Jonge moeders op tv: uitbuiting gemaskeerd als zorg

Jonge moeders kunnen hulp goed gebruiken. Maar in het tv-programma Vier Handen op een Buik verkopen ze hun sores en privacy aan BNNVARA.

Op 2 juni publiceerde NRC een kritisch artikel over het programma Vier Handen op een Buik, van BNNVARA. In dit programma worden zeer jonge moeders gevolgd door BN’ers, onder het mom van ‘helpen’. Het artikel in NRC laat haarfijn zien hoe jonge moeders, onder druk van financiële problemen, hun sores verkopen aan de tv-zender, en daarmee ook hun privacy. Alles voor de kijkcijfers…

Het toeval wil dat in de week voorafgaand aan de verschijning van het artikel, op 28 mei, ons onderzoek over de zorgvraag van hele jonge moeders door het ministerie van VWS naar de Tweede Kamer is gestuurd. Waar wij constateren dat de zorgvragen van jonge moeders ingewikkeld zijn en het hulpverleningsveld complex, wordt aan de moeders uit Vier Handen op een Buik een BN’er geboden met een wurgcontract in plaats van warm contact.

Jonge moeders kunnen wel wat goede hulp gebruiken

Goede zorg voor jonge moeders moet voorzien in materiële en praktische behoeften, maar ondersteunt ook bij sociale, emotionele en relationele kwetsbaarheid. Veel jonge moeders proberen tegen de klippen op hun leven op al deze vlakken op de rit te krijgen en te houden.

Maar daar kunnen ze wel wat hulp bij gebruiken, en niet iedere moeder beschikt over een sterk sociaal netwerk dat daarin kan voorzien. Daarbij is het voor moeders vaak moeilijk om toegang te krijgen tot praktische regelingen en professionele zorg.

Vier Handen op een Buik geven verkeerd beeld

Programma’s zoals Vier Handen op een Buik geven een verkeerd beeld van (zeer) jong moederschap, maar zijn ook illustratief voor de huidige tijdgeest waarin een ieder, ook kwetsbare jonge vrouwen, op de eigen verantwoordelijkheid wordt aangesproken. ‘Had je maar niet het contract moeten tekenen…’

Ons onderzoek laat zien dat jonge moeders niet alleen in televisieprogramma’s op ‘hun’ verantwoordelijkheid worden aangesproken. Zoals een moeder uit ons onderzoek het verwoordde: ‘In een jaar tijd heb ik een kind gekregen, ben ik verhuisd, met een opleiding begonnen, en nog is het niet goed. Zolang je geld kost is het niet goed.’

Jonge moeders hebben geen BN’ers nodig

Jonge moeders hebben geen televisieprogramma’s met BN’ers nodig. Wat wel nodig is zijn goed opgeleide hulpverleners die betrokken zijn bij de doelgroep, die de weg weten in het oerwoud van regels en instanties. En die jonge moeders de ruimte geven die ze nodig hebben om hun leven op de rit te krijgen.

Omroeporganisaties kunnen in het vervolg beter laten zien wat wij óók in ons onderzoek zagen: dat veel jonge moeders zich prima staande weten te houden, mits zij mensen treffen die hen niet in de steek laten op het moment dat zij behoefte hebben aan raad en daad.

Mariël Kanne, Sabrina Keinemans, Marieke Potma zijn onderzoekers bij lectoraat Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening Hogeschool Utrecht.