INTERVIEW Najib Tuzani: ‘Gebeurtenissen in Midden-Oosten vliegen jongeren naar de strot’

De oorlog tussen Hamas en Israël leidt tot polarisatie in ons land, zegt terrorismedeskundige Najib Tuzani. Vooral jongeren dreigen te radicaliseren als een serieus debat over de ontwikkelingen in het Midden-Oosten uitblijft en hun gevoelens niet serieus worden genomen.

‘Als ik met jongeren spreek, vertellen ze me vaak dat de gebeurtenissen in Gaza en Israël hen naar de strot vliegen. Tegelijkertijd zeggen ze dat ze naar worden van het weinig genuanceerde debat erover’, zegt Najib Tuzani. Als we doorgaan met debatteren zoals we dat nu doen, in de politiek en op de sociale media, kan dat jongeren volgens de terrorismedeskundige ontvankelijk maken voor een gewelddadig narratief. Net zoals dat gebeurde in de nasleep van de aanslagen op het World Trade Center in New York in 2001. Om herhaling te voorkomen, roept hij op tot een debat ‘waarin mensen niet voortdurend zoeken naar de bevestiging van het eigen gelijk’.

Het politieke gesprek in ons land over het conflict is er een van stommen en doven

Tuzani stelt dat het politieke gesprek in ons land over het conflict in het Midden-Oosten er een van stommen en doven is. Steeds weer loopt het vast op eenmaal ingenomen en onwrikbare standpunten. ‘We zijn doof voor het verhaal van de directe slachtoffers aan de andere kant, of dat nu Israëliërs of Palestijnen zijn. Ook tonen we weinig belangstelling voor de gevoelens die de beelden van dood en verwoesting bij jongeren hier oproepen.’

‘Ik hoorde een jongere zeggen dat Rusland betrouwbaarder land is dan de Verenigde Staten of Nederland’

Van de sociale media hebben we evenmin veel te verwachten, zegt Tuzani. ‘Tot voor kort hadden we de hoop dat ze een vrije stroom van informatie mogelijk zouden maken en daardoor de democratie zouden versterken. Nu worden we echter vooral met hun lelijke kant geconfronteerd. ‘Op X (voorheen Twitter) word je niet geïnformeerd en is er geen sprake van een dialoog. Mensen, om het even welk standpunt ze innemen, worden er verketterd. Er zijn geen filters, en respect voor de mening van de ander is ten enenmale afwezig.’

Je had het over de emoties die het Israëlisch-Palestijns conflict bij jongeren in Nederland oproept. Wees eens concreet.

‘Vrijdag 28 oktober onthield Nederland zich van stemming over een resolutie in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties die opriep tot een humanitair staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas. De maandag daarop hoorde ik een jongere in een buurtcentrum zeggen dat Rusland een betrouwbaarder land is dan de Verenigde Staten of Nederland.

‘Om beginnende radicalisering bijtijds te stoppen, moeten we beter naar jongeren luisteren’

Toen ik hem vroeg wat hij daarmee bedoelde, antwoordde hij dat het Westen vaak een negatief oordeel velt over Rusland, maar dat dat land wel stemde voor een staakt-het-vuren om humane redenen. De VS stemde tegen, Nederland zweeg. Voor die jongere kan Rusland dus zo’n kwaaie niet zijn, ook niet als het om Oekraïne gaat.

Dit soort rare verbanden leggen, is typisch voor een beginnende radicalisering. Om dat proces bijtijds te stoppen, moeten we beter naar jongeren luisteren. Tegelijkertijd moeten we ze echter uitleggen dat Rusland helemaal niet begaan is met het lot van de volkeren die met elkaar in de clinch liggen, maar pure machtspolitiek bedrijft.’

Naar jongeren luisteren, waar nodig de gebeurtenissen in Israël en Gaza duiden: hoe zou dat georganiseerd moeten worden volgens jou?

