Vettaks op ‘slecht’ voedsel werkt niet

Moet er een vet- en voedseltaks worden ingevoerd? Overgewicht bestrijd je niet door een onderverdeling in: 'goed' en 'slecht' voedsel. Gezond verstand is een minstens zo goede raadgever. Stel je bij wijze van gedachte-experiment maar eens voor wat er gebeurt als de olie honderd keer zo duur wordt.

Op mijn boterhammen smeer ik roomboter en daar bovenop gaat volvette kaas. 's Morgens eet ik een bak volle yoghurt, door de soep gaat vaak een flinke scheut room en in het weekend worden er met roomboter een of meerdere taarten gebakken én opgegeten. In de  sportschool kom ik nooit, want ik vind sporten niet leuk.

Uit oogpunt van volksgezondheid houd ik er dus op het eerste gezicht een schandelijke leefwijze op na, oorzaak van de obesitas-epidemie. Te bestrijden met een 'vet- en voedseltaks', zoals gisteren voorgesteld door de Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) in het rapport Preventie van Welvaartsziekten. Alleen: ik zit al jarenlang op een gewicht van een keurige 70 kilo, ruimschoots binnen de body-mass index en met het cholesterolgehalte is ook weinig mis. Met de aanbevelingen voor een 'vettaks', trapt de RVZ in de valkuil van het
'nutritionisme'. Dat overgewicht een groeiend probleem is, is evident, evenals andere vervelende aandoeningen als diabetes en hart- en vaatziekten. Dat we als samenleving daar iets aan moeten doen, is eveneens duidelijk. Alleen: hoe?

‘Margarine is gezond en boter ongezond’ is onzin
De oplossing wordt tegenwoordig gezocht in het onderverdelen in 'goed' en 'slecht' voedsel. Daarbij wordt niet zozeer verwezen naar het
product dat we daadwerkelijk in onze mond stoppen, maar naar de bestanddelen. Ingrediënt 'vet', vooral in verzadigde vorm, zou ongezond zijn, dus zijn producten met verzadigd vet 'slecht' en zonder 'goed'. Vandaar dat margarine het 'Ik-kies-bewust-logo' krijgt en roomboter niet. Als het aan de RVZ ligt, wordt roomboter dus ook nog eens duurder gemaakt met een vettaks. Maar de boodschap 'margarine is gezond en boter ongezond' is uiteraard onzin: dagelijks een kuipje margarine leeglepelen is niet verstandig en wie leeft van één boterham met roomboter krijgt te weinig vet binnen. Het gaat om de mate waarin iets wordt gegeten in combinatie met de verrichte lichamelijke inspanning.

De vettaks is een mooi voorbeeld van nutritionisme, de ideologie die voedsel beziet als iets dat uitsluitend om gezondheid draait, bepaald door de ingrediënten van het product. Wijdverbreid aangehangen door wetenschappers, voedselindustrie, overheid, voorlichters en journalisten. Bekritiseerd door onder andere de Amerikaanse voedseljournalist Michael Pollan in zijn boek ‘Een pleidooi voor echt eten’. Hoe en wat we eten is cultureel, economisch, sociologisch, ecologisch en gastronomisch van belang, zegt hij: eten is veel meer dan de som der delen.

Bovendien claimen wetenschappers gezondheidseffecten over ingrediënten, die keer op keer veel te kort door de bocht blijken te zijn. Eet geen cholesterol, totdat blijkt dat je vooral wel goede cholesterol moet eten. Eet vezelrijk! Maar wie te veel vezels eet, neemt te weinig magnesium, fosfor en zink op. Anti-oxidanten zijn het helemaal, totdat bleek dat een teveel misschien wel kankerverwekkend is. Margarines worden tegenwoordig aangeprezen met ingrediënt Omega-3. Het is wachten op het onderzoek dat de nadelen van overvloedige Omega-3-consumptie voor het voetlicht brengt. Het belang van wetenschappelijke kennis is kortom beperkt: gezond verstand is een minstens zo goede raadgever.

Een vettaks zal niet helpen
Sinds producten als 'gezond' of 'ongezond' worden aanprezen, is het aantal mensen met overgewicht flink toegenomen. Een vettaks zal ook niet helpen, misschien zelfs integendeel: na een zak light-chips, wil je nóg iets eten, uit verlangen naar een bevredigd gevoel.

Het enorme aanbod van snel, goedkoop, vet en zout voedsel is een van de uitwassen van een voedselsysteem dat daarnaast ook veel andere akelige maatschappelijke gevolgen heeft: een landbouw die funest is voor de biodiversiteit, steeds meer boeren brodeloos maakt en een flinke bijdrage levert aan het klimaatprobleem. In plaats van een vettaks is een forse brandstoftaks een veel vruchtbaarder instrument.

Probeer bij wijze van gedachten-experiment eens voor te stellen wat er gebeurt als de olie honderd keer zo duur wordt. Al het voedsel zal veel dichter in de buurt worden geproduceerd, veel minder bewerkt zijn, met veel meer menskracht worden gemaakt, bovendien op de fiets worden ingekocht. Overgewicht zal als sneeuw voor de zon zijn verdwenen en de landbouw is direct natuur- en klimaatvriendelijker.

Utopie, een recept voor honger? Zo'n driekwart van wat er in mijn gezin wordt gegeten, wordt in een straal van tien kilometer rond mijn huis geproduceerd. Heel smakelijk bovendien, vooral die vette speklappen, zo nu en dan.

Tussenstap: voer schoolmaaltijden in
Nu heb ik niet de illusie dat de duizend procent olietaks morgen wordt ingevoerd. Vandaar als tussenstap een concrete suggestie: voer de
schoolmaaltijden in. Zoals in Italië, waar elke dag een miljoen biologische schoolmaaltijden worden geserveerd. Kinderen leren daardoor wat fatsoenlijk samen eten is: ze zullen na schooltijd veel minder de aandrang hebben te snacken. Als ze dan ook nog als onderdeel van de biologieles zelf de worteltjes verbouwen in de schooltuin, krijgen ze als vanzelf wat beweging. Plus af en toe met de klas op de fiets naar de dichtstbijzijnde melkveehouder. Kunnen ze daar mooi slagroom inslaan voor bij het toetje: niks ongezond, vet lekker.

Michiel Bussink is voedseljournalist. Hij schreef onder andere Ik eet, dus ik ben. Dit artikel verscheen vandaag, 15 december,  ook in
de Volkskrant.