Werk kan psychisch zieke werknemer beter maken

Hoe help je mensen met overspannenheid of een psychisch probleem (weer) aan het werk? Er valt veel winst te behalen als er beter wordt afgestemd tussen professionals, en: we moeten af van het idee dat werk belastend is voor de psychisch zieke werknemer.

 

Ziekteverzuim door psychische problemen zoals overspanning, angst, depressie, en burnout is een serieus probleem in Nederland. Het komt veel voor, een derde van het langdurige verzuim is het gevolg van psychische problematiek, en het kost de samenleving jaarlijks 2,7 miljard euro. Behalve kostbaar, is het ook heel vervelend voor alle betrokkenen. Voor werkgevers die een zieke werknemer moeten vervangen. Voor collega’s, die moeten zorgen dat op het werk alles gewoon doorgaat. En vooral ook voor de werknemer zelf, met wie het niet goed gaat, en die kans loopt om zijn werk te verliezen.

Bij overspanning, wat vermoedelijk de lichtste psychische aandoening is, blijven werknemers doorgaans langer dan 100 dagen thuis. Ongeveer 20 procent van hen is na een jaar nog niet hersteld. Vooral hun toekomst ziet er somber uit, want wie niet binnen 6 maanden weer aan de slag gaat, heeft een grote kans zijn baan te verliezen. En dat heeft verstrekkende gevolgen. Het betekent namelijk ook het verlies van alle goede dingen die werk met zich meebrengen zoals dagstructuur, inkomen, groei en ontwikkeling, sociale contacten, afleiding, status en identiteit. Kortom, ziekteverzuim door psychische oorzaken is een serieus probleem voor iedereen. Daarom is het wonderlijk dat er niet al veel meer onderzoek is gedaan naar hoe we mensen met psychische problemen zo snel mogelijk weer aan het werk kunnen krijgen. En dat werkwijzen waarvan we weten dat ze werken nog zo weinig gebruikt worden in de praktijk.

Dichter bij de oplossing in 4 stappen

De begeleiding van mensen die langdurig thuiszitten vanwege psychische problemen kan beter. Om ze sneller en duurzaam weer terug te krijgen op de werkplek, moeten (ten minste) vier dingen anders.

1.      Niet blindstaren op psychische problematiek alleen

Allereerst moeten we ons ervan bewust zijn dat ziekteverzuim maar voor een beperkt deel door de ziekte zelf bepaald wordt. Vaak wordt de ziekte als de oorzaak gezien, en ziet men de oplossing dus ook in het wachten tot iemand weer beter is. Maar er zijn ook andere factoren die het ziekteverzuim beïnvloeden. Zo is de werkomgeving heel bepalend voor een snelle terugkeer. Een leidinggevende die goed contact heeft met de thuiszittende werknemer, die kijkt naar wat de werknemer wèl kan in plaats van niet, en die de werknemer steunt, zal doorgaans meer succes hebben dan een leidinggevende die geen contact onderhoudt. Dit lijkt voor de hand liggend, maar in de praktijk wachten leidinggevenden graag af of de zieke al weer beter is. Ook ontbreekt een goed contact tussen leidinggevende en de zieke werknemer regelmatig.

Een ander probleem op de werkvloer is het stigma dat kleeft aan mensen met psychische aandoeningen. Negatieve opvattingen en attitudes van collega’s en leidinggevenden maken het moeilijker voor een psychisch zieke werknemer om weer te beginnen.

Naast de werkomgeving spelen ook persoonlijke factoren een rol. Zo zijn jonge werknemers sneller weer terug op het werk dan oudere. Daarnaast maakt het uit hoe de werknemer omgaat met zijn problemen (uit de weg gaan of juist aanpakken), hoe hij denkt over zijn ziekte, over zijn werk en over werken als je nog klachten hebt. Verder is de privésituatie van de werknemer belangrijk, bijvoorbeeld of er thuis spanningen heersen. Tenslotte kunnen financiële prikkels meespelen in de beslissing om weer aan het werk te gaan.

Het bestaande onderzoek is sterk gericht op ziekte en klachten, waardoor feitelijk weinig bekend is over de andere invloeden die bepalend zijn bij iemands re-integratie in het arbeidsproces. Zo weten we nog heel weinig van wat de zieke werknemer nou eigenlijk zelf wil en vindt. Kortom, we moeten ons niet blindstaren op het psychische probleem.

2.      Betere afstemming tussen professionals

Het tweede dat zou moeten veranderen, is dat zorgverleners die een uitgevallen werknemer begeleiden veel meer onderling moeten afstemmen. Zieke werknemers hebben te maken met de bedrijfsarts en de huisarts, maar tussen deze zorgverleners is meestal geen afstemming. Ze stellen ieder hun eigen diagnose en geven behandeladviezen, die sterk van elkaar kunnen verschillen. De werknemer, die vaak last heeft van stress, vermoeidheid en gevoelens van controleverlies, is meer gebaat bij een eenduidig advies en behandeltraject. Ook een goede afstemming tussen de bedrijfsarts en de werkgever of leidinggevende is belangrijk voor een succesvolle werkhervatting.

3.      Richtlijnen beter volgen

Ten derde zouden huisartsen, bedrijfsartsen en eerstelijnspsychologen die met zieke werknemers te maken hebben, aanzienlijk beter hun beroepsrichtlijnen kunnen volgen. Dit geldt vooral voor bedrijfsartsen; voor hen is ten slotte een hoofdrol weggelegd. Richtlijnen zijn vaak door de beroepsvereniging opgestelde documenten, op basis van de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek. Monitoring, alert zijn en vroeg ingrijpen als het niet goed gaat zijn belangrijke onderdelen van de richtlijn psychische problemen voor bedrijfsartsen. Evenals afstemming tussen bedrijfsarts en leidinggevende, en tussen bedrijfsarts en andere zorgverleners. Ondanks de gebleken effectiviteit van deze richtlijn, volgen bedrijfsartsen deze maar matig. Wij onderzoeken hoe dat precies komt en wat er aan te doen valt.

4.      Werk kan ook beter maken

Een laatste punt dat anders moet, is hoe we naar werk kijken. We moeten af van het idee dat we mensen niet met werk moeten ‘belasten’. Vaak hebben zorgverleners zoals psychologen, maatschappelijk werkers, huisartsen en psychiaters een focus op ziekte of klachten. Ze vergeten dat werk ook een goed middel kan zijn om te herstellen, zeker als iemand al langer thuis zit. Eventueel in een andere baan, maar meedoen aan het arbeidsproces is goed voor mensen. Werk zou prominenter op de agenda van deze zorgverleners moeten komen. Meedoen aan het arbeidsproces betekent namelijk ook weer sociale contacten krijgen, en afleiding en dagstructuur hebben. Het draagt bij aan een positieve eigenwaarde en aan persoonlijke groei en ontwikkeling. Alleen daarom al is (weer) werken lang zo gek nog niet.

Dr. Evelien Brouwers is senior onderzoeker en deskundige op het gebied van herstelprocessen van mensen met psychische problemen en de rol van werk daarin. Zij is verbonden aan Tranzo, het wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn van Tilburg University.