INTERVIEW Paul Verhaeghe: ‘Steeds meer mensen met permanente stress’

De cijfers rond burn-out en depressie pieken. Volgens de Vlaamse psycholoog Paul Verhaeghe doet een ontspoorde neoliberale samenleving ons meer kwaad dan goed. Maar na wanhoop is er hoop: ‘De klimaatcrisis kan een gamechanger zijn.’

Naast professor klinische psychologie en psychotherapie is Paul Verhaeghe een intensief boekenblogger, succesvol auteur en veelgevraagd spreker. Op 14 november 2023 is hij te gast in debatpodium Arminius in Rotterdam. Hij geeft treffende woorden aan en scherpe verklaringen voor wat veel mensen ervaren. Ze verliezen zichzelf in deze samenleving en vallen uit.

‘Psychologie moet breder kijken dan het individu’

Volgens hem gaan mensen niet door de knieën door een gebrek aan veerkracht of doorzettingsvermogen, wel door de permanente stress die een meedogenloze ratrace hen oplegt. Vanuit zijn rijke onderzoeksexpertise én zijn gesprekken met patiënten, werkte hij dat uit in zijn recente boek ‘Onbehagen’.

Als psychotherapeut ben je kritisch voor onze samenleving. Voor een psycholoog is dat niet evident.

‘Toen ik eind jaren ’70 psychologie studeerde, zat die wetenschap opgesloten binnen de grenzen van het individu. Voor verklaringen van gedragsproblemen werd gekeken in de richting van biologie en geneeskunde. Hoe meer ik mijn academische loopbaan en eigen therapiepraktijk uitbouwde, hoe meer ik vaststelde dat we breder moesten kijken.

Vooral vanaf de jaren 2000 zag ik in mijn therapeutische praktijk mensen worstelen met hun plaats in een snel evoluerende samenleving. En al maak je mensen niet gelukkiger door tijdens een therapiesessie te zeggen dat ze het slachtoffer zijn van de neoliberale samenleving, toch ontbrak in de psychologie het perspectief om ook de samenleving in beeld te brengen.

Ik heb me steeds verder verdiept in dat braakliggende terrein en greep alle kansen om mijn inzicht te delen. Aan de Universiteit Gent werkte ik voor studenten psychologie het vak ‘Cultuur en Maatschappijkritiek’ uit. In mijn boek ‘Onbehagen’ probeer ik een grote lezersgroep mee te nemen.’

Waarom is dat onbehagen zo belangrijk om problemen van mensen te begrijpen?

‘Voor psychologen is onbehagen geen onbekend begrip: in mijn boek bouw ik verder op de inzichten van de Weense psychiater Sigmund Freud, grondlegger van de psychoanalyse. Onbehagen is eigen aan de mens omdat we verdeelde wezens zijn. Wie ik ben en wat ik wil, ligt niet alleen opgesloten in mezelf. Doorheen mijn leven kom ik allerlei anderen tegen: ouders, collega’s of andere mensen aan wiens verwachtingen ik soms wel en soms niet kan voldoen.

Dat schuren tussen de ambities en verwachtingen van ‘ik’ en ‘wij’ geeft een gevoel van onbehagen. Daar is niks mis mee. Een wereld zonder onbehagen is onmogelijk, alleen zullen de vorm en de intensiteit ervan verschillen, afhankelijk van de maatschappij waarin je leeft.’

Vandaag is er iets aan de hand met dat onbehagen. Verontrustend zijn de berichten over depressie, burn-out, langdurige ziektes… Is het zo erg? 

‘Er is een toename van het aantal mensen dat uitvalt. Die vaststelling is niet gebaseerd op mijn buikgevoel of blinde ideologie, maar wel op wetenschappelijke studies. De afgelopen twintig jaar zijn er meer langdurig zieken en neemt het aantal psychologische problemen toe. Ook het aantal lichamelijke klachten die te maken hebben met een achterliggende psychosociale aandoening is in opmars.

‘Vraag jonge ouders een dagboek bij te houden en je zal meteen lezen wat ik bedoel’

Die combinatie van psychische en lichamelijke klachten is niet nieuw voor psychologen. We kennen ze vanuit de problematiek van posttraumatische stress, bijvoorbeeld na misbruik, een dramatische natuurramp of oorlogsgruwel.

Wel nieuw is de veralgemening van deze problematiek. Steeds meer mensen kunnen niet langer ontsnappen aan een toestand van permanente stress. Ze hollen van hier naar daar en op het einde van de dag voelen ze nog steeds dat het niet voldoende was. Maanden of jaren overleven met zo’n hoog stressniveau doe je niet ongestraft. Vraag aan jonge ouders om een dagboek bij te houden en je kan lezen wat ik bedoel.’

Vroeger was er amper sprake van depressie of burn-out. Was het toen zo veel beter?

‘Toen mijn ouders opgroeiden, zag het leven er heel anders uit. Ze konden hun ambities en talenten niet ontwikkelen omdat hun wieg op het platteland of aan de fabriekspoort stond. Jonge vrouwen waren voorbestemd tot kroostrijke moeders aan de haard. Voor familiaal geweld of ongelukkige relaties was er geen uitweg: echtscheiding was not done.

‘Ik zal de laatste zijn om vrouwen terug naar de haard te sturen’

Te veel mensen zaten opgesloten in een kooi. De oplossing ligt niet in een nostalgische terugkeer naar hoe het vroeger was. Ik zal de laatste zijn om vrouwen terug naar de haard te sturen. Voor die vrijheid hebben onze ouders en voorouders hard gestreden. Vandaag hebben mensen de ruimte om eigen keuzes te maken die kunnen afwijken van wat je ouders of mijnheer pastoor van je verwachten.’

Hoe ervaarde de jonge Paul Verhaeghe dat zelf?

‘Ik had het geluk te ervaren hoe die kooi stilaan openging. Mijn ouders waren de schoenmakers van het dorp. In de winkel en aan de keukentafel voelde ik veel optimisme: er was economische vooruitgang, er hingen geen donkere wolken van oorlog of klimaatcrisis. Mensen trokken zich steeds minder aan van de zondagse donderpreek.

De vier kinderen van de schoenmaker konden verder studeren. Was ik tien jaar vroeger geboren, dan zag mijn leven er heel anders uit. Ook op materieel vlak is er enorme vooruitgang geboekt. Mijn vader is intussen 92 jaar en de materiële dingen die hij als kind moest missen, zijn er nu in overvloed. Ondanks die vooruitgang zijn we er als samenleving niet gelukkiger op geworden.’

Waar liep het mis?

‘We namen enorme stappen op vlak van emancipatie en welvaart. Maar niets blijft duren. In 1980 brak de oliecrisis uit. De economische crisis die daarop volgde, doorprikte de illusie van tomeloze groei. Ook de oorlogsdreiging dook opnieuw op: in 1983 gingen we massaal betogen tegen kernraketten.

Er nestelde zich twijfel in onze samenleving, maar we vonden geen antwoorden meer. Vroeger zou geloof deze lacune ingevuld hebben, maar dat hadden we zonet van ons afgeworpen.’

‘Te veel mensen voelen zich uitgeperste citroenen, worden ziek en gooien de handdoek in de ring’

‘In die context van existentiële leegte dicteren economische wetmatigheden hoe mensen geplooid moeten worden om materiële groei overeind te houden. Vooraan staat wie in concurrentie met anderen meedogenloos zijn professionele ambities realiseert of aan het einde van de maand vlotjes zijn targets haalt.’

Op vlak van welzijn betalen we daar een hoge prijs voor?

‘De gevolgen zijn onmiskenbaar. Te veel mensen voelen zich uitgeperste citroenen, worden ziek en gooien de handdoek in de ring.

‘Beslissingen die ons allemaal aangaan, worden aangestuurd vanuit multinationals, niet vanuit wat de burger wil’

De huidige samenleving schuurt stevig met wat heel wat mensen zelf willen. Het onbehagen is groot. Velen ervaren dat ze niet gelukkiger worden van economische groei. Een kleine groep passeert langs de beurs voor meer winstuitkeringen. Maar een grotere wankelt meer dan ooit in het gezin, op het werk of in de therapieruimte.’

Politici zijn belangrijke architecten van onze samenleving. Kunnen zij het tij keren?

