Gemeente moet partnerschappen met wijk durven aangaan

Het Arnhems onderzoek ‘Zin in de Wijk’ toont aan dat sociale wijkondernemingen unieke kansen aan gemeenten bieden. Onderzoeker en projectleider Erik Hendriks vindt dat andere gemeenten, mits ze genoeg lef hebben, ervan kunnen leren.

Bewoners organiseren zich massaal om hun wijk te vergroenen, te verduurzamen en leefbaar te maken. Daarnaast willen ze via sociaal ondernemerschap maatschappelijke impact maken. Vanuit het idee van participatie een mooie ontwikkeling, maar de grote vraag, al jarenlang, is of gemeenten wel raad weten met al die bewonersinitiatieven.

Belangrijkste bevindingen

Je kunt er niet meer omheen: bewoners lossen steeds vaker problemen op die eerder bij de overheid lagen. Ze nemen bijvoorbeeld taken van haar over op het gebied van welzijn en armoedebestrijding. Om dat te kunnen doen, richten bewoners onder anderen sociale wijkondernemingen op. Hoe succesvol die ondernemingen zijn, was het onderwerp van het onderzoek Zin in de Wijk.

Sociale wijkondernemingen bereiken bewoners die de gemeente niet bereikt

Vier jaar lang volgden onderzoekers van de gemeente en Wageningen University & Research zes sociale wijkondernemingen in Arnhem. De belangrijkste bevindingen op een rijtje:

  • Sociale wijkondernemingen bieden bewoners maatwerk en bereiken inwoners die de gemeente niet bereikt. Ze sluiten aan bij de behoeften van wijkbewoners, doordat ze integraal werken, zichtbaar zijn en dicht bij bewoners staan. Bovendien zijn ze flexibel en hebben ze geen 9 tot 5 mentaliteit
  • Ze kennen de wijk omdat ze er deel van uit maken. Ze stimuleren eigenaarschap, verantwoordelijkheid en betrokkenheid van bewoners en creëren gemeenschappen waar mensen zich welkom en thuis voelen
  • Sociale wijkondernemingen verbeteren de wijk en zorgen voor verbinding tussen bewoners. Ook bieden ze bewoners ontwikkelingskansen.
  • Initiatiefnemers hebben een sterke band met deelnemers; dit schept vertrouwen waardoor mensen hun verhaal doen en hun kwetsbaarheden tonen
  • En vooral: sociale wijkondernemingen laten ondernemerschap zien in het sociaal domein, ze zien kansen en grijpen die aan om nog meer impact te maken.

Alternatief

De wijkmanagers van de gemeente Arnhem tonen zich verheugd over de komst van sociale wijkondernemingen. Doordat ze veel jongeren, statushouders of ouderen weten te bereiken en te binden, bieden ze de gemeente immers een alternatief voor het aanbod van de bestaande welzijnsorganisaties. Nog te vaak zijn dat top-down gestructureerde organisaties die het moeilijk vinden flexibel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen.

Zij hoeven geen methodiek te ontwikkelen voor verbindingen met bewoners, ze zijn namelijk hun buren

Sociale wijkondernemingen kunnen dat wel. Ze hebben bijvoorbeeld veel jonge medewerkers die zijn opgegroeid met sociale media. En waar traditionele welzijnsorganisaties vaak nog worstelen met outreachend werken, is het voor de initiatiefnemers van sociale wijkondernemingen een vanzelfsprekendheid. Zij hoeven geen methodiek te ontwikkelen om verbindingen te leggen met de wijkbewoners, ze zijn namelijk hun buren. Sociale wijkondernemingen zijn nieuwe spelers die het sociaal domein innovatie brengen en gezonde concurrentie aanwakkeren met de bestaande spelers.

De rol van de initiatiefnemers van de bestudeerde sociale wijkondernemingen, best persons in het jargon, is breed. Ze fungeren als een brug tussen wijkbewoners en gemeentebestuur. Het is precies die brugfunctie, van de individuele initiatiefnemer én de collectieve wijkonderneming, die de nieuwe generatie bestuurders in Arnhem aanspreekt. Zij willen dat de gemeente zichtbaar en effectief aanwezig is in de wijk en zien de sociale wijkonderneming als een geschikt vehikel daartoe.

