Discriminatie van mensen met een beperking vaak niet herkend

Een gebrek aan toegankelijkheid voor mensen met een beperking beschouwen we meestal niet als discriminatie, maar dat is het wel. Movisie-onderzoekers Caroline Harnacke en Hanneke Felten laten zien hoe dat komt en hoe het anders kan.

Toegankelijkheid is een thema dat dankzij het VN-verdrag voor rechten van personen met een beperking bij steeds meer gemeenten op de agenda prijkt. We zien echter dat de discriminatiegrond ‘beperking’ juist de minste aandacht krijgt in antidiscriminatiebeleid, zo blijkt uit een recente monitor van KIS en Movisie. Onlangs deden wij vanuit Movisie een literatuuronderzoek naar toegankelijke woningen. We stuitten hierbij onder meer op onderzoek van Ieder(in) en de Woonbond waaruit blijkt dat er veel te weinig woningen zijn voor mensen met een fysieke beperking. Het viel ons tijdens ons onderzoek op dat verschillende betrokkenen vroegen: ‘Wat heeft dit probleem eigenlijk te maken met discriminatie?’

Geen toegankelijkheid is discriminatie

We denken bij discriminatie al gauw aan precies dezelfde gevallen ongelijk behandelen. Piet en Mehmet hebben eenzelfde cv, maar Piet wordt aangenomen en Mehmet niet. Dat is zeker discriminatie, maar discriminatie is breder dan dat. Volgens het SCP is discriminatie ‘het nadelig behandelen van personen omdat zij behoren tot een bepaalde groepering of tot een bepaalde groepering worden gerekend’ (Andriessen, 2017). Het gaat erom dat de uitkomst nadelig is voor iemand omdat hij of zij behoort tot een bepaalde groep of bepaalde persoonskenmerken heeft, zoals het College voor de rechten van de mens, dit noemt. Iemand wordt dus achtergesteld puur en alleen vanwege z’n persoonlijke kenmerken zoals afkomst, seksuele voorkeur of beperking.

Iedereen die niet voldoet aan deze norm moet zich maar aanpassen

Bij mensen met een beperking komt deze achterstelling veel voor. Zij kunnen bijvoorbeeld een gebouw niet in, ze kunnen een opleiding niet doen of worden gedwongen om te verhuizen. Vaak wordt dit beschreven als een probleem in ‘toegankelijkheid’. En dat is meestal ook correct: een bepaalde dienst of een gebouw is letterlijk niet toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Maar daarnaast is het ook een vorm van discriminatie.

Alleen omdat mensen een beperking hebben, worden ze uitgesloten en achtergesteld. Discriminatie is niet alleen dezelfde gevallen ongelijk behandelen, maar ook een bepaalde dienst of een gebouw op zo’n manier inrichten dat die alleen te gebruiken zijn door een bepaalde groep mensen. Dit heet wettelijk gezien ook wel ‘indirecte discriminatie’ (rijksoverheid).

Samenleving beperkt

Door indirecte discriminatie vallen mensen met een beperking dus dikwijls buiten de boot. Bijna overal is onze samenleving ingericht voor mensen zonder beperking. Zij lijken onbedoeld of onbewust de norm te zijn. Iedereen die niet voldoet aan deze norm moet zich maar aanpassen.

Veel mensen zien het zelfs als de taak van artsen om ons van een beperking af te helpen. Er wordt ingezet op bevolkingsonderzoeken en preventieve aanpakken zodat er minder mensen met een beperking in onze samenleving zijn. Het denken dat hieraan ten grondslag ligt noemen we het ‘medische model’ van een handicap.

Inmiddels zijn deskundigen het erover eens dat dit ‘medische model’ verouderd is. Sinds 2016 geldt in Nederland het VN-verdrag handicap. Dit verdrag introduceert een ander perspectief om naar mensen met een beperking te kijken: het ‘sociale model’. Om dit model te begrijpen, is het verschil tussen een beperking (in het Engels impairment) en een handicap (in het Engels disability) essentieel (Hiskes, 2019).

