Informele partijen zijn hulpverleningsgids voor wantrouwende Amsterdammers

In het Amsterdamse Oud Noord en Nieuw West staan bewoners vaak wantrouwend tegenover professionele hulpverleners. Bewoners- en vrijwilligersorganisaties fungeren er als gids om ervoor te zorgen dat mensen die het nodig hebben toch hulp krijgen. Deze gidsrol zit de meer gelijkwaardige vorm van samenwerking, zoals nagestreefd in het hybridiseringsideaal, in de weg.

De voormalige arbeiderswijken in Amsterdam Noord kenmerken zich van oudsher door een sterke lokale identiteit en een sterk gemeenschapsgevoel. Oorspronkelijke bewoners (‘oud Noorderlingen’) kampen vaak met sociale problemen op meerdere terreinen, maar beschouwen de hechte buurtgemeenschap als hun belangrijkste vangnet.

Een studie onder bewoners in 2014 bevestigde dit beeld van onderlinge zorgzaamheid, waarbij buren komen informeren of alles in orde is als de rolgordijnen een dag niet omhoog gaan (Welschen, 2014a, 2014b). Maar ook werd duidelijk dat dit sociale vangnet onder druk staat. Gentrificatie zorgt voor veranderingen in de wijk en oude bewoners kennen hun buren steeds minder. Een tweede kenmerk van deze buurten is een laag vertrouwen in formele instanties en zorg- en welzijnsorganisaties. Vanuit dat wantrouwen zijn oud Noorderlingen geneigd om laat aan de bel te trekken, als problemen al in een gevorderd stadium zijn.

Aan de andere kant van het IJ, in Amsterdam Nieuw West, liggen stadswijken waar de helft van de bewoners een migrantenachtergrond heeft (Gemeente Amsterdam, 2017). Ook hier heerst een gering vertrouwen in formele instanties en professionele hulpverlening, zo bleek uit ons onderzoek in de wijk Slotervaart (Welschen et al., 2018). Dit wantrouwen bij migranten kan te maken hebben met taalbarrières, onzekerheid over de consequenties van het inschakelen van formele hulp of een cultuur van schaamte, waardoor sociale problemen niet met buitenstaanders worden besproken (onder andere Koçak & Jonkman, 2016).

De belofte van hybridisering: wijkactoren werken intensief samen

Zowel in Amsterdam Noord als in Nieuw West kunnen we spreken van low-trust communities. Voor de professionele hulpverlener zijn het wijken met moeilijk bereikbare doelgroepen, met stille problematiek die lastig te adresseren is. Het zijn ook wijken waar de terugtredende overheid en het sluiten van voorzieningen als het buurthuis als een verlies worden ervaren.

Ter compensatie van dit verlies is er sinds de decentralisaties de belofte van gebiedsgericht en nabij sociaal werken door sociale wijkteams. Door in de wijk, dicht bij de mensen om wie het gaat te werken en aan te sluiten bij lokale, informele netwerken hopen gemeenten en instellingen de ondersteuning sneller en beter te organiseren (Hilhorst & Van der Lans, 2015).

Dit beleidsideaal van hybridisering – het verbinden van formele en informele netwerken bij ondersteuning aan huishoudens in kwetsbare posities – komt vooralsnog moeizaam tot stand komt. Uit ons onderzoek blijkt dat professionals van wijkteams slecht aan deze taakopdracht toekomen. De gemeente Amsterdam onderkent dit en heeft daarom besloten om wijkteams in de nabije toekomst te richten op casuïstiek, waarbij het accent weer verschuift van wijkgericht werken naar individuele hulpverlening. Voor welzijns- en opbouwwerkers buiten de wijkteams wordt de samenwerkingsopdracht echter des te centraler.

De informele partij is een gids naar formele ondersteuning

Uit ons onderzoek in Oud Noord (Welschen et al., 2018) en Slotervaart (Berkvens et al., 2019) komt een opmerkelijk beeld naar voren van de rol die informele partijen – vrijwilligers, actieve bewoners, medewerkers van buurtinitiatieven en van kerken – in deze low-trust wijken vervullen. Zij fungeren als gids die bewoners begeleidt in het vinden van hun weg naar formele ondersteuning.

Informele partijen spelen daarmee in op de kloof tussen formeel aanbod en bewoner. Zij herkennen het wantrouwen en de afstand die bewoners voelen ten opzichte van formele ondersteuning omdat ze vaak afkomstig zijn uit dezelfde gemeenschap als de bewoners of ervaring hebben met dezelfde sociale problemen. Dit stelt hen in staat een vertrouwensband op te bouwen.

Verbinden met linking sociaal kapitaal

Deze informele partijen brengen een verbinding tot stand tussen moeilijk bereikbare of wantrouwende bewoners en formele organisaties door middel van ‘linking sociaal kapitaal’. Mensen met linking sociaal kapitaal spreken de taal van en hebben een netwerk in twee werelden, die van de overheid en van de samenleving, die van bewoners en instanties.

Ze verspreiden informatie over voorzieningen onder de doelgroep en begeleiden mensen bij het navigeren in de wereld van het formele ondersteuningsaanbod. In Amsterdam Slotervaart gaat die rol nog een stap verder: daar nemen vrijwilligers van een migrantenvrouwenorganisatie bijvoorbeeld een bemiddelende rol in tussen gezinnen, huisartsen, politie en jeugdzorg.

Informele partijen houden zich niet aan kantooruren

Informele partijen benadrukken sterk het verschil tussen hun eigen aanpak en die van formele werkers. Ze brengen veel tijd met bewoners door, houden zich niet aan kantooruren en hebben ‘hun voordeur altijd openstaan’. Bewoners associëren informele partijen niet met hulpverlening en nemen hen dan ook sneller in vertrouwen.

Hun rol als gids vullen de informele partijen op uiteenlopende manieren in: van het meenemen van folders over het ondersteuningsaanbod in de buurt tot het begeleiden van bewoners naar gesprekken met instanties en daar, indien nodig, het woord overnemen. Soms is de ondersteuning meer indirect, door te luisteren of voor iemand te bidden. Dat kan net het zetje zijn dat een bewoner nodig heeft om zijn of haar problemen aan te pakken en hulp te vragen bij formele organisaties.

Ze ervaren elkaar niet als gelijkwaardige spelers

De nadruk op het gidsen heeft gevolgen voor de samenwerkingsrelatie tussen formele en informele partijen. Het gaat hierin vooral om het beter toegankelijk maken van het professionele aanbod via de informele partij. Deze toeleveranciersrol of brugfunctie zit de meer gelijkwaardige vorm van samenwerking, zoals nagestreefd in het hybridiseringsideaal, in de weg.

Informele partijen en formele organisaties ervaren elkaar niet als gelijkwaardige spelers en vullen de samenwerking ook niet vanuit die gedachte in. Informele partijen stellen zich sterk op naast de bewoner, als diens belangenbehartiger tegenover een ‘systeemwereld’ die door henzelf meestal ook als ontoegankelijk en ingewikkeld wordt ervaren.

Informele partijen zijn van onmisbare waarde

Maar ook zonder optimaal ‘samenspel’ vervullen bewonersorganisaties en vrijwilligersorganisaties in low-trust wijken toch een waardevolle rol. Door hun gidsfunctie scheppen zij de voorwaarden die maken dat bewoners de weg naar hulp vinden of zich beter kunnen redden als formele ondersteuning niet beschikbaar is.

Juist in die wijken en onder die bewoners voor wie eigen kracht en zelfredzaamheid niet vanzelfsprekend zijn, zijn informele partijen met linking sociaal kapitaal van onmisbare waarde. Ze zijn de smeerolie die ervoor zorgt dat juist op die plekken bewoners niet verder op achterstand komen te staan.

Saskia Welschen is senior onderzoeker bij het Lectoraat Stedelijk Sociaal Werken van de Hogeschool van Amsterdam. Lees hier meer over hybridisering van het sociale domein in de regio Amsterdam. 

 

Foto: Karen Eliot (Flickr Creative Commons)