‘Ik zie een belangrijke opgave voor het onderwijs. Maar ook in de bedrijven en instellingen moeten volwassenen het gesprek met jongeren aangaan. Niet vanuit de houding “ik weet het en ik ga jou vertellen hoe de wereld in elkaar steekt”, maar door de vraag te stellen hoe de jongeren gebeurtenissen beleven. Wat die beelden uit Israël en Gaza met ze doen.

‘Hun kijk op de wereld, de vragen die ze stellen: jongeren verrassen me telkens weer’

In mijn werk merk ik dat jongeren daarover gedachten hebben die mij in ieder geval tot nadenken stemmen. Hun kijk op de wereld, de vragen die ze stellen: ze verrassen me telkens weer.

Jongeren willen dat gesprek graag voeren met ons en met elkaar. Voorwaarde is wel dat de dialoog laagdrempelig georganiseerd is, liefst op de verschillende platforms waar jongeren bij elkaar komen. En dat er tijd is voor dialoog. Niet één keer praten, en klaar, maar een continu gesprek over hoe zij en wij naar gebeurtenissen kijken en waarom. Een gesprek waarin mensen elkaar kunnen bevragen en het zwart-wit denken achter zich kunnen laten. Als je een quick win beoogt, dan moet je er niet aan beginnen.’

De schrijver van een ingezonden brief in de Volkskrant van 1 november zegt dat het zo eenvoudig nog niet is om over de gebeurtenissen in Israël en Gaza in gesprek te gaan, zoals jij voorstelt. De emoties lopen vaak op en ook in klaslokalen worden nare dingen gezegd.   

‘Ik herken dat. Op verschillende scholen en daarbuiten is het bijvoorbeeld verschillende keren misgegaan naar aanleiding van cartoons. Mij is meerdere malen gevraagd om herstelgesprekken te organiseren, tussen docenten, leerlingen en ouders. Vertrekpunt van mijn aanpak was en is dat ook het gesprek over moeilijke onderwerpen gevoerd moet kunnen worden.

‘Dat gesprekken op scholen soms ontaarden, ligt niet per se aan een gebrek aan goede intenties’

Dat gesprekken op scholen soms ontaarden, ligt niet per se aan een gebrek aan goede intenties. Op een school, ergens in Nederland, had een docent zijn leerlingen cartoons over verschillende religies voorgelegd, met het idee hen te laten discussiëren over religie en vrijheid van meningsuiting. Dit naar aanleiding van cartoons waarmee de draak werd gestoken met de islam.

De les ging vervolgens niet zoals de docent had beoogd. Niet alleen de leerlingen met een moslimachtergrond voelden zich beledigd, maar ook de leerlingen met een andere religieuze achtergrond. Met een goede begeleiding van de docent had dit niet hoeven gebeuren.’

De Israëlische schrijver Amoz Oz stelt in zijn essay Hoe genees je een fanaticus voor dat de Palestijnse Arabieren en Joodse Israëlieten als ze eenmaal tot een rechtsstatelijk oplossing zijn gekomen, gezamenlijk een monument oprichten voor begane stommiteiten en dwaasheden. Kunnen we met een vergelijkbaar gebaar de opponenten van het debat over het Midden-Oosten hier bij elkaar brengen?

‘Mooi voorstel van Oz, want met dat monument creëer je een gezamenlijke geschiedenis, een gezamenlijke pijn, maar ook een gezamenlijke toekomst. Daarmee laat je zien dat je ook vanuit verscheidenheid met elkaar kunt praten en samenleven.

De Vredeswandeling van de Dam naar het Museumplein in Amsterdam op de laatste zondag van oktober dit jaar liet zien dat een gesprek en begrip over en weer mogelijk zijn. Je moet er alleen heel hard je best voor doen, soms.’

Jan van Dam is freelancejournalist

Dit artikel is 1716 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (3)

  1. Terecht wijst deze politieman op de belangrijke rol van onderwijs. Uit een eerder interview met Henrik Hofstra (TSV 2 november) kon je vernemen dat in het onderwijs het gesprek over dit onderwerp in de klas nogal eens wordt vermeden. Dat zijn gemiste kansen op dialoog. En die is zeker niet makkelijk, maar daarvoor biedt o.a. de stichting School en Veiligheid en school hulpmiddelen. Angst voor die gesprekken is de slechtste leermeester.
    We hebben als maatschappij veel meer belang bij het aanleren van respectvolle uitwisseling van meningen dan bij goed kunnen rekenen of grammaticaal juist taalgebruik.