‘Op dat vlak ben ik pessimistisch. Eigen aan het neoliberalisme is dat ook politieke instellingen en hun vertegenwoordigers aangetast zijn door deze economische dominantie. Beslissingen die ons allemaal aangaan worden aangestuurd vanuit multinationals, niet vanuit wat de burger wil.

In de media duiken dagelijks berichten op die deze nefaste dynamiek bevestigen. Veel mensen willen een grondige fiscale hervorming. Maar politici vinden altijd redenen om die toch niet door te duwen. Nog meer mensen zijn bezorgd over het klimaat, terwijl onze politici naar de pijpen dansen van vervuilende industriële concerns.

Logisch dat mensen zich niet meer verbonden voelen met hun overheid en afhaken. Niemand die er nog aan twijfelt dat complottheorieën de komende tijd nog meer wind in de zeilen krijgen. En helaas kunnen we ook de uitslag van de komende verkiezingen nu al voorspellen.’

Je klinkt inderdaad pessimistisch. Kunnen enthousiaste mensen en slimme organisaties dan niet het verschil maken?

‘Uiteraard kunnen mensen het verschil maken. Dat gebeurt elke dag in de geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg, jeugdhulp of armoedebestrijding. Toch moet ook gezegd worden dat onze samenleving tekortschiet in het zorg dragen voor hulpbehoevenden.

Wij leven in België in een van de vijf rijkste landen ter wereld. We investeren enorm veel gemeenschapsmiddelen om een bedrijf als Ineos op onze bodem te houden. Mijn grote zorg is dat we niet meer investeren in kinderen. Ik vind dat onbegrijpelijk. Mocht je gedurende tien jaar voldoende investeren in de eerste vijf levensjaren van kinderen, dan zullen er enkele jaren later in de jeugdhulp of -psychiatrie een stuk minder dramatische verhalen te rapen vallen.

Dat los je niet alleen op met een financiële injectie in een gehavende kinderopvang. Veel jeugdwerkers, leerkrachten, begeleiders, psychologen of psychiatrisch verpleegkundigen maken dagelijks het verschil, ondanks de overheid.’

Zie je een crisis dan niet als een kans?

‘Verandering komt vanuit crisis, maar die is momenteel nog niet diep genoeg. Er wordt langs alle kanten gepleit voor een economie die minder ondermijnend is voor mens en klimaat.Toch blijven de beurzen voorlopig van bovenaf aan de touwtjes trekken.

‘Lege kerken zijn voor mij geen probleem, maar wel als er niets in de plaats komt’

De Nederlandse historicus Bas van Bavel onderzoekt grote transities in vrijemarktsamenlevingen. Hij besluit dat een echte verandering pas volgt na een complete implosie. Al davert onze samenleving stevig op haar grondvesten, we zitten nog niet op de bodem.’

Hoe zie jij dat verder evolueren?

‘Velen zijn zoekende, ook ik. Lege kerken zijn voor mij geen probleem, maar wel als er niets in de plaats komt. De leegte op vlak van zingeving weegt zwaar. Positief geformuleerd: om uit de crisis te geraken, zullen we aandacht moeten hebben voor wat ons verbindt.

De klimaatcrisis kan een gamechanger zijn. We ervaren dagelijks dat we onze planeet en onszelf om zeep helpen. Ik zie onze ecologische bezorgdheid als een nieuwe vorm van betekenisgeving: beter zorgen voor het klimaat en dus voor onze medemens en onszelf. Dat drukt krachtig uit dat we deel uitmaken van een groter geheel waarin we ons meer bescheiden en nederig moeten opstellen.’

Politici gaan die nieuwe kar niet trekken?

‘Nieuwe krijtlijnen zullen van onderuit getekend worden. Kijk naar de burgerbewegingen die als paddenstoelen uit de grond schieten. Mensen wachten niet op een overheid die niet thuis geeft, maar nemen het roer zelf in handen.

‘Nieuwe krijtlijnen zullen van onderuit getekend worden’

Ik zie dat ook bij mijn kinderen en kleinkinderen: jonge mensen hebben het gehad met een vernietigend stressvol leven. Ze maken bewuste keuzes die hen meer ademruimte geven. Een goedbetaalde job is niet per se hun voornaamste doel. Ze hoeven geen dure auto of groot huis meer. Ze werken deeltijds, verplaatsen zich met de fiets, eten minder vlees en gaan als vrijwilliger aan de slag in het woonzorgcentrum.’

Wat met de groep mensen die in armoede leeft en dergelijke keuzes niet kan maken?

‘Het klopt dat mijn kinderen in een geprivilegieerde situatie leven. Niet iedereen deelt de vrijheid en ruimte om in de economische mallemolen op de rem te gaan staan.

Veel mensen moeten elke dag hard knokken om te overleven. De druk op voedselbanken was nooit zo hoog. We stellen vast dat ook een groeiende groep tweeverdieners kampt met armoede. Mensen zonder eigen woning moeten huren op een bikkelharde huizenmarkt met stijgende prijzen.

Dat alle cijfers uitwijzen dat ongelijkheid toeneemt, bevestigt dat we het over een heel andere boeg moeten gooien. Zelfs de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), nu niet meteen een links clubje, zoekt verklaringen in een ontspoord neoliberaal model.’

Wat brengt jouw toekomst?

‘Wat ik over identiteit, intimiteit en onbehagen kwijt wou, staat op papier. Maar ik ben iemand die graag blijft zoeken en studeren. Dus heb ik nu een heel ander onderwerp in mijn vizier genomen: energie.

Mijn studiewerk richt zich niet op de huidige energie- of klimaatcrisis want daarover bestaan al meer dan genoeg ideeën en inzichten. Maar over de impact van energie op gedrag is er nog maar weinig geweten. Als je leest wat daarover in mijn vakgebied beschreven staat, kom je snel terecht bij esoterie en parapsychologie. Daar heb ik me nooit verwant mee gevoeld.

Toch wil ik het beter kunnen begrijpen. Daarom bestudeer ik nu al enkele maanden de natuurkunde van energie, om dat als psycholoog beter in de vingers te krijgen. Hopelijk mondt al dat studiewerk uit in een boek.’

Peter Goris is redacteur van de Vlaamse website sociaal.net. Hadjira Hussain Khan is freelance journalist en student Sociologie aan Tilburg University. Dit interview is eerder verschenen op sociaal.net. Paul Verhaeghe spreekt 14 november in Debatpodium Arminius in Rotterdam.

 

Foto: Saskia Vanderstichele

 

Dit artikel is 6879 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Een interessant interview dat uitkomt op het richten van de focus op machtsverhoudingen. Verhaeghe heeft er veertig jaar over gedaan om vanuit psychotherapie te komen tot maatschappijkritiek. De lange weg van Freud tot Wilkinson en Picket. Er zijn kortere routes mogelijk, dus zonder dat gezoek naar “verdeeldheid in jezelf” en dergelijke identiteitsvragen.
    Grote ongelijkheid blijkt ziekmakend. Dat geldt landelijk en mondiaal- maar ook binnen instellingen en bedrijven, al hebben die medezeggenschapsraden, governancecodes etc. De autoritaire verhoudingen binnen bedrijven en ook instellingen kennen vormen die we in een volwassen democratie niet pikken. Op zoek dus naar commons (Thijs Lijster). Werk is niet de oplossing (Marguerite van den Berg).
    Daarom des te interessanter dat Verhaeghe concludeert dat verandering alleen zal lukken als “nieuwe krijtlijnen van onderuit worden getekend”.
    Politsering van sociaal werk en een revival van opbouwwerk lijkt niet werkeerd.
    Al blijft het tamelijk stil in kringen van sociaal werk.

  2. Ja, die maatschappelijke contexten heb ik samen met Jan Baars in 1995 met Het uitzicht van Sisyphus toch ook al geagendeerd. En kwartiermakers doen niet anders: de samenleving aansporen tot het mogelijk maken dat mensen die met uitsluiting kampen naar eigen wens en mogelijkheden mee kunnen doen. Het is nodig iets buiten het gewone te doen voor een buitengewone ander – betoog ik in de bundel Buiten het gewone (2022) fijn gerecenseerd door Jan van Eeden. Het is nu toe aan een 2e druk!
    Ik wijs hier ook graag op het Landelijk leernetwerk dat bovenstaande doelstellingen samen met ervaringswerkers, ggz-coaches, vertegenwoordigers van de gemeente en welzijnswerkers najaagt.
    Op mijn site is de aangehaalde literatuur te vinden.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *