over het algemeen onschuldige en uiterst kwetsbare mensen. Het draagt helemaal niets bij aan de bescherming van wie dan ook. Deze retoriek is enkel mogelijk doordat u een gemakkelijke categorie hebt waar u deze mensen in kunt plaatsen, en door ze in deze categorie te plaatsen ontneemt men ze van hun menselijkheid (dehumaniseren). Helaas heeft de geschiedenis tal van voorbeelden waar dit dehumaniseren toe kan leiden, en geen daarvan zijn mooi.

    Acute psychische nood komt bijna altijd voort uit een vorm van wanhoop, ongeacht of deze wanhoop reëel is of “slechts” een product van iemands verbeelding of geestesstoornis. Het enige dat je categorisch over deze mensen kunt zeggen, is dat ze allemaal op de één of andere wijze hulp nodig hebben.

    Voor het overige zijn het allemaal unieke mensen, die allemaal het recht hebben om op hun eigen merites beoordeeld te worden. Net als u dat voor uzelf wenst.

  4. Karlijn Roex doet een behartigenswaardige oproep om te voorkomen dat we alles en iedereen gecategoriseerd over één kam scheren. Ze doet een oproep om te proberen mensen die niet zo gemakkelijk zijn te verstaan, op zo’n manier tegemoet te treden dat de omstander in contact met hem/haar komt. Iedereen kan zijn eigen mening hebben over de onderbouwing van deze oproep – elke onderbouwing in kort bestek is per definitie eenzijdig of smalsporig, want er is altijd veel meer over het onderwerp te zeggen.
    Karlijn Roex hoef je niet voor te houden dat de ervaring van de dood van een studievriend in Londen een afschuwelijke ervaring is. Karlijn Roex hoef je ook niet te vertellen wat epistemologie en ethiek is. En over die dronken automobilist: geen goed woord voor over; ook van Karlijn niet – denk ik. Waarom zouden we klokkenluiders op zo’n manier behandelen dat ze na het luiden van de klok naar een aardse hel mogen wandelen? Waarom zouden we de poging van Karlijn Roex ter plekke schofferen zonder het gesprek met haar aan te gaan om te leren verstaan wat zij op deze manier heeft willen zeggen?
    Hoe ik dat weet? Ik heb vorige week uitgebreid met Karlijn kunnen spreken. Tussen ons ontstond een vulling van de tussenruimte op basis van wederzijdse interesse, zonder de ander ter verantwoording te roepen of te knevelen met je eigen gedachten en meningen.

  5. Uit oogpunt van bestuurlijke beheersbaarheid door de (politieke) machtshebbers is het vaststellen van ‘normaliteit’ een corebusiness.
    Alles wat niet volgens de norm is wordt dan een bron van aandacht om sociale interventies hiertegen te organiseren.

  6. Reactie op Midas Dutij. De denkfout dit u maakt is te veronderstellen dat moraal en epistemologie los van elkaar staan waarin denken, doen en handelen van de arts een zuiver epistemologisch gegeven is ten opzichte van de patiënt. Tussen Rede en Waanzin, wordt de ‘patiënt’ voortdurend met de redelijke arts geconfronteerd die voortdurend laveert tussen waarde en feit. Juist dit vermogen om uit deze twee vaatjes tegelijk te tappen, heeft de arts, de belichaming van autoriteit en deskundigheid, het machtsmiddel om de patiënt buiten de communicatie te houden. Het is interessant juist hier om inzicht te krijgen in de uitsluitingsprincipes en welke middelen gehanteerd worden om deze uitsluiting te effecturen. Doel van de arts, de representant van het redelijke, autoriteit en deskundigheid, is om dat macht over de communicatie in handen te krijgen. De arts is in ingebed in een sociale context van collectief en instituties, juist dit collectief en instituties zijn het machtsmiddel van de arts om zijn macht uit te oefenen over de patiënt waarin hij collectief en instituties kan mobiliseren, waarin de overreding van de arts naar collectief en instituties gepaard gaan met een voortdurend laveren tussen waarde en feit. Tussen Rede en Waanzin voert de waanzinnige altijd een ongelijke strijd, in welke context dan ook omdat nu eenmaal de arts belichaming is van het redelijke, autoriteit en deskundigheid. Gesteld dat er sprake is van tegengestelde belangen, de waanzinnige kan geconfronteerd worden met het tegengesteld belang van de arts, het collectief of institutie, in het ergste geval met alle drie, dan heeft de waanzinnige een diepgaand probleem, namelijk dat het redelijke verstand de waanzinnige aan de kant van de waanzin wil houden, met alle gevolgen van dien. Juist in een tijd waarin wij leven, waar het individu, uitgedrukt als de algemene wil, vindt dat de maatschappij tegen het individu beschermt worden wordt de positie van de waanzinnige steeds problematischer. De arts kan in dit verhaal ook vervangen worden door multi-disciplinair team, interventieteam waardoor de positie van de waanzinnige dubbel zo penibel maakt. Ik denk dat u over het hoofd ziet dat de maatschappij patiënten maakt, waarbij bij de Rede vaak het redelijke verstand ontbreekt.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *