Minister moet kiezen voor kwaliteit kinderopvang

Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid presenteerde vorige week plannen om de kinderopvang te verbeteren. Volgens Corrie van Brenk van Abvakabo FNV gaat de minister daarbij voorbij aan degenen die hierop directe invloed hebben: de medewerkers. Vandaag vergadert de Tweede Kamer hierover.

Vanaf het moment dat de Wet Kinderopvang in 2005 van kracht werd, leggen ouders en werkgevers kwaliteitscriteria vast in een  convenant. Op basis hiervan stelt de overheid de beleidsregels vast. Deze bepalen onder meer de beroepskracht-kindratio: hoeveel kinderen, van welke leeftijd en op welke tijden mogen er maximaal per medewerker in een groep. Volgens de regels zijn er ook uitzonderingen mogelijk; op bepaalde momenten kunnen er minder medewerkers worden ingezet. Deze uitzonderingen maken de regelgeving onnodig ingewikkeld en onduidelijk. Bovendien ontbreekt de stem van de werkvloer volledig bij het vaststellen van de beleidsregels. Om de kwaliteit structureel te verbeteren, is het noodzakelijk deze regels te versimpelen. Abvakabo FNV heeft de verantwoordelijke bewindspersonen meerdere malen gevraagd om medewerkers en pedagogen te betrekken bij het overleg met ouders en organisaties. Tot nu toe tevergeefs.

Goede kinderopvang is niet gebaat bij marktwerking
De Wet Kinderopvang zou ook zorgen voor marktwerking in de sector. Keuzemogelijkheden voor ouders en kwaliteitsverhoging door concurrentie, dat zijn de doelstellingen. Maar in de praktijk hebben ouders niet zoveel keuze. Kinderopvangorganisaties in delen van het land kennen wachtlijsten en ouders geven de voorkeur aan een vertrouwde omgeving voor het kind, waardoor zij niet snel wisselen van kinderdagverblijf. Daarnaast is voor hen ook een locatie in de buurt van werk of woning belangrijk.

Goede kinderopvang is niet gebaat bij marktwerking. Marktpartijen bepalen de basis voor de beleidsregels. Kinderopvangorganisaties, onderdeel van diezelfde markt, willen de kosten zo laag mogelijk houden om winstgevend te zijn. Hierdoor staan onder meer de minimale eisen van de beroepskracht-kindratio onder druk. Uit onderzoek van Abvakabo FNV in 2009 en 2010 blijkt dat in veel gevallen te weinig medewerkers op een groep staan, er teveel kinderen in een groep zitten of beide. Gevolg: een verhoging van de werkdruk en kans op onveilige situaties.

Bezuinigingen dwingen ouders te kiezen voor formele zorg
Om herhaling van misstanden in de kinderopvang te voorkomen, heeft de Commissie Gunning naar aanleiding van de Amsterdamse zaak een aantal aanbevelingen gedaan. De commissie stelt dat de huidige beleidsregels een risico vormen voor de veiligheid van het kind en adviseert het vierogenprincipe. Hierdoor staan medewerkers nooit meer alleen voor een groep. Abvakabo FNV pleit hier al jaren voor. Onze leden zijn duidelijk; zij kunnen minder kwaliteit bieden als ze alleen voor een groep moeten staan of als er teveel kinderen in een groep zitten.

Al eerder kondigde het kabinet aan een miljard euro te willen bezuinigen op de kinderopvangtoeslag. Dat is eenderde van het totale budget. De onzekerheid bij ouders over de hoogte van de bijdrage van de overheid zou kunnen leiden tot minder vraag naar kinderopvang. En dat dreigt ten koste te gaan van de aandacht die medewerkers kunnen geven aan kinderen, dus van goede kinderopvang. Kinderopvangorganisaties gaan als gevolg van minder vraag nog meer bezuinigen op de grootste kostenpost, het personeel. Terwijl kwaliteit alleen kan worden geleverd door voldoende en goed opgeleide medewerkers. In de scholing van personeel is de afgelopen jaren terecht geïnvesteerd. De bezuinigingen van de minister staan dan ook in schril contrast met het verhogen van de kwaliteit van de kinderopvang. Sterker nog, ouders worden gedwongen om te kiezen voor informele opvang. Juist daar ontbreekt de controle volledig. Daarnaast draagt de mogelijkheid tot kinderopvang bij aan participatie van jonge ouders op de arbeidsmarkt. Door vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking zijn deze krachten nodig, nu en in de toekomst.

Laat minister Kamp kiezen voor kwaliteit
Goede en toegankelijke kinderopvang is van groot belang. Voor zowel kinderen, ouders als medewerkers. Daarvoor zijn heldere  beleidsregels en gekwalificeerd personeel noodzakelijk. De bezuinigingen zetten niettemin de kwaliteit van de gehele sector onder druk. Een sector die juist van toegevoegde waarde is voorde ontwikkeling van kinderen en daarmee voor de samenleving. Leden van de Tweede Kamer bespreken vandaag tijdens het algemeen overleg van de Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid de stand van de zaken in de kinderopvang. Abvakabo FNV doet dan ook een beroep op minister Kamp om de bezuinigingen te heroverwegen en écht te kiezen voor kwaliteit.

Corrie van Brenk is waarnemend voorzitter van Abvakabo FNV, de vertegenwoordiger van ruim tachtigduizend werknemers in de kinderopvangbranche.

Foto: Bas Bogers