Als we onze samenleving anders inrichten, hoeft een beperking geen handicap te zijn

Een beperking is iets wat een persoon zelf heeft, vanaf z’n geboorte of later gekregen, waardoor deze persoon afwijkt van wat in de maatschappij als norm wordt gezien. Een handicap is het probleem dat je ervaart als je met je beperking wilt deelnemen aan de maatschappij. Een simpel voorbeeld: het is niet de rolstoel die maakt dat iemand het restaurant niet binnen kan, maar het zijn de trappen bij de ingang.

In het ‘sociale model’ is niet een persoon gehandicapt, maar ontstaat een handicap in de wisselwerking tussen de beperking en de samenleving. Het zijn de drempels in de samenleving, vaak dus letterlijke, waardoor iemand met een beperking een handicap ervaart.

Als we onze samenleving anders inrichten, hoeft een beperking geen handicap te zijn. Dan maakt een beperking gewoon deel uit van de menselijke diversiteit. Het sociale model vraagt ons om anders te kijken naar mensen met een beperking. Het vraagt ons om ons mensbeeld te heroverwegen. Dit heeft gevolgen voor beleid, zoals ook het SCP en de RVS in recente rapporten beschrijven.

Geen gunst, maar recht

Het wegnemen van drempels in de samenleving voor mensen met een beperking is geen vorm van liefdadigheid of een gunst. Het is nodig om discriminatie van mensen met een beperking te verminderen. Het is een recht. Dat is ook vastgelegd in artikel 1 van onze grondwet.

Het recht op toegankelijkheid wordt mensen met een beperking over het algemeen niet met geweld ontzegd (zoals in de VS voor zwarte mensen wel het geval was toen het recht voor toegankelijkheid daar werd herkend, zie het general comment over toegankelijkheid). Maar het is alsnog door menselijk handelen dat mensen met een beperking vaak geen gebruik kunnen maken van restaurants, parken en openbaar vervoer, namelijk door trappen, de afwezigheid van liften en toegankelijke informatie.

Mensen met een beperking kunnen regelmatig niet meedoen omdat de samenleving hen discrimineert, en niet omdat er iets mis is met hen. Het zou dan ook eigenlijk geen vraag moeten zijn of je als gemeente of bedrijf wel of niet geld in een bepaalde dienst wil steken om die toegankelijk te maken: het zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn.

Wij hopen dan ook dat iedere gemeente en iedere organisatie hiermee aan de slag gaat. Gelukkig zijn er steeds meer die dat al doen.

Caroline Harnacke en Hanneke Felten zijn onderzoeker bij Movisie en bij Kennisplatform Inclusief Samenleven.

 

Foto: Bas Boerman (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 5680 keer bekeken.

Reacties 8

  1. Al meer dan 25 jaar heb ik een vast contract bij een ‘sociaal ontwikkel’ bedrijf. Dat bedrijf is sinds 2 jaar onderdeel van een grote Gemeente. Toch maakt dat totaal niets uit. Dat oude contract hanteren ze niet meer. Het is geen SW contract, dus heb ik die rechten ook niet. Maar ik heb wel een contract, een CAO en arbeidsvoorwaarden. Toch reageert deze grote stad totaal niet op mijn werksituatie. Die sinds vorig jaar 1-12-2022 zonder! mijn toestemming is aangepast. Ik heb altijd via detachering gewerkt in het sociale domein. Met een HBO opleiding, maar er zijn in die grote stad geen? geschikte vacatures meer. En dat na meer dan 30 jaar werken, mijn beroep ben ik voorlopig kwijt.

