De toekomst is aan platforms

Moderne informatietechnologie slecht de muren tussen professionals en amateurs, tussen deskundigen en leken, tussen betrouwbaren en beunhazen. Dat is, volgens Jos van der Lans, een ongekende revolutie, die diepe sporen zal trekken in de sociale sector. Want sociale platforms maken nieuwe interacties mogelijk.

We leven in revolutionaire tijden. Het vreemde is dat maar weinigen dat echt lijken te beseffen. Het is een revolutie waar we dagelijks aan deelnemen, zonder dat we in de gaten hebben dat we nieuwe revolutionaire omstandigheden aan het creëren zijn. En zelfs als we daar wel een notie van hebben dan betrekken we de revolutie niet op ons dagelijkse werkomstandigheden, op de wijze waarop we bijvoorbeeld een beroep als sociale professional of hulpverlener uitvoeren. Het is, met andere woorden, een ongekende revolutie.

Maar zij dendert voort. En omdat we wel een vermoeden hebben dat er iets gaande is, zeggen we dat het belangrijk is dat we ‘sociale media’ gaan gebruiken, waarmee vooral LinkedIn en Facebook wordt bedoeld. De grootste digitale durfals onder ons gaan twitteren (@josvanderlans), maar dat gebeurt nog vooral omdat je anders ‘de boot mist’. En daarmee houdt het zo’n beetje op.

Maar door deze modieus getinte belangstelling zien velen, en zeker degenen van boven de 45, niet wat er precies gaande is. Wat zich de afgelopen tien jaar ontwikkelt, is een totaal andere manier van kennisproductie, kennisdeling en kennisverspreiding. Alle grote technologische innovaties van de laatste twee decennia komen van bedrijven die platforms ontwikkelen waarop deze nieuwe vormen van kennisproductie en kennisverspreiding geperfectioneerd worden.

In de oude economie werd kennis afgeschermd
Windows is niets meer dan een steeds geavanceerder platform waarop steeds meer specifieke programma’s draaien, Google biedt miljarden mensen niets meer dan een platform waarmee je steeds intelligenter en verfijnder kan zoeken en verbinden, Apple levert ons een structuur waarop een oneindig aantal apps kunnen gaan draaien, Facebook is een extreem krachtig netwerkplatform waarop een eindeloos aantal verbindingen tot stand gebracht worden. De kracht van deze platforms is dat zij bestaande economische organisatievormen revolutionair op de proef stellen.

Want in de oude economie werd kennis zo snel mogelijk afgeschermd. Ze was het eigendom van professionals die bij elkaar kropen in gespecialiseerde afdelingen waar de buitenwereld buitengesloten werd. Zo organiseerden bedrijven hun kennis, maar zo deden dienstverleningsinstellingen en ambtelijke apparaten het ook. Die neiging tot afzondering werd nog eens versterkt door allerhande restricties uit te vaardigen via professionele beroepsverenigingen en beroepscodes, waardoor er een scherp onderscheid gemaakt kon worden tussen professionals en amateurs, tussen de echte deskundigen en de leken, tussen de betrouwbaren en de beunhazen. Zo werd kennis afgezonderd in hiërarchische systemen, die als een soort gesloten kennisfabriek werd georganiseerd, compleet met voormannen, uitvoerders, productieleiders en voorlichtingsafdelingen. De professionaliteit was ingesloten, de buitenwereld uitgesloten.

Deskundigen moeten kennis delen met amateurs
De revolutie die nu al meer dan een decennium gaande is bestaat er uit dat deze muren systematisch gesloopt worden. Buiten de oude bastions kunnen via de nieuwe online platforms mensen elkaar vinden om kennis te delen, initiatieven te nemen, nieuwe diensten uit te vinden en te distribueren. Het enige dat je nodig hebt is een laptop en een internetaansluiting. De mogelijkheden voor mensen om samen te werken, met elkaar waarde te creëren, denkbeelden te delen en dienstverlening te organiseren worden dus niet langer gemonopoliseerd door bolwerken van professionals, maar zijn in principe voor iedereen toegankelijk.

Dat is precies wat we overal zien gebeuren. Deskundigen moeten overal in de wereld het podium delen met amateurs die de oude professionele alleenrechten steeds nadrukkelijker ondermijnen. Sterker, in de buitenbastionse gezamenlijkheid is meer kennis aanwezig dan op de loonlijst van een bedrijf, universiteit of gemeente. Daarom is Linux een beter, goedkoper en stabieler besturingssysteem als Windows. Daarom wist Wikipedia in no time de  gerespecteerde encyclopedie-industrie weg te vagen. Daarom maken slimme bedrijven tegenwoordig steeds vaker gebruik van een soort publieke wetenschappelijke marktplaatsen (platforms) om kennis op te halen voor hun productontwikkeling. Wie #durftevragen op Twitter, verbaast zich er elke keer weer over dat hij razendsnel een adequaat antwoord krijgt.

Platforms verdringen instellingen
Deze revolutie zal diepe sporen trekken in de wijze waarop de sociale sector haar dienstverlening vorm gaat geven. En het opmerkelijke is dat daar eigenlijk zo weinig over wordt nagedacht. Ja, er wordt wel een wat geprobeerd met online-hulpverlening (eerste vraag:  hoe declareer je dat?), elke zichzelf respecterende instelling twittert tegenwoordig beroepspropaganda in 140 tekens, maar echt nadenken over het feit dat de organisatie van professionals in hiërarchisch geordende instituten en hun monopolisering van kennis in beroepsverenigingen en gesloten beroepsprofielen langzaam maar zeker middeleeuwse gestaltes aan het worden zijn, daar hoor je maar weinig professionals en managers over.

Dat zal snel gaan veranderen. Zeker voor alle praat- en mensberoepen omdat deze maar heel beperkt over een eenduidig en exclusieve kennisdomein beschikken, waardoor hun bastions nooit al te sterk zijn geweest. En let op: de kentering zal niet op gang komen, omdat men in deze dienstverlenende instellingen plotseling het licht ziet, maar vooral omdat deze organisaties een steeds groter probleem hebben met hun transactiekosten - de kosten die gemaakt worden om hun diensten aan de man te brengen. Die vormen – zeker in tijden van economische crisis – in toenemende mate hun achillespees.

Deze kosten zijn namelijk door de omvang van de organisatie, de lasten van het vastgoed, de oplopende CAO-uitgaven, de uitdijende overhead, de stijgende kosten van management en bureaucratische verplichtingen zo hoog geworden dat ze de concurrentie met buiteninstitutionele, goedkopere en ook nog vaak snellere vormen van dienstverlening niet aan kunnen. En die nieuwe vormen zijn realiseerbaar door het actief en creatief aanwenden van de mogelijkheden van de nieuwe technologie. Zij manifesteren zich niet als een professionele productie- en declaratiefabriek, maar organiseren zich als een platform, waar kennis publiek beschikbaar wordt gesteld en kan worden aangevuld. En dat platform maakt nieuwe, minder kostenintensieve interacties tussen  professionals en burgers/cliënten mogelijk.

Horizontale netwerkorganisatie
Dat klinkt abstract, maar deze platformachtige plekken zijn al volop in ontwikkeling. Google de naam van Bas Bloem, hoogleraar neurologie aan de Radboud Universiteit, in 2011 met overweldigende meerderheid gekozen tot zorgheld van het jaar, en zie hoe hij met behulp van internet (kijk op: www.parkinsonnet.nl), niet alleen een andere omgang tussen arts en patiënt realiseert maar ook een interface heeft ontwikkeld om buiten het louter professionele domein relevante kennis op te halen en te verspreiden, waardoor de kwaliteit van de zorg echt verbeterd kan worden, omdat optimaal gebruik wordt gemaakt van de kennis van patiënten. De zorg kan in zijn ogen vele malen goedkoper, maar dan moeten we het wel anders durven te organiseren en ook andere kennis dan professionele kennis toelaten.

Het kan dus wel. De urgentie om daadwerkelijk te veranderen neemt ook met de dag toe. Professionals die hun kennis te gelde maken in verticaal georganiseerde organisaties, met hiërarchische lijnen, gesloten beroepsprofielen en in omzetcijfers denkende managers -  ja… die moeten voor het ergste vrezen. Bij elke revolutie horen nu eenmaal slachtoffers en zij komen daar als eersten voor in aanmerking. Daarentegen kan de professional die kennis durft te delen, zich weet te verbinden met platformorganisaties en burgers als partners beschouwt met vertrouwen zijn laptop opstarten. De toekomst komt hem/haar tegemoet.

Jos van der Lans is cultuurpsycholoog en publicist. Zie: www.josvdlans.nl en @josvanderlans.