Maar hoe kijkt de gemeentelijke organisatie ernaar? Ziet zij ook de meerwaarde van sociale wijkondernemingen? Het beeld is divers. Naast ambtenaren die weerstand bieden, zijn er ook die begrijpen dat sociale wijkondernemingen bij uitstek kwetsbare mensen kunnen bereiken en daardoor voor de gemeente partners met grote meerwaarde zijn.

Lastig of nuttig

Wat betekenen de resultaten van het onderzoek in Arnhem voor de andere gemeenten in ons land?

Gemeentebesturen die vooral denken in problemen hebben er waarschijnlijk geen boodschap aan. Zij zullen blijven twijfelen en weifelen bij al dat eigen initiatief van burgers. Zolang zij weigeren na te denken over hoe ze burgerparticipatie in hun beleid kunnen inpassen, zullen ze sociale wijkondernemingen en andere bewonersinitiatieven vooral als lastige verschijnselen blijven beschouwen.

Gemeentebesturen die wel de meerwaarde van burgerinitiatieven en sociale wijkondernemingen inzien, kunnen in Arnhem mooie voorbeelden ophalen. Als ze te maken hebben met een interne organisatie die nog niet zover is, staan ze overigens wel voor een pittige uitdaging. Het betekent namelijk dat ze als organisatie bewoners moet accepteren als volwaardige gesprekspartners, ook als hun gedrag af en toe minder ‘professioneel’ is dan dat van de oude en vertrouwde professionals.

Gemeenten moeten hoe dan ook ambtenaren de ruimte gunnen om met de sociale wijkondernemingen nieuwe mogelijkheden te verkennen. In Arnhem hebben vernieuwingsgezinde wijkmanagers en bestuursadviseurs die handschoen opgepakt.

Twee opties

Een moderne gemeente heeft medewerkers nodig die kritiek kunnen hebben en open staan voor alternatieve voorstellen, ook al komen die niet uit de eigen gelederen voort. Een voorbeeld ter illustratie: stel, een gemeente heeft weinig geld en wil een parkje aanleggen in een stadswijk met veel stenen en weinig groen. Ze heeft dan twee opties. Ze geeft haar geld uit aan een ontwikkelaar en krijgt dan een ontwerp, maar meer ook niet.

Stap op best persons af en ga kijken hoe je samen de wijk een stukje mooier maakt

Dezelfde gemeente kan er ook voor kiezen om een sociale wijkonderneming in te schakelen. Die ontwerpt het park én legt het samen met de wijkbewoners aan. Tijdens het plan- en maakproces leren mensen elkaar (beter) kennen. Een deel van hen doet werkervaring op, een ander deel leert de taal beter spreken, en samen ervaren de bewoners eigenaarschap over hun wijk.

Kiest een gemeente voor deze aanpak, dan wordt ze niet alleen een park rijker, maar draagt ze ook bij aan een versterking van de gemeenschap, aan de ontwikkeling van wijkbewoners en aan de verbetering van de leefbaarheid. Meerdere vliegen in een klap dus.

Mijn advies aan gemeenten is dan ook: stap op best persons af en ga een partnerschap aan met wijkinitiatieven, wijkbedrijven en sociale wijkondernemingen. Bied nieuwe initiatieven uit de wijk kansen, bedenk samen met initiatiefnemers en wijkbewoners nieuwe aanpakken en geef hen een plek in het gemeentelijk beleid. Treed in contact met bewoners die je voorheen niet zag of sprak en nodig ze uit om via hun nieuwe initiatieven te participeren.

Arnhem laat zien dat de kanteling van verkokerd bestuur naar partnerschap van bestuur en wijkbewoners de moeite meer dan waard kan zijn. Maar je moet het wel met zijn allen willen.

Erik Hendriks is onderzoeker en projectleider van Zin in de Wijk. Voor meer informatie lees alle conclusies en aanbevelingen in de eindpublicatie van dit onderzoeksproject gefinancierd door ZonMw.

 

Foto: Erik Vos (Flickr Creative Commons)