    Alle andere werknemers, meestal met een SW contract, Participatiecontract of Aan de Slag contract, hebben ook geen idee wat hun positie is bij die grote Gemeente. Daar horen we ‘niets’ en niemand over. Maar kennelijk zijn we dus helemaal geen personeel van de Gemeente. Het bedrijf was ooit zelfstandig, maar nu gelden toch de gemeentelijke voorwaarden en faciliteiten? En waarom schuift de ‘werkconsulente’ deze opdracht dan niet door naar de HR afdeling van de Gemeente? En mag ik, zonder SW contract, wel verplicht worden tot SW werkzaamheden? Want nu ben ik, door die grote stad en omdat er ‘geen’ controle is van dit bedrijf, zonder toestemming SW werkzaamheden aan het doen. Dat is dus nu mijn rechtspositie, wel een contract en CAO, maar de Gemeente reageert nergens op.

    Hoe lang gaat dit nog duren? Want om me heen, aan de lopende band, snapt niemand, dat ik aan mijn lot wordt overgelaten. Ook de OR schuift de gang van zaken weg. Van de wethouder niets meer gehoord en dat geldt ook voor de directeur van het bedrijf. Dus dan zijn de rechten van deze SW mensen ook niet gedekt. Omdat er niet duidelijk is, of we allemaal (dus ook ik) personeel zijn van de Gemeente. Mijn contract is geldig, maar dat ligt in het archief. Dat weet niemand meer. Ooit deed dit bedrijf die wetgeving voor de Gemeente, vandaar mijn contract bij dit bedrijf. Dit is dus die grote stad als ‘werkgever’, ook voor al die mensen bij dit ‘Sociale Ontwikkelbedrijf’.

    Ik schrijf dit, omdat het belachelijk is dat een grote stad, mensen met een ander contract, helemaal aan de kant ‘schopt’. Maar mijn contract is een sterk contract. Dus word ik al 7 maanden in een hal gezet met produktiewerk, stickers plakken en snoep inpakken. En dat in 2023!

  2. Alle woningen en gebouwen zouden toegankelijk moeten zijn voor gehandicapten ♿ . Alle bouwnormen zouden moeten worden aangepast zodat er drempelloze en voldoende brede doorgangen zijn ve rolstoel. Uiteraard de woningen waar de gehandicapte zelf woont maar je wilt als gehandicapte ♿ toch ook weleens bij iemand op bezoek?!

    Ja, dit vergt een heel andere manier van denken en van bouwen. Het begin is voldoende woningen voor gehandicapten ♿, maar een inclusieve samenleving vraagt meer dan dat en zou dat ook eigenlijk “moeten” willen leveren.

    Het is toch diep triest dat iemand in rolstoel niet mee kan naar een leuk horecatentje omdat er drempels, trapjes zijn. Geen lift is. Geen invalidenWC
    Je moet constant nagaan kan ik daar komen met ov of auto, kan ik daar parkeren, is er een lift, zijn de doorgangen breed genoeg , is er een ♿toegankelijke WC . Echt zo ONWELKOM

  3. Levensloopbestendig wonen alleen voor 55+ is een tunnelvisie en absoluut niet meer van deze tijd. Jaren onnodig aanklooien met sterke achteruitgang en sociaal isolement tot gevolg wordt heel normaal gevonden. Pas op je 55e verjaardag gaat de drempelloze seniorenwoninghemel voor je open. Kerngezonde senioren die in protest gaan omdat ze geen jongeren in hun flat willen mogen in een Sire campagne worden toegesproken. Dat zijn mensen die wel elke dag naar buiten kunnen.

    Ooit sprak ik een stedebouwkundige die verzuchtte dat er bij een plan voor een parkje er dan altijd nog een heuvel/oprit bij moest. Op mijn vraag waarom hij niet bij geweldige toegankelijkheid begon, ook voor scootmobiel, met een blindengeleidestrook en een goede leuning en pas later een trapje voor het leuk als het nog paste viel hij stil. Hij ontwerpt nu anders omdat hij ook luisterde naar sociaal isolement door ziekte. Dat samenkomen nog meer noodzaak is omdat mensen die je vrienden noemde mensen bleken te zijn met wie je leuke dingen deed.

