Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) vormen een bonte optocht van directeur-grootaandeelhouders, zelfstandige landbouwers, schilders en stukadoors, ICT’ers, hybride ondernemers en dienstverleners. Onder die vele, verschillende zzp’ers zijn er bovendien die bewust hebben gekozen voor het ondernemerschap en anderen die er in mindere of meerdere mate toe zijn gedwongen. Uit recent onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut en het Centraal Planbureau (CPB) blijkt dat er de komende 20 jaar zelfs bij een (gedeeltelijke) afbouw van (fiscale) faciliteiten nog veel zelfstandigen zonder personeel bijkomen. De schatting is dat het huidige aantal, 760 duizend, in 2030 met ruim een kwart tot 950 duizend zal zijn toegenomen.
Is collectieve verzekering tegen beroepsrisico’s voor zzp’ers gewenst?
In het huidige sociaal zekerheidsstelsel hebben zzp’ers net als andere burgers recht op volksverzekeringen, zoals de AOW. Ook zijn ze verzekerd tegen de ziektekosten (ZVW) en is er een bijstandsregeling specifiek voor zzp’ers (BBZ). Als het gaat om risico’s zoals werkloosheid, kennisveroudering en arbeidsongeschiktheid hebben zzp’ers echter geen recht op werknemersverzekeringen. Ze zijn daarvoor voornamelijk aangewezen op de private verzekeringsmarkt of op specifieke, door de eigen koepels getroffen regelingen.
Zou dat in de toekomst anders moeten? Voor een antwoord op die vraag kijken we op zowel macro-, meso- en microniveau naar de drie belangrijke ‘beroepsrisico’s’: arbeidsongeschiktheid, kennisveroudering en ouderdom.
Arbeidsongeschiktheidsrisico
Om te beginnen de arbeidsongeschiktheid: zzp’ers zijn nu zelf verantwoordelijk voor het afdekken van dit beroepsrisico. Uit onderzoek blijkt dat slechts de helft van de zzp’ers zich tegen arbeidsongeschiktheid heeft verzekerd. De andere helft is dus om welke reden dan ook onverzekerd en daardoor lopen zowel de individuele zzp’er als de samenleving een groot risico. Om het risico op arbeidsongeschiktheid op microniveau straks beter af te dekken, zou een verzekering hiertegen verplicht kunnen worden gesteld. Punt is echter dat dit haaks staat op de behoefte van zzp’ers aan autonomie en keuzevrijheid.
Een tweede alternatief is een opt-in mogelijkheid in het collectieve systeem, maar stuit op problemen van ‘averechtse selectie’. Ofwel zelfstandigen die hogere risico’s lopen, zullen ervoor zullen kiezen om zich te verzekeren, terwijl degenen met ‘lagere risico’s’ er vaker van zullen afzien. En daarmee wordt de solidariteit en betaalbaarheid van het systeem ondergraven. Het lijkt eerder voor de hand te liggen om het huidige systeem in stand te houden. Ook al omdat, naast de bestaande mogelijkheden bij het UWV en de private verzekeringsmarkt, steeds meer zzp’ers, via bijvoorbeeld broodfondsen, op microniveau risico’s met elkaar delen. Wat wel moet veranderen, is dat er een groter bewustzijn komt onder zzp’ers over arbeidsongeschiktheid; de zzp-koepels zouden daar een belangrijke rol bij kunnen vervullen.
Kennisverouderingsrisico
Wat wel anders zou moeten, is het nadenken over het risico van kennisveroudering. Nu is het zo dat een zzp’er zelf zijn scholing betaalt. Zou er een vrijwillige verzekering voor zzp’ers worden opgezet, dan loert ook hier het gevaar van averechtse selectie. Een gerichte aanpak op dit mesoniveau lijkt meer voor de hand te liggen, vooral in sectoren als zorg en ICT, die gevoelig zijn voor kennisveroudering en te maken krijgen met personeelstekorten. Zowel zzp’ers als opdrachtgevers hebben een gemeenschappelijk belang bij specifieke scholingsarrangementen. Daarbij kan gedacht worden aan aansluiting van zzp’ers via de bestaande O&O-fondsen.
Ouderdomsrisico
Tenslotte is bekend dat bijna de helft van de zzp’ers niet of te weinig aan pensioenopbouw doet. Een mogelijke macro-oplossing zou kunnen zijn dat zzp’ers in collectief verband pensioen opbouwen. Aangezien zzp’ers een vergelijkbaar risico lopen (iedereen wordt oud) en de betaalbaarheid van het basispensioen (AOW) onder druk staat, zal de overgrote meerderheid er, mede gelet op de kostenvoordelen, zeker voor kiezen om collectief pensioen op te bouwen.
Pleidooi voor nieuwe benadering
Samenvattend luidt de conclusie dat er in het bestaande stelsel van sociale zekerheid betrekkelijk weinig ruimte bestaat voor de zzp’ers. Op basis van ons onderzoek pleiten we daarom voor een nieuwe benadering, op zowel macro-, meso- als microniveau. Op macro-niveau ligt het voor de hand om zzp’ers te ondersteunen bij hun pensioenopbouw door een collectieve (premie-)pensioeninstelling voor zzp’ers mogelijk te maken. Verschillende politieke partijen oriënteren zich al op het indienen van een wetsvoorstel daartoe. Op meso-niveau lijkt een sectorale benadering via openstelling van de O&O-fondsen een voor de hand liggend instrument. Onder het microniveau scharen we de bestaande verzekeringsmogelijkheden en de ‘spontane’ initiatieven van zzp’ers zelf. Een dergelijk, gelaagd sociaal model past wat ons betreft veel meer bij de actuele en toekomstige arbeidsmarkt.
Fabian Dekker is onderzoeker arbeid en ondernemerschap bij het Verwey-Jonker Instituut. Het onderzoek ‘Zzp’ers en het sociale stelsel: op weg naar herziening?’ is vanaf januari 2013 te downloaden via http://www.verwey-jonker.nl.