Ouders zoeken samenwerking met school: doe dat niet als consument

Ouders willen door de school van hun kind geïnformeerd én gehoord worden. Ze zoeken de  samenwerking met school. Dat gaat niet van leien dakje. Een obstakel is dat ouders zich opstellen als consument. Beter zou zijn dat ze de school als een gemeenschap zien waar zij met andere ouders mede vorm aan kunnen geven.

Dat is een van de conclusies van de Staat van de Ouder 2017 waarin een beeld wordt geschetst van ervaringen en opvattingen van ouders met kinderen in het funderend onderwijs. De Staat van de Ouder komt dit jaar voor het eerst uit en wordt gelijktijdig gepresenteerd met de Staat van het Onderwijs van de Inspectie van het Onderwijs.

Door middel van een enquête en groepsgesprekken zijn ouders ondervraagd op vijf thema's: pesten, privacy, overgangen en aansluitingen, schooltijden, en de ruimte voor betrokkenheid en participatie. In grote lijnen is het beeld behoorlijk positief: 90 procent van de ouders is ‘tevreden’ tot ‘neutraal’ over de kwaliteit van het onderwijs van hun kind, en 72 procent omschrijft de relatie met de school als ‘goed’ tot ‘zeer goed’, tegen 12 procent ‘matig’ tot ‘slecht’ (ouders met zorgkinderen zijn het meest kritisch; zie De bomen en het bos).

Vervolgens hebben ouders over concrete zaken allerlei wensen en ook ideeën, die weliswaar zeer uiteen kunnen lopen, maar waarin wel een duidelijke rode draad is te ontdekken: ouders willen geïnformeerd, gehoord en zo nodig bij de hand genomen worden. Ouders willen graag meer samenwerken met school. Maar dan beginnen de problemen, want hoe doe je dat?

Partnerschap als een individuele relatie tussen school en ouders

Beleidsmakers hebben al weer jaren geleden de term ‘partnerschap’ bedacht. Daarmee is niet meer gezegd dan dat ouders en school het samen moeten doen. De Staat van de Ouder laat zien dat ouders worstelen met het vormgeven van die samenwerking. Wat vooral opvalt, is dat ouders er een eenzaam avontuur van maken.

Ouders zoeken de samenwerking in een individuele relatie met school. In de contacten met school staat bijna altijd het eigen kind centraal; de klas en school zijn ruis, om het oneerbiedig te zeggen. Dit geheel in aansluiting bij de individualisering van het onderwijs, waarbij maatwerk voor elk kind wordt beloofd.

Ouders zijn geneigd problemen als pesten of privacy te zien als iets wat alleen hun kind overkomt. Ze zien het niet als een probleem dat ze delen met andere ouders en waar ze misschien samen een antwoord op kunnen vinden. Voor een oplossing kijken ouders niet naar andere ouders maar vooral naar de school.

Scholen hebben de handen vol aan deze intensivering van het individuele contact. Dat is mogelijk een verklaring voor hun afwerende houding, waar sommige ouders over klagen. Bovendien dreigt dat ouders onderling gaan concurreren om de schaarse tijd van school en leerkracht – assertiviteit loont, zoals een ouder vaststelde. Sowieso vraagt het onderhouden van zo’n individuele relatie kwaliteiten van ouders. Het is allemaal niet bevorderlijk voor gelijke kansen.

Onderwijs is een collectief goed

Wellicht dat ouders geen alternatief zien voor een samenwerking op eigen houtje. Veel ouderorganisaties zijn er niet en die er zijn staan op grote afstand. Dichtbij op schoolniveau is de formele zeggenschap van de MR niet wat ouders zoeken. Het alternatief moet niettemin op school gezocht worden – en wel bij de andere ouders.

De Onderwijsraad bepleitte in het advies Ouders als partners van enige jaren geleden dat ouders zich zelf minder gaan zien als een consument van onderwijs en meer als lid van een gemeenschap: de school. Onderwijs is tenslotte geen individueel maar een collectief goed. Kinderen zitten samen op school, bij elkaar in de klas en krijgen samen les. Ouders zouden zich met elkaar kunnen verbinden, aldus de Onderwijsraad, in ouderverbanden op klas-, bouw- of schoolniveau. En van daaruit als gezamenlijke ouders de samenwerking zoeken met leerkracht en school. Op die manier wordt het partnerschap minder individueel en meer collectief ingevuld. Ouders als partners, van elkaar en van school.

De kinderen en ouders van één klas of één school hebben niet per se dezelfde belangen en zeker niet dezelfde opvattingen. In ouderverbanden per klas of school worden ouders geprikkeld over hun eigen muurtjes heen te kijken. Samen bedenken hoe je pesten aanpakt of hoe je de tot totstandkoming van het schooladvies transparanter kan maken en daarmee naar de leerkracht of de school stappen. Scholen kunnen hierbij helpen door de totstandkoming van ouderverbanden te stimuleren. Vooral ook door zich open te stellen voor ouders die op die manier het partnerschap zoeken.

Inspirerend om ervaringen te delen

De goede voorbeelden om bij aan te sluiten zijn er: ouders die zelf verbeterteams oprichten die op thema’s met de school in permanent gesprek gaan, ouders die zelf een talentendag organiseren, een MR die zijn taakopvatting verruimt en het luizenprobleem naar zich toetrekt.

Het advies van de Onderwijsraad is uit 2010 maar heeft aan actualiteit niets ingeboet. Ouders verlangen naar samenwerking met school, maar zoeken een vorm. De ouders die in het kader van de Staat van de Ouder meededen aan de groepsgesprekken vonden het verfrissend en inspirerend om een keer hun ervaringen te delen met andere ouders.

Madelon Vriezen is zelfstandig onderzoeker met een focus op ouders en kinderen; Jelle van der Meer is freelance journalist, van hem verscheen onlangs ook: De bomen en het bos. Leraren en ouders over passend onderwijs.

De Staat van de Ouder 2017 is hier beschikbaar.

Zie ook: www.socialevraagstukken.nl/maatwerk-in-onderwijs-al-die-oogappeltjes-zitten-wel-samen-in-een-klas/

 

Foto: Afferden LB (Flickr Creative Commons)