    Discriminatie van scootmobiel in grote openbare gebouwen of musea die fors gesubsidieerd gebouwd of verbouwd zijn met overheidsgeld is overigens nog steeds een groot punt. Museum de Fundatie en Noord Brabants Museum vinden dat je maar iemand mee moet nemen die je in een rolstoel duwt. Of met ongelooflijk veel pijn in een miniscootmobiel moet overstappen (Forum Groningen). Vriendschap is geen 112. De dag dat iemand eindelijk weg kan qua energie en motoriek is niet zo maar iemand beschikbaar om mee te gaan, ook omdat na jaren ziekte de vriendenkring meestal nog heel klein is.

  4. Sociaal isolement – wajong – recht op zorg maar krijg het niet, volgens hun waarschijnlijk te goed maar wel elke maand ziek, vermoeid, geen netwerk maar omdat gemeente het kan wordt ik uitgesloten. Dus zit ik alleen. Onzichtbare handicap en je wordt zo opzij gezet. Knok maar eens alleen voor je recht als je in de knoop zit, gezegd recht op zorg te hebben maar ook expliciet benoemd geen netwerk te hebben.

    Dit precies; Jaren onnodig aanklooien met sterke achteruitgang en sociaal isolement tot gevolg wordt heel normaal gevonden. Tot gevaarlijke praktijken want heb duidelijk genoemd ook nierziekte te hebben 20 jaar gemiddeld dus kans op afstoting. Genoeg gezegd om preventie te bieden maar inmiddels door hoge stress ook hoge bloeddruk.

    Vaak nog op zichtbare handicap maar we vergeten de groep onzichtbare handicap. Meedoen met maatschappij gaat zoveel verder dan ook alleen maar drempels of taxi’s. Ook begeleiding is een onderdeel van bestaanszekerheid/meedoen met maatschappij omdat je het alleen niet redt. Nu bestaat mijn leven om overleven omdat het allemaal te zwaar is en niemand kijkt naar me om.

  5. Als je lichamelijk afhankelijk bent beslissen andere ook boir he welke relatie je mag hebben
    .je mag ook niet samen in een woonzorgcentra oud wordrn

  6. Laat mij maar die kutpillen slikken overal voor betalen en geef de statushouder alles maar voor niets. Oh ja en ondertussen alles links wegkijken, dat is niet gebeurd, zo is het niet, zo moet je het niet zien, etc.

  7. Ik ben al 60 jaar lang slachtoffer van roken en heb incidenteel last van zware astma-aanvallen. Toen ik op 7 jarige leeftijd naar school ging werden de leslokalen door leraren letterlijk en figuurlijk blauw gerookt! Ik heb daardoor nooit een redelijke startkwalificatie of schooldiploma kunnen behalen. Daardoor heb ik dus ook nooit een fatsoenlijke baan gekregen, vaak geen inkomen, in sociale zin uitgesloten worden, schulden, en zelfs een huisuitzetting recht voor de kerst in 1983 door een christelijke woningbouwvereniging wegens huurachterstand terwijl mijn partner toen 7.5 maand zwanger was, herhaaldelijke zelfmoordpogingen van mijn partner waren aan de orde van de dag en de laatste zelfmoordpoging zorgde er voor dat mijn partner (inmiddels mijn ex) in een rolstoel zit. Dit zijn die zaken die deze smerige staat aan de lopende band loslaat op gehandicapte burgers! Er zijn nog veel meer klappen die vooral mijn partner en dochter niet meer te boven gekomen zijn. Er is een oerwoud van hulpverleners en fondsen die zogenaamd maatschappelijke ondersteuning bieden terwijl zij in werkelijkheid niets doen! Je zou als astmapatient verwachten dat het Longfonds opkomt voor de belangen van astmapatienten maar niets is minder waar, zij zijn alleen gek op donaties en erfenissen zodat al die vieze vette directeurssalarissen betaald kunnen worden. Ondergetekende is een vereniging aan het opzetten die jacht maakt