De constatering dat de meeste mensen kinderen adopteren omdat hun kinderwens onvervuld is gebleven, zal nauwelijks tot verbazing leiden. Naast die onvervulde kinderwens is er ook sprake van betrokkenheid met kinderen in nood. Kinderen die veelal in landen buiten Europa geboren zijn en wegkwijnen in tehuizen die vies, vuil en voos zijn.
Vanuit welk motief de aspirant-adoptieouders ook handelen, zij moeten geduld en doorzettingsvermogen hebben want de adoptie van kinderen is een ingewikkeld, langdurig en kostbaar proces. Om een weg te vinden in de vaak ondoorzichtige bureaucratie van de diverse adoptielanden zijn er in Nederland ruim veertig jaar geleden adoptiebureaus opgericht. De voornaamste taak van deze organisaties is om aspirant-adoptieouders en -kinderen met elkaar in contact te brengen. Dat doen ze met volle inzet en veelal integer.
Wat niet wil zeggen dat ze het dus altijd goed hebben gedaan. Soms waren ze te goed van vertrouwen en hebben ze onvoldoende gecontroleerd of de kinderen die ter adoptie werden aangeboden ook echt door de biologische ouders waren afgestaan voor adoptie. Recent nog werden Chinese kinderen geadopteerd die naderhand geroofd bleken door ambtenaren. Ook onlangs kwam een organisatie in het nieuws omdat ze had samengewerkt met een malafide kindertehuis in Zuid-India. Dit soort incidenten doet het imago van de organisaties geen goed en ook adoptie in het algemeen komt zo in een verdomhoekje terecht. Ten onrechte, want daardoor zou vergeten worden dat de adoptiebureaus de kindertehuizen in adoptielanden ook helpen om bijvoorbeeld bedden, onderwijsmateriaal en schooluniformen te kopen.
Is adoptie wel de oplossing?
Hoewel ik vind dat de adoptielanden het probleem van hun overvolle wees- en kindertehuizen eigenlijk zelf zouden moeten oplossen, zou ik er niet voor willen pleiten om de ondersteuning en de adoptie vanuit Nederland stop te zetten. Überhaupt is de vraag of adoptie afgeschaft moet worden, onzinnig. Er zullen altijd kinderen zijn die niet bij hun biologische ouders (kunnen) opgroeien en er zullen ook altijd adoptieouders nodig zijn om de zorg voor die kinderen op zich te nemen.
Wel moet vaker de principiële vraag worden gesteld of adoptie de oplossing is voor biologische ouders die hun kind moeten afstaan vanwege ontoereikende financiële middelen. Is er geen manier om ervoor te zorgen dat ouders wel voldoende geld hebben om voor hun kinderen te zorgen? Met de kosten van een adoptie, gemiddeld tussen 15 en 20 duizend euro, kun je heel wat gezinnen ondersteunen. Pas als het echt niet anders kan, zou adoptie overwogen moeten worden. Op voorwaarde dat de adoptieouders eerst in het land zelf worden gezocht en pas in latere instantie in een ver buitenland zoals Nederland.
Worsteling met identiteit
Voor een succesvolle adoptie, van een hier of daar geboren kind, is een kritische houding vereist. Van de adoptiebureaus, die elk kindertehuis of contactambtenaar met gezond wantrouwen tegemoet moeten treden. Kloppen de overgelegde gegevens, zijn onze partners in het adoptieland betrouwbaar, waar komen de kinderen die ter adoptie worden aangeboden vandaan?
Ook de aspirant-adoptieouders moeten kritisch zijn, tegenover het bemiddelende adoptiebureau en tegenover zichzelf. Is het bureau betrouwbaar, en met wie werkt het samen? Wat ze in ieder geval niet moeten doen is te snel kinderen willen adopteren uit landen die door natuurrampen zijn getroffen. En natuurlijk is de belangrijkste vraag: zijn wij de juiste personen om een adoptiekind te verzorgen en op te voeden? Hebben wij voldoende nagedacht over wat adoptie betekent voor de eigen identiteit van het kind?
Het kind zal voortdurend vragen krijgen als ‘gôh, waar kom je vandaan?’ en ‘hoe ben je naar hier gekomen?’ Mensen stellen die vragen over het algemeen uit nieuwsgierigheid, niet uit kwaadwillendheid. Maar die vragen maken de worsteling met de eigen identiteit van het adoptiekind wel moeilijker. Hij worstelt niet alleen met de vraag ‘wie ben ik?’, maar ook ‘wiens eigenschappen zou ik hebben?’ en ‘op wie van mijn onbekende biologische ouders lijk ik het meest?’ En niet te vergeten: ‘waarom ben ik afgestaan en moest ik geadopteerd worden?’
Denk je als aspirant- adoptieouders dan nog steeds dat adoptie voor een kind goed is, dan zou ik zeggen: hoera.
René Hoksbergen is emeritus hoogleraar Adoptie aan de Universiteit Utrecht. Onlangs verscheen zijn boek 'Kinderen die niet konden blijven - zestig jaar adoptie in beeld’.