  2. We kunnen de nederzettingen van Israël in de bezette gebieden veroordelen, we kunnen Hamas veroordelen om de aanval op Israël, maar wat schieten daar niets mee op. We kunnen jongeren platforms oprichten om de problematiek in het Midden-Oosten te bediscussiëren, maar ook dit levert niets op en zal de tegenstellingen naar voren halen. De enige mogelijkheid om deze verschrikkelijke oorlog een einde te maken is dat de internationale gemeenschap onderhandelingen met deze partijen opstart en tot een redelijke dialoog dwingen. Partijen zullen dat uit zichzelf nooit doen omdat de tegenstellingen hun verblind door haat en vergeldingsacties. Dit zelfde geldt ook voor de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Maar het helpt niet wanneer we een positie voor of tegen een land innemen. Ook helpt het niet om het merkwaardige beleid van de VS, Europa, Arabische landen of Nederland te veroordelen. Iedere oorlog in het verleden is uiteindelijk aan de onderhandelingstafel beëindigd. Ook al vertrouw je partijen niet, keer je niet tegen elkaar maar roep gezamenlijk op tot onderhandelingen om meer en zinloos bloedvergieten te voorkomen.

  3. Net zoals Hitler tegen de Zinisten was om Israël te creëren, staat de islam dit ook niet toe.De kern van het Israëlisch-Palestijnse conflict is dat het een islamitisch-Joods conflict is.Vanuit het oogpunt van de Arabische leiders komt een twee-staten oplossing neer op verraad tegenover Allah, de Koran, de Islamitische traditie, en de Hadith (d.i. de overlevering, de uitspraken van Mohammed).In 638 sloot Mohamed het eerste verdrag (dhimma genoemd) met de Joden van Khaymar in Medina. Mohamed zou bij de verovering van de stad hebben gezegd: “Het land behoort aan Allah en aan zijn gezondenen!” Na de dood van Mohamed werden op drie continenten (Azië, Afrika en Europa) veroveringsoorlogen gevoerd en werden gigantische gebieden geannexeerd, gearabiseerd, geïslamiseerd-gekoloniseerd. Er zijn twee golven van kolonisaties door Arabieren bekend: een eerste golf van 640-750: alle landen rondom de Middellandse zee worden gekoloniseerd(Brits mandaatgebied in 638), een tweede golf van 1021-1689: de kolonisatie door de Turken.Brits mandaatgebied wordt fay (oorlogsbuit) genoemd, omdat Allah dit land in 638 van de ongelovige Joden heeft afgenomen en aan de moslims heeft gerestitueerd.Het is een politiek en Juridisch dogma, geworteld in de islamitische traditie, dat het geannexeerde land mag worden onteigend en dat de overwonnenen dhimmi’s worden van de overwinnaars.En in moslimkringen in het Midden-Oosten is het een algemene opvatting,dat het Britse grondgebied vanaf 638 het onvervreemdbare eigendom is geworden van de wereldwijde moslimgemeenschap(Umma).Het enige wat voor de Palestijns-Arabische leiders aanvaardbaar is, is de stichting van een Palestijnse staat, die Israël omvat…

    Weinig mensen zijn op de hoogte van het begin van de georganiseerde Arabische afwijzing van de twee staten op het Pan-Arabische Congres in de Syrische stad Bludan in 1937.Dat Congres bepaalde dat de tweestatenoplossing niet geaccepteerd kan worden omdat Brits mandaatgebied “een heilig deel is van het islamitische grondgebied”.Dat heeft geleid tot het al zestien keer afwijzen van de tweestatenoplossing door de Arabieren van 1937 tot heden. Zo staat het tot op de dag van vandaag in het Hamas Handvest.Israël wordt dus niet alleen bedreigd door de Palestijnse Autoriteit (PA), maar ook door de hele islamitische wereld.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *