COLUMN Hou je mensen in dienst in zorg en welzijn

Wat betekent de opmars van het flexwerk voor onze kinderen in de kinderopvang, ouderen in de thuiszorg, of actieve burgers in de wijk? Daar waar geen producten worden gemaakt maar relaties worden gevormd?

Iedereen heeft inmiddels te maken met flexibel werk. Misschien heb je zelf een los contract, of je kind, en anders heb je wel een partner die zzp’er is. In Nederland heeft een op de vijf werknemers een tijdelijk contract. De nadelen voor onze werkenden zijn inmiddels breed in beeld: financiële stress, minder scholing, en uitstel van kinderen. Maar wat betekent al dat geflex eigenlijk voor onze kinderen in de kinderopvang, ouderen in de thuiszorg, of actieve burgers in de wijk? Ook als burger heeft iedereen inmiddels te maken met flex.

Flexibilisering is heus niet altijd een probleem voor het werk, dat ligt aan de aard van het werk. Bij het opstarten van een creatief project past het prima. En hoe vervelend een flexcontract misschien is voor een orderpicker bij bol.com, eerlijk gezegd merk je er thuis weinig van als je je pakketje uitpakt.

In de wereld van zorg en welzijn worden geen producten gefabriceerd

Maar anders dan sommige marktwerkingideologen soms denken; in de wereld van zorg en welzijn worden geen producten gefabriceerd. Er worden ‘relaties gevormd’. En het samenspel tussen professional en cliënt bepaalt de kwaliteit ervan.

In de kinderopvang bijvoorbeeld, waar 40 procent van de medewerkers een tijdelijk contract heeft, zijn ouders best positief over de kwaliteit, maar ze hekelen de voortdurende personeelswisselingen. Voordat je naar je werk gaat, moet je je lieve Sem weer in handen geven van een vreemde. Volgens hoogleraar Kinderopvang Ruben Fukkink zijn Nederlandse kinderen ‘kampioen in vreemde gezichten onthouden’.

Die vele vreemde gezichten zijn ook een terugkerende klacht van thuiszorgcliënten. Een meneer laat mij het boekje zien dat hij sinds een jaar bijhoudt om de namen te kunnen onthouden. Het zijn er meer dan veertig; het begint met Fouzia en eindigt met Anna. Allemaal reuze aardig, vertelt hij, maar met niemand kon hij ‘iets opbouwen’.

In onderzoek van het CAOP, Tijdelijke contracten, structureel werk?, worden evengoed zorgen gesignaleerd van medewerkers over de kwaliteit: tijdelijke krachten kennen de cliënten en de protocollen onvoldoende. En het kan ook goed misgaan. Het aantal incidenten in de verstandelijk gehandicaptenzorg neemt toe. De vele personeelswisselingen, schrijft vakbond CNV, zijn een bron van agressie.

In zorg en welzijn draait het steeds meer om samenwerken

Werken in zorg en welzijn draait bovendien steeds meer om doorverwijzen en samenwerken. Dat schiet niet op als je steeds een nieuw ‘aanspreekpunt’ hebt en elk coördinatieoverleg begint met een voorstelrondje. Zorg en welzijn heeft ankers nodig, een vast gezicht van vlees en bloed. Bij iedere warme overdracht zakt de temperatuur verder naar het vriespunt.

Een manager in de thuiszorg vertelt dat ze nu eenmaal geen ‘voorraad’ kunnen aanhouden, daarmee in wonderlijke bewoordingen doelend op hun kostbaarste bezit: de professionals (zie Voor de zekerheid, WRR 2017).

Met flex spelen zorg- en welzijnsorganisaties, paradoxaal, op zekerheid. De financiering is zelden langdurig of stabiel, en is afhankelijk van allerlei fluctuerende factoren: het aantal cliënten, jaarlijks veranderende financieringsafspraken, projectgelden, en de gemeentelijke aanbestedingsregels. Verzekeraars en nationale en lokale overheid bieden zelfs geen vastigheid. Alles moet elke keer opnieuw zo efficiënt en goedkoop mogelijk. Ook een wens natuurlijk, van ons – de burgers.

Er is een parallel pad nodig

Blijkbaar snappen we onvoldoende dat flexwerk tegenstrijdig is aan de, ietwat saaie, kenmerken van goede zorg en welzijn zoals: voorspelbaarheid, continuïteit en stabiliteit. Losse contracten passen simpelweg niet bij de aard van het werk.

Misschien worden organisaties door de schreeuwende personeelstekorten meer gedwongen om hun professionals te koesteren. De zzp’ers, een ander gezicht van flex, zijn niet voor niets in opmars. Ze eisen hogere lonen en hopen dat ze als ‘eigen baas’ wel aan hun eigen professionele normen kunnen voldoen.

Maar er is ook een parallel pad nodig. Namens alle hulpbehoevende cliënten, kinderen en ouders, actieve burgers in de wijk: hou alsjeblieft je mensen vast.

Monique Kremer is hoogleraar Actief Burgerschap en werkzaam bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)

Foto: Christiana Rivers via Unsplash