Manifest van actieve wijkbewoners

Gevraagd: actieve burgers! Met deze oproep proberen politici de politiek-economische crisis te bezweren. Overheden kunnen minder, instellingen krijgen minder, burgers moeten meer. Actieve wijkbewoners schrikken daar niet van. Zij zetten zich al jaren in voor hun leefomgeving. Maar er moet wel wat veranderen. Dit Manifest van Actieve Wijkbewoners wil daarvoor als gids dienen.

Actieve wijkbewoners zetten zich al jaren met man en macht in voor hun leefomgeving, waarbij zij niet zelden overheden en organisaties op hun weg vinden. Als daar een einde aan komt, zou dat alleen maar winst zijn. Maar dan moet het niet blijven bij een oproep aan burgers om verantwoordelijkheid te nemen.

Echte zeggenschap
Om te beginnen moeten bewoners in deze nieuwe omstandigheden eindelijk serieus genomen worden. Te vaak spelen bewoners op papier een hoofdrol, maar zijn zij in de praktijk figuranten op het toneel waar de echte beslissingen vallen. In de toekomst moet gelden: zeg wat je doet en doe wat je zegt. Nieuwe verhoudingen betekenen dat bewonersparticipatie naar een hoger niveau wordt getild. Leg de regie echt bij bewoners. Pas als bewoners echt wat te zeggen hebben kunnen ze ook echte verantwoordelijkheid nemen, kunnen ze succeseigenaar worden.

Dat vraagt veel: van politici, van bestuurders, van professionals, maar ook van bewoners zelf. Het vraagt om een andere mindset, een andere manier van omgang. Dat kan bewoners ook bevrijden van de klaagstand waartoe zij zich nogal eens uit machteloosheid gedwongen zien. Over jezelf klagen is immers lastiger dan over de Boze Anderen. Echte verantwoordelijkheid zal actieve bewoners nog meer uitdagen.

Die andere omgang betekent dat het monopolie op beleid niet langer ligt bij de lokale overheid of op de tekentafels van woningcorporaties, maar in de wijken, in de buurten en straten. Bij bewoners dus. Daarbij kunnen ze niet zonder deskundige ondersteuning en professionele begeleiding. Maar dat zijn geen professionals die in dienst zijn van een beleidsagenda, maar die zich dienstbaar weten te maken voor bewoners.

Bewoners bepalen wijkagenda
Bewoners en vrijwilligers willen geen agenda opgelegd krijgen. Zij moeten hun eigen wijkagenda kunnen maken, met hun eigen prioriteiten en voorkeuren en in overleg met de instanties en diensten. Geef vrijwilligers daarbij de ruimte om hun talenten te  ontwikkelen en te doen wat zij leuk vinden. Juist dan nemen zij eerder hun verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld voor het tegengaan van vervuiling, overlast, veiligheid en ander ongemak. Voor instanties is deze vaststelling van een burgeragenda geen verplicht nummer, maar de voedingsbron voor de inzet van personele middelen in de wijk.

Representativiteitsverwijt
Tot vervelends toe is representativiteit een argument om actieve bewoners naar de zijlijn te manoeuvreren. Maar hoe representatief is het handelen van een corporatiebestuurder eigenlijk? Hoe representatief is een ambtenaar? Zelfs een gekozen politicus wordt door zijn  kiezers al lang niet meer voor vier jaar als hun vertegenwoordiger gezien. Formele representativiteit bestaat niet meer. Het is iets wat je moet verwerven. In plaats van elkaar gevangen te nemen in negatieve etiketten is het beter om aan te sluiten bij de energie die er is, en van daaruit naar draagvlak en probleemoplossingen te zoeken. Daarvoor is allereerst goede communicatie en echt transparante informatievoorziening noodzakelijk.

Aansluiten bij netwerken
Actieve wijkbewoners weten dat er heel veel gebeurt in hun wijken. Veel voltrekt zich buiten het zicht van de instanties en lokale diensten. Er is veel kracht en talent aanwezig. En met elkaar en de wijk in de weer: rond de schoolpleinen, in het vrijwilligerswerk, bij sportverenigingen, in de mantelzorg. In al die activiteiten ligt de kracht van de samenleving, en de kunst is die tot volle bloei te laten komen. Dat lukt als bestaande instellingen, diensten en professionals optimaal bij deze informele netwerken en vaak onzichtbare  activiteiten weten aan te sluiten. 1 + 1 wordt dan geen 2 maar 3. Als de informele netwerken en formele netwerken elkaar weten te versterken en de wijken daarvoor als vruchtbare bodem gebruiken dan kan er veel goed werk verzet worden. Sterker, dan zal de effectiviteit van de bestaande dienstverlening met sprongen toenemen.

Andere professionals
Bewoners moeten meer zelf doen en moeten daarvoor dan ook ruimte krijgen. Dat vraagt om andere professionals. Te veel en te vaak zijn professionals die zich in de wijken ophouden de brenger van instellingsproducten, te weinig zijn zij dienstbaar aan de problemen in de wijk en de meest effectieve oplossingen. Bewoners voelen zich net zo goed professionals binnen hun wijk. Geen betutteling meer; als bewoners het zelf moeten gaan doen, willen ze ook beslissingsbevoegdheid. Daarom wordt het tijd om in de nieuwe verhoudingen bewoners in staat te stellen professionals aan te sturen zodat er echte samenwerking kan ontstaan om problemen aan te pakken. Wie gelooft in eigen kracht van burgers – het mantra dat nu in elk beleidsstuk opduikt – moet ook geloven dat bewoners zelf de regie kunnen nemen over professionele inzet om problemen in hun leefomgeving.

Eigen geld
Dat er bezuinigd zal worden is misschien onontkoombaar, maar voorkomen moet worden dat actieve bewoners met de brokken van de bezuiniging komen te zitten.  Sterker, gebruik dit moment om ze meer te zeggen te geven over het geld dat in hun wijk rondgaat. De afgelopen jaren is er in de Vogelaarwijken veel ervaring opgedaan met bewonersbudgetten en –vouchers. Dat heeft veel positieve energie opgeleverd. En het belangrijkste: het smaakt naar meer.

Ook op dit punt is de tijd rijp om echt een fundamentele stap voorwaarts te zetten: geef bewoners en hun verbanden de macht van het geld. Waarom moet wijkgeld besteed worden via een welzijnsorganisatie? Kunnen bewoners dat niet zelf? Nu het subsidietijdperk een
nieuwe fase heeft bereikt, is het de hoogste tijd om bewoners zeggenschap te geven over hun eigen budgetten. Verantwoordelijkheid is niet alleen een morele kwestie, het moet zich ook kunnen uitbetalen in zeggenschap over geld.

Wijkeconomie
De wijk is de wereld in het klein met een eigen economie en waar bewoners zich graag willen inzetten voor hun welzijn en welvaart. Tegelijkertijd zien ze dat er getornd wordt aan de verworvenheden en voorzieningen. Zij menen dat als er effectief gebruik wordt
gemaakt van hun inzet dat er dan intelligente besparingen gerealiseerd kunnen worden. Uitgespaarde kosten kunnen terugvloeien in de wijk, voor het behoud van het buurthuis, de bibliotheek of het openbaar groen. Elk bewonersinitiatief  heeft een locatie nodig, een plek waar vrijwilligers naartoe kunnen gaan om actief te zijn voor de wijk. Om andere bewoners te ontmoeten. En samen tot nieuwe ideeën en initiatieven te komen. Zo'n gebouw wordt een spil in de wijk en geeft samenhang. Eigendom van zulke plekken evenals  gemeenschappelijk beheer van groenvoorzieningen, en vooral van moestuinen en stadslandbouw geeft samenhang in de wijk.

Wereld van het geld
De krampachtigheid waarmee bewoners af worden gehouden van de wereld van het geld, van het eigendom en het beheer van voorzieningen is niet meer van deze tijd.  Niet zonder reden wint de belangstelling voor bewonersbedrijven, naar analogie met de Engelse trusts, snel aan populariteit. Bewoners kunnen met elkaar lokale economie maken! Maar om die motor op gang te brengen moeten gemeenten en corporaties hen wel in de positie durven brengen. Dus kom op met de sleutel van de buurthuizen, durf over de brug te komen met het overdragen van beheer van een leegstaand pand, durf de touwtjes uit handen te geven zonder het bij voorbaat dood te slaan met onmogelijk haalbare kapitaallasten en onmogelijke hoge huurtarieven.

Soepeler regels
En dat is een oproep die ook de wetgever zich ter harte moet nemen. Wie in Nederland sociaal ondernemerschap vertoont of een burgerinitiatief op touw zet loopt al snel vast in een keurslijf van bureaucratische verordeningen en het web van de belastingdienst. Voor een bewonersonderneming waarvan mogelijke revenuen terugvloeien naar de gemeenschap bestaat in Nederland geen adequate rechtsvorm. Voor sociaal wijkondernemerschap dient ruimte te worden gemaakt in de belastingregels. Wie een andere verhouding wil tussen burgers en overheden kan er niet omheen om in het oude register van wetten en regels openingen te maken die bewoners kunnen stimuleren om ook verantwoordelijkheid te kunnen nemen zonder in de bureaucratie te verzanden.

Van de nood een deugd
Dit is een tijd van bezuinigingen. Een tijd van crisis. Veel actieve wijkbewoners spreken zelfs van afbraak. Wie als een kille boekhouder de samenleving bestuurt – en nogal eens wekt dit kabinet de schijn – krijgt er een kille samenleving voor terug, waarbij wijkbewoners teleurgesteld in hun schulp kruipen. Zorg dat actieve wijkbewoners niet met de bezuinigingsbrokken komen te zitten.  Maak van de crisis een moment om zaken echt te veranderen, om de betrokkenheid van actieve wijkbewoners aan te spreken. Maak van de nood een deugd, want dan kan er energie loskomen die de kwaliteit van de wijken in Nederland ten goede komt.

Actieve wijkbewoners in Nederland zijn er klaar voor, het wachten is op de politiek, de bestuurders en de professionals. Moge dit manifest hen de weg wijzen.

Arnhem, 10 december 2011

Opgesteld volgens een vorm van crowd sourcing gedurende de Landelijke Bewonersdag 2011, georganiseerd door het LSA, het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken, op 10 december 2011 in de Eusebiuskerk te Arnhem. Een groot deel van de 600  deelnemers leverde in de aanloop van en gedurende de bewonersdag via mail, twitter, sms en schriftelijk input voor het manifest. Dat materiaal is gedurende de dag door een redactie bestaande uit actieve wijkbewoners, en met als hoofdredacteur Jos van der Lans, tot bovenstaande tekst verwerkt.