Wajongers herkeuren: ordinair wegsaneren?

Dit kabinet wil in het kader van de nieuwe wetgeving alle ruim 190.000 Wajongers aan een herkeuring onderwerpen. Dat is alleen zinvol wanneer er rekening wordt gehouden met de werkelijke bekwaamheden van deze mensen met een beperking. Anders wordt het een ordinaire saneringsoperatie.

Wajongers zijn een bijzondere groep uitkeringsgerechtigden en zullen daarom met de nodige zorgvuldigheid moeten worden herkeurd. Dit verdienen ze. Daarom heb ik bij CDA-Tweedekamerlid Mirjam Sterk gepleit voor een keuring op passende arbeid. Uit het rapport Beperkt aan het Werk van het Sociaal Cultureel Planbureau en de door het UWV uitgevoerde pilot in het Slotervaart Ziekenhuis komt naar voren dat  Wajongers in een aangepaste functie het best aan het werk komen en blijven. Die functie kan een afsplitsing zijn van taken uit andere functies, of zelfs een heel nieuw ontworpen functie.

Bij dit idee van een ‘inclusieve arbeidsmarkt’ is men zich ervan bewust dat de Wajonger niet in gebruikelijk functies aan het werk kan. Daarom moet er eerst aan een functie worden gesleuteld voordat er een ‘Wajong-proof-functie’ ontstaat. Elders op deze site betoogde Frans Nijhuis reeds dat het verstandig is om bestaande functies op te splitsen te behoeve van Wajongers.

Belangrijk is dat op die benadering ook de keuringssystematiek van het UWV wordt aangepast. Alleen zo is er een kans dat de herkeuringsoperatie van 190.000 Wajongers zorgvuldig en menswaardig wordt uitgevoerd en hun re-integratie-mogelijkheden aansluiten bij de praktijk.

We moeten uitgaan van passende arbeid
Bij deze grote herkeuringsoperatie is het verstandig uit te gaan van het begrip ‘passende arbeid’. Bij passende arbeid wordt rekening gehouden met je krachten, zowel fysiek als psychisch, en je bekwaamheden, zowel kennis als vaardigheden. Anders dan bij het criterium van ‘gangbare arbeid’ wordt bij passende arbeid dus nadrukkelijk gekeken of een arbeidsongeschikte ook aangepast werk kan doen. Mocht de regering bij deze grote herkeuringsoperatie toch uit willen gaan van die gangbare arbeid, dan schiet zij zichzelf in de voet. Dan is er een grote kans dat op den duur alle goedgekeurde Wajongers de WW of misschien zelfs de WIA zullen gaan bevolken.

Uitgaan van passende arbeid en het creëren van aangepaste functies zijn ook hard nodig als we naar de arbeidsmarkt kijken. Het is niet te verwachten dat de huidige crisis snel achter de rug is, en het werk zal dus voorlopig niet voor het oprapen liggen. Verwacht mag ook worden dat werkgevers Wajongers slechts om de subsidies in dienst zullen nemen, om als het uitkomt weer afscheid van ze te nemen - met alle frustraties van dien voor de jongeren met een beperking.

Laat het niet uidraaien op wegsaneren
Tel daarbij ook nog eens de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt van de laatste vijftien jaar, en het is duidelijk dat de Wajonger een enorme achterstand heeft in te halen op het gebied van de door werkgevers geëiste sociale netwerkvaardigheden. Moderne werknemers moeten zelfsturend kunnen functioneren en ook op het gebied van automatisering zijn de eisen hoog. Of Wajongers de opgelopen achterstand kunnen overbruggen valt te bezien. Het zullen hoogstens enkele witte raven zijn die zonder meer aan de moderne eisen kunnen voldoen, maar het merendeel van 190.000 Wajongers zal er niet rijker op worden.

Als de herkeuringsoperatie geen rekening houdt met de specifieke beperkingen van Wajongers dreigen ze op de arbeidsmarkt buiten de boot te vallen. Dan zal de herkeuring uitdraaien op een ordinaire wegsaneer-operatie.

Leon de Groot Heupner is adviseur op het gebied van sociale zekerheid.

Dit artikel is 3201 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (7)

  1. Werkgevers (incl. de overheid zelf) laten mensen met een beperking aan de kant (met en zonder Wajonguitkering) staan. Het middel van ‘loonkostensubsidie’ heeft geen positieve impuls geleverd. Ook de quotering van het aantal mensen met een beperking, die in een bedrijf / organisatie werkzaam zijn, werkte niet. Mijn conclusie is dat werkgevers veelal niet willen en liever gaan voor mensen met (veel) werkervaring en een ‘goede’ gezondheid.

    Zelf heb ik beperkingen, waardoor ik langer over mijn WO-studie heb gedaan én geen aanspraak kon maken op een Wajong-uitkering (helaas). Naast mijn studie werken was niet mogelijk, via vrijwilligerswerk heb ik veel ervaring opgedaan. In tegenstelling tot wat er geroepen wordt, heb ik nog niet mogen ervaren dat werkgevers dit aanmerken als relevante ervaring. Telkens blijkt het te draaien om werkervaring, dat telt en niets anders. Het is nu 4 jaar geleden, dat ik afstudeerde, en helaas sta ik nog altijd aan de kant.

    De nieuwe Wajong is veel ingewikkelder dan nodig: ook onder de ‘oude’ Wajong stroomden mensen uit. Maar dat wordt vergeten. En we mogen niet vergeten dat nu we steeds meer aandoeningen kunnen ‘etiketteren’, dit ook leidt tot meer mensen met een beperking én tot meer mensen, die echt niet kunnen werken.

    Wajongers, jonge en oudere, moeten ruimte krijgen om hun eigen ontdekkingsreis te maken op de arbeidsmarkt en bij ‘vallen’ weer terug kunnen naar de Wajong. Daarbij ontstaat de ruimte om per Wajonger te beoordelen of wat diens mogelijkheden zijn of misschien dat iemand gewoon niet kan werken!

    Het botte bezuinigen van dit kabinet, maar ook de voorgaande, gaat hieraan voorbij. De gedachte dat het verlagen van een uitkering mensen prikkelt om werk te zoeken, is nog zo’n rare gedachtekronkel.
    Het sociale stelsel zou eigenlijk ‘met rust’ gelaten moeten worden, zodat regelgeving uit kan kristaliseren en zij, die er van afhankelijk zijn, weten waar ze aan toe zijn.

  2. Dit artikel is goed bedoeld en klinkt sociaal, ik ben het ook in bepaalde zaken eens, maar toch een aantal kritische noten.

    1) Er wordt (weer weer weer weer weer weer weer) benadrukt dat Wajongers vooral ‘heel speciaal’ zijn, zie het volgende citaat hieronder:

    “Wajongers zijn een bijzondere groep uitkeringsgerechtigden en zullen daarom met de nodige zorgvuldigheid moeten worden herkeurd. Dit verdienen ze.”

    En ik zeg (weer weer weer weer weer enzovoorts) dat Wajongers NIET speciaal zijn. Tenminste, niet specialer dan niet-Wajongers. Alle mensen zijn speciaal en normaal. Er zijn ZOVEEL mensen met een handicap, jong en oud, die NIET onder de Wajong vallen, maar soms precies dezelfde of zelfs nog een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Alleen om een slecht, of zo u wilt, een goed moment hun handicap/beperking ‘gekregen’ hebben.
    “Waar vallen die mensen dan onder?” hoor ik u denken. Nou, onder de WIA, de WAO, de WAZ, IOAW, IOAZ, de ZW, maar ook onder ‘niet-handicap-regelingen’ zoals de WW, de WWB, en ook soms helemaal niet onder een regeling (bijvoorbeeld door een verdienende partner).

    Waarom blijven we Wajongers maar ‘speciaal’ maken?
    Waarom blijven we, bij onze afweging om werk aan te passen aan mensen, die afweging maar vooral baseren op de vraag of iemand wel of geen Wajong-stempel heeft?
    Waarom blijven we vinden dat nagenoeg alle Wajongers ondersteuning nodig hebben? Maar mensen zonder Wajong-stempel niet (terwijl zij wellicht ook en wie weet wel meer ondersteuning nodig hebben)?

    2) “Bij dit idee van een ‘inclusieve arbeidsmarkt’ is men zich ervan bewust dat de Wajonger niet in gebruikelijk functies aan het werk kan. Daarom moet er eerst aan een functie worden gesleuteld voordat er een ‘Wajong-proof-functie’ ontstaat.”

    ‘De Wajonger’ bestaat helemaal niet. Net zoals ‘de directeur’ niet bestaat, of ‘de bakker’, of ‘de loodgieter’, of ‘de mens met groene haren’, of ‘de zogenaamde normale mens’. Ik ken genoeg Wajongers die in gebruikelijke functies kunnen werken, uit mijn onderzoek onder Wajongers in dienst van reguliere werkgevers en reguliere werkgevers die Wajongers aangenomen hebben. Ook ikzelf, als Wajonger, werk in een reguliere functie. Oh ja, ten overvloede hoop ik: Wajongers zijn géén jongeren. 57% van de Wajong-populatie is 30 jaar of ouder.

    Dat laat onverlet dat het denken in functies te veranderen in denken in werkzaamheden een prima manier is! Helemaal mee eens dus. Maar……….. waarom alleen weer voor Wajongers? En niet voor mensen in de WIA, WAO, IOAW, WW, WWB, etcetera etcetera etcetera, die door een handicap/beperking niet een reguliere functie kunnen uitvoeren?

    3) “Anders dan bij het criterium van ‘gangbare arbeid’ wordt bij passende arbeid dus nadrukkelijk gekeken of een arbeidsongeschikte ook aangepast werk kan doen.”

    Jammer dat er (weer weer weer weer enzovoorts) wordt gesproken over ‘arbeidsongeschikte’. In plaats van mensen. In plaats van (gedeeltelijke) geschiktheid. Positieve gedachten beginnen bij positieve beeldvorming en positief woordgebruik! En handelen, jazeker, maar dat woordgebruik is mijns inziens (ook op basis van mijn onderzoek) van onmiskenbaar belang. Waarom blijven we het maar hebben over 56% arbeidsONgeschikt, in plaats dat we het eens gaan hebben over 44% arbeidsGEschikt?
    Laten we het aub over mensen hebben, ipv over ‘ongeschikten’.

    4) “Dan is er een grote kans dat op den duur alle goedgekeurde Wajongers de WW of misschien zelfs de WIA zullen gaan bevolken.”

    Nogmaals, ik zie niet in waarom we, als enige land in de wereld, een speciale regeling moeten hebben voor ‘hele speciale ongeschikten’. Ik heb als eerder kanttekeningen geplaatst over de Wajong als stigmatiserende regeling. Ik snap niet waarom we als enige land kennelijk niet in staat zijn om mensen die vóór hun 18e jaar of tijdens hun studie een handicap/beperking krijgen, onder te brengen in een regeling, die met iedereen rekening houdt. Heeft dat toch iets met het machistische denkbeeld over mensen met een handicap te maken?

    Ik ben voor een Wajong voor mensen die écht níét kunnen werken (ongeacht welk arbeidsongeschiktheidspercentage daar bijhoort, 20% verdiencapaciteit of 35%)

    5) “Verwacht mag ook worden dat werkgevers Wajongers slechts om de subsidies in dienst zullen nemen, om als het uitkomt weer afscheid van ze te nemen – met alle frustraties van dien voor de jongeren met een beperking.”

    Op grond van mijn eigen onderzoek durf ik hierover een flink debat aan te gaan. In mijn onderzoek is duidelijk naar voren gekomen dat redenen voor werkgevers om Wajongers aan te nemen zijn:
    * een goede opleiding
    * positief zelfbeeld van de Wajonger
    * positief beeld bij de werkgever over de Wajonger
    * reguliere stageplaats
    * goede contacten met collega’s.

    Subsidies komen bij de 26 werkgevers en de 142 Wajongers die ik ge-enqueteerd heb ver, heel ver, in de achterhoede.

    Afsluiting)
    Zoals gezegd deel ik volledig de in dit artikel beschreven noodzaak voor passend werk, voor passende ondersteuning, angst voor de ontwikkelingen op de huidige arbeidsmarkt en scepsisme wat betreft de kansen van bepaalde mensen, namelijk die mensen die niet hoog opgeleid zijn, die niet flexibel en dynamisch kunnen zijn, die niet sociaal vaardig zijn, die niet breed inzetbaar zijn, die niet ‘leuk’ zijn, die de ontwikkelingen van een steeds maar snellere wereld niet kunnen bijhouden en die veel ondersteuning en begeleiding nodig hebben. Geheel mee eens!
    Maar nogmaals, dit geldt niet alleen voor Wajongers. Wajongers zijn niet ‘speciaal’! Wajongers zijn slechts mensen die in een bepaalde regeling vallen. Ik ben en blijf van mening dat juíst dóór het ‘speciaal maken’ van mensen, hun kansen op arbeid verminderen. De nadruk moet mijns inziens dus verschuiven van ‘mensen speciaal maken’ naar ‘werk passend maken aan mensen’, ongeacht welk stempel dan ook.

    Een voorbeeld dat niet alle Wajongers een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben dan niet-Wajongers met een handicap, in praktische casus geillustreerd:

    Jan en Kees zijn beiden 24 jaar. Jan is hoogopeleid, assertief, intelligent en sociaal zeer vaardig. Omdat Jan tijdens zijn studie een auto-ongeluk kreeg, zit Jan in de Wajong. Jan heeft geen hersenletsel eraan overgehouden, kan, na revalidatie, gewoon afstuderen en heeft zeer goede kansen op werk.
    Kees is ook 24 jaar. Kees is niet gaan doorstuderen, dat vond Kees niet leuk. Sterker nog: Kees heeft helemaal geen school afgemaakt. Kees is schoolverlater. Kees heeft ook nog minder sociale vaardigheden, en wil graag met z’n handen werken. Dat lukt! Na een paar jaar werk is Kees ontslagen, vanwege wat dan ook (disfuntioneren, re-organisatie). Via de WW is Kees daarna Bijstandsgerechtigde geworden op z’n 22e jaar. Kees krijgt, net als Jan, ook een ongeluk op zijn 24e. Kees studeert niet meer en is ouder dan 18, dus tja, geen Wajonger…

    Samenvattend:
    * Jan is hoogopgeleid, Kees niet (sterker nog, Kees is schoolverlater)
    * Jan is sociaal vaardig en assertief, Kees niet
    * Jan kreeg op z’n 24e een ongeluk, Kees ook. Ik ga hier even uit van hetzelfde ongeluk met dezelfde medische gevolgen.
    * Volgens ons machtige systeem komt Jan in de Wajong en Kees niet (anders gezegd, even in straattaal: “Kees is een luie flikker”, want zo denken velen helaas over mensen in de Bijstand).
    * Beiden zullen gezien worden als ‘onderkant’ arbeidsmarkt, want Kees zit in de WWB en Jan in de Wajong.

    * Jan heeft als Wajonger veel ondersteuningsmogelijkheden, subsidieregelingen om “werkgevers te overtuigen”, bij deeltijdwerk aanvulling op zijn loon (artikel 6 lid 3, 4 en 5 van het Schattingsbesluit), etcetera. Kees niet. Is dit logisch?
    * Jan = onderkant arbeidsmarkt. Is dit logisch?

    Ik droom van een samenleving, waarin een bepaalde groep mensen niet meer ‘speciaal’ is, maar gewoon ‘mens’. Of waarin er ook geen ‘groepen’ meer zijn, maar iedereen als uniek gezien wordt. Waarin er geen ‘onderkant van de arbeidsmarkt’ meer is, maar slechts ‘afstand tot de arbeidsmarkt’. Waarin iedereen anders is, en juist daardoor normaal. Waarin we niet meer denken in stempel en indicaties, maar in mogelijkheden en talenten.

    Ik droom van een samenleving, die rekening houdt met iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ongeacht waardoor (handicap of erbarmelijke jeugdomstandigheden of welke reden dan ook). In deze samenleving is het mijns inziens heel goed mogelijk om één regeling te creeren, die iedereen de mogelijkheden op ondersteuning en begeleiding geeft. En iedereen die inkomensaanvulling verdient, een solide inkomensaanvulling te bieden. Ongeacht welk stempel of indicatie iemand ook heeft. Omdat alle mensen speciaal zijn.

    En over stempels gesproken: ik als Wajonger, wil graag, heel graag af van dat stempel ‘volledig en duurzaam arbeidsongeschikt’.

    Nico Blok, als sociaal-econoom afgestudeerd op de Wajong (die van 1998)
    Momenteel projectleider bij Kennis- en InnovatieCentrum CrossOver
    Sinds 1999 Wajonger (drie keer beoordeeld, drie keer ‘80%-100% arbeidsongeschikt’, en bedankt)

  3. Bij punt 5) een kleine wijziging:

    Op grond van mijn eigen onderzoek durf ik hierover een flink debat aan te gaan. In mijn onderzoek is duidelijk naar voren gekomen dat redenen voor werkgevers om Wajongers aan te nemen én te behouden zijn:

    ‘én te behouden’ erbij gezet omdat mijn onderzoek zich niet strekte tot alleen het aannemen van Wajongers door werkgevers, maar ook het in dienst houden.

  4. Beste nico de wajong is er voor de arbeidsgehandicapten die zelf niet het
    minimum loon kunnen verdienen.
    Kan je je geldt verdienen in een reguliere baan dan hoor je dus niet in de wajong
    maar na 5 jaar in deze functie te hebben gefunctioneerd uit de wajong te gaan.
    Dit staat in de wet wajong.
    Verder wordt ook vaak gestelt dat er steeds meer wajongeren komen , vergeten
    hierbij wordt dat er nog geen uitstroom plaats vind naar pensioen omdat de regeling daarvoor te kort bestaat.
    De regeling loopt dus nog vol.
    Wat betreft de mensen met arbeidshandicap in wwb en wb geld dat hiervoor vroeger
    de algemene arbeidsongeschiktheids wet was.
    Na invoering van wajong bestaat er allen nog wajong en wia (wao).
    De regering heeft dus duidelijk een gat gecreëerd

    m.v.g wil.s

  5. Beste Wil.S,

    Ik weet heel goed wat de Wajong is, ik ‘ben er zelf één’ en ik ben afgestudeerd op de Wajong en momenteel ook werkzaam op gebied van o.a. de Wajong (maar breder: op gebied van jongeren met een handicap/beperking).

    Ik weet dus ook heel goed wat de terugvalregeling (Art. 3:48 Wet Wajong respectievelijk Art. 50 Wajong) inhoudt. Dat zo’n artikel bestaat, doet niets af aan mijn argumentatie; mijn punten zijn en blijven:

    1) dat het een stigmatiserende regeling is, die mensen ‘speciaal’ maakt en daardoor ‘minder’ maakt ten opzichte van mensen zonder handicap (maar met soms een grotere afstand tot de arbeidsmarkt). Een regeling die mensen bestempeld als ‘gehandicapten’ die ‘vooral niet kunnen werken’ en ‘grote risico’s zijn’.

    2) Nogmaals: mijns inziens is het heel goed mogelijk om één regeling te creeren waarbij er rekening gehouden wordt met het deel dat iemand echt niet kan werken.
    En nogmaals: het is raar dat mensen met een handicap voor hun 18e of tijdens hun studie (en voor hun 30e) in een Wajong-uitkering komen, terwijl mensen die geen handicap hebben maar bijvoorbeeld gewoon dom zijn, of taalachterstand hebben, of schoolverlater zijn, of een crimineel verleden hebben, of op welke andere mogelijke manier dan ook een ‘afstand tot de arbeidsmarkt’ hebben, in de WWB of WIJ komen. Terwijl zij dus dezelfde of wellicht een GROTERE afstand tot de arbeidsmarkt hebben dus zo’n “gehandicapte”. Zie mijn casus over Jan en Kees in mijn vorige post.

    Wanneer je zegt: ‘ja maar “gehandicapten” moeten in een aparte regeling komen’, dan stigmatiseer je per definitie deze “gehandicapten” en zeg je ‘gehandicapten zijn per definitie zwak, zielig en afhankelijk’. En daar ben ik fors mee oneens.

    3) Er zijn veel te veel mensen in de Wajong als ‘volledig en duurzaam’ arbeidsongeschikt bestempeld. Maar liefst 96 procent van hen is volgens het systeem ‘volledig en duurzaam arbeidsongeschikt’!
    Het systeem, de ‘gewone’ wereld, zegt hiermee tegen te veel mensen dat ze niet uit regulier werk het minimumloon kunnen verdienen. Ook dat is een groot negatief stempel, wat niet klopt, maar helaas nu wel in onze maatschappij er in gestampt is: “Wajongers zijn arbeidsongeschikt, en grotere risico’s dan niet-Wajongers”.

    – Over je citaat:
    “Wat betreft de mensen met arbeidshandicap in wwb en wb geld dat hiervoor vroeger
    de algemene arbeidsongeschiktheids wet was.
    Na invoering van wajong bestaat er allen nog wajong en wia (wao).
    De regering heeft dus duidelijk een gat gecreëerd”

    Nee, wat je zegt klopt niet. Vroeger bestond inderdaad de algemene arbeidsongeschiktheids wet (AAW) voor mensen met een handicap, die bestond náást de toenmalige bijstandswet: de Algemene bijstandswet, die in 2004 vervangen is door de Wet Werk en Bijstand, WWB). Dus niet in plaats van. Je had dus toen ook al mensen met een handicap in de Algemene bijstandswet, naast mensen met een handicap in de AAW.
    Deze AAW is in 1997/1998 opgegaan in de WAO, vanwege het voornemen van het toenmalige kabinet tot meer marktwerking in de WAO (lees hiervoor o.a. de Memorie van Toelichting van de Pemba en de Memorie van Toelichting van de Wajong).
    Toen de AAW dus afgeschaft zou worden, zou er geen wettelijke regeling meer zijn voor die mensen die voorheen in de AAW kwamen. Er “moest dus iets gedaan worden”. In plaats van dat beleid en wetgeving inclusief gemaakt zouden worden, is er helaas gekozen om toch maar weer ‘heel speciale wetgeving’ te maken en zo kwam de Wajong (en ook de WAZ, die inmiddels afgeschaft voor nieuwe mensen) in het leven in 1998.

    De AAW is dus niet afgeschaft OMDAT de Wajong ging bestaan, maar andersom: De AAW werd afgeschaft en DAAROM werd de Wajong (en WAZ) is in het leven geroepen.

    Nu bestaat de Wajong, de Wet Wajong (zijn twee verschillende regelingen!), de WIA, maar ook nog de WAO, de WAZ (alleen dus voor de oude gevallen), de IOAW, de IOAZ en dan nog de ‘reguliere’ WW, de ZW, de WWB en de WIJ. En al die mensen met een handicap die Niet Uitkerings Gerechtigd zijn (NUGgers) door een verdiendende partner. En daar komt nu dus de WWNV bij.

    Er zijn dus niet zozeer gaten gemaakt, maar onoverzichtelijke wetgeving, die verschillende botsingen en onbedoelde effecten meebrengen (zie mijn casus over Jan en Kees), die werkgevers angst en last aanjagen, die mensen met een handicap zelf laten geloven dat ze ‘kwetsbaar’ zijn en die mensen met een handicap als ‘minderwaardig’ t.o.v. mensen zonder handicap bestempelen.

    vriendelijke groet,
    Nico

  6. Beste Nico

    Een crimineel verleden is geen handicap en taalachterstand ook niet
    dom zijn weer wel , en afstand tot de arbeidsmarkt hebben is wat anders dan door
    een handicap geen 75% van het minimum loon kunnen verdienen.
    Sommige mensen verdienen het om de extra ondersteuning te krijgen en is hard nodig.
    Trouwens de omgeving waar in je verkeert maakt uit hoe gehandicapt je bent.
    Zo kan een lichamelijk gehandicapte 100% arbeidsgeschikt zijn in de juiste omgeving.
    Met het “gat” wat ik bedoel het volgende :
    Is het niet zo dat je vroeger vanuit de bijstand de a.a.w in kon en deze mensen nu dus
    in de bijstand blijven ?
    Nu blijven deze mensen ten onrechte in de wwb.
    De een is helaas specialer dan de andere en heeft minder mogelijkheden en kansen
    en goed dat er daarom wajong is.
    Wat betreft “Jan” als zijn klachten over zijn en zijn situatie verbetert hoort ook hij
    herkeurt te worden en eventueel uit de wajong te gaan .

    M.V.G
    Wil.s

  7. Beste Wil.s, ik reageer even per punt van je bericht,

    Je schreef: “Een crimineel verleden is geen handicap en taalachterstand ook niet
    dom zijn weer wel , en afstand tot de arbeidsmarkt hebben is wat anders dan door een handicap geen 75% van het minimum loon kunnen verdienen.”

    Ik ben het niet met je eens. Een crimineel verleden en taalachterstand kunnen zeer grote beperkingen zijn. Een afstand tot de arbeidsmarkt is niet iets anders dan een handicap: ik snap werkelijk waar niet waarom als iemand ‘Wajonger’ is, en dus een handicap heeft, alle hulpverleners, re-integratiebureaus en ‘verzorgers’ elkaar verdringen om dat ‘zielige geval’ te helpen, en wanneer iemand een grote taalachterstand of crimineel verleden heeft of een schoolverlater is (dus: geen opleiding ==> lijkt me echt een grote beperking en afstand tot de arbeidsmarkt…) of dom is, nauwelijks maatschappelijke aandacht krijgt, laat staan ondersteuning, laat staan onderkenning voor zijn/haar zware situatie. Dat heeft alles te maken met ons machistische, dominante denkbeeld over mensen met een handicap. Juist door dit onderscheid van mensbenadering, van ‘wie-verdient-het-om-ondersteuning-te-krijgen’ en ‘wie-verdient-er-een-hoger-sociaal-vangnet’, worden mensen met een handicap als ‘zielig’ en ‘kwetsbaar’ neergezet. Die zieligheid en kwetsbaarheid wordt hen aangepraat, meestal door mensen zonder handicap (die het vast goed bedoelen). Terwijl heel veel mensen die schoolverlater zijn, of die geen Nederlands kunnen, die opgegroeid zijn in een crimineel milieu en daardoor geeneens weten wat werk is (lijkt mij een nogal grote afstand tot de arbeidsmarkt!) of dom zijn en zich niet staande kunnen houden in de steeds flexibelere en snellere wereld (lijkt mij een nogal grote afstand tot de arbeidsmarkt) minstens een even grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben en heel veel ondersteuning of coaching nodig hebben. Maar dat niet krijgen omdat ze geen ‘zielige gehandicapten’ zijn…

    Geen handicap, dus geen Wajong, dus geen aandacht…

    Juist mede omdat tot in den treure maar benadrukt wordt door allerlei goedebedoeldende mensen en organisaties hoe zielig en afhankelijk mensen met een handicap zijn, worden mensen met een handicap benadeelt. Door dit systeem dat mensen met een handicap als ‘gehandicapten’ beschouwt, als ‘andersoortigen’. Als ‘gevallen’ die vooral heel ‘kwetsbaar’, ‘zielig’ en ‘afhankelijk’ zijn.

    Je schreef: “Sommige mensen verdienen het om de extra ondersteuning te krijgen en is hard nodig. Trouwens de omgeving waar in je verkeert maakt uit hoe gehandicapt je bent. Zo kan een lichamelijk gehandicapte 100% arbeidsgeschikt zijn in de juiste omgeving.”

    Dit is nou precies wat ik bedoel (en helemaal mee eens ben)! Die ondersteuningsbehoefte heeft dus niets te maken met of iemand nu een handicap heeft of niet, maar wat zijn/haar afstand tot de arbeidsmarkt is. En onder die ‘sommige mensen’ zouden dus niet per definitie alleen maar mensen met een handicap moeten vallen, maar dus ook mensen die door WELKE REDEN DAN OOK een ondersteuning of begeleiding nodig hebben. Zoals mensen die opgegroeid zijn in milieus waar werk niet gebruikelijk is. Zoals mensen die geen opleiding afgerond hebben. Zoals mensen die uit gezinnen van misbruik, gescheiden ouders of andere rampen komen. Zij hebben ALLEN ondersteuning nodig! Niet alleen die ‘zielige gehandicapten’ dus. Laten we aub naar mensen kijken in plaats van hokjes en stempels.

    “Is het niet zo dat je vroeger vanuit de bijstand de a.a.w in kon en deze mensen nu dus in de bijstand blijven ?
    Nu blijven deze mensen ten onrechte in de wwb.”

    Allereerst: nee, dat is niet zo. Dat kan nu ook nog: van de WWB of WIJ naar de Wajong.
    Ten tweede: ook dit zie ik geheel anders. Heb je enig idee hoeveel mensen van de WWB naar de Wajong zijn gegaan, door de ‘herziening’ van gemeenten van hun WWB-bestanden? (rond de jaren 2003-2007 vooral) Antwoord: heel, heel veel.

    Zoals ik al eerder beschreven heb: het is mijn inziens heel goed mogelijk om in de WWB een aparte regeling te maken voor mensen met een arbeidsbeperking door medische oorzaak. We hebben in diezelfde WWB ook minimaal drie verschillende (!) inkomensregelingen: één voor alleenstaanden, één voor samenwonenden/inwonenden, en één voor alleenstaanden met een kind onder 18 jaar. Het is dus heel goed mogelijk de mensen met een gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid in de WWB onder te brengen en toch rekening te houden met het deel dat ze niet kunnen werken. Helaas stopt bij veel mensen het denken wanneer ik deze mogelijkheid opper.

    “De een is helaas specialer dan de andere en heeft minder mogelijkheden en kansen en goed dat er daarom wajong is.”

    Nee, totaal mee oneens. Ik vind dit een zeer stigmatiserende opmerking. Het bestempelen van bepaalde mensen als ‘specialer’ doet hun positie geheel geen goed.
    Ik vind de Wajong één van de grootste fouten van ons sociaal zekerheidsstelsel. De Wajong voor mensen die echt volledig arbeidsongeschikt zijn is wel een goede regeling (behalve dat stempel): zij die geheel niet kunnen werken, verdienen een solide uitkering. Maar voor alle mensen met een (gedeeltelijke) geschiktheid is het een gedrocht van een systeem, zoals ik al in m’n eerdere posts probeerde uit te leggen.
    Arbeidsparticipatie mensen met een handicap: 44% (ook veel te weinig)
    Arbeidsparticipatie Wajongers: 25% (waarvan 13% in de WSW)
    I rest my case.

    “Wat betreft “Jan” als zijn klachten over zijn en zijn situatie verbetert hoort ook hij herkeurt te worden en eventueel uit de wajong te gaan ”

    Dat is leuk in theorie, Wil. Maar slaat de plank vol-le-dig mis wat betreft de werkelijkheid en praktijk.
    Jan heeft geen ‘klachten’ op gebied van werk die ‘over kunnen gaan’ of ‘minder worden’, maar een handicap die niet minder wordt of ‘verholpen’ kan worden. Jan heeft immers precies dezelfde beperking als Kees. Jan (en Kees) ‘wordt niet minder gehandicapt’: zijn situatie is stabiel. Met andere woorden: in deze situatie wordt Jan nooit opgeroepen voor een herkeuring voor de Wajong.
    Wanneer wordt Jan pas opgeroepen of kan Jan uit de Wajong? Als Jan minimaal vijf jaren achtereen (regulier) werkt. Dan pas wordt Jan opgeroepen voor een herkeuring, als dat tenminste al niet alleen op papier gebeurt.

    Het gaat erom dat het systeem daar niet op let, maar puur en alleen let op ‘Jan heeft een handicap’, excuses ik had moeten zeggen “Jan is gehandicapt”. En dat dat systeem die Jan dus als Wajonger aanmerkt, en die Kees niet terwijl Kees even ‘gehandicapt’ is en Kees ook nog veel kansarmer is door geen/lage opleiding en geen zelfvertrouwen (dat bedoelde ik nou met ‘afstand tot de arbeidsmarkt’…), puur en alleen door het feit dat Jan zijn handicap in zijn studietijd opdeed en Kees zijn handicap in zijn ‘bijstandstijd’. Met andere woorden: als er al iemand een Wajong zou moeten krijgen (let wel: áls),d an zou Kees diegene moeten zijn. En niet Jan.

    Nogmaals: de Wajong is als systeem een grote mislukking. Een goed vangnet voor mensen die echt geheel niet kunnen werken, maar een mislukking voor mensen met een gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid: een stigma, een stempel met een grote negatieve lading.

    Je wordt in deze samenleving niet gehandicapt geboren; je wordt gehandicapt gemaakt.

    vriendelijke groet,
    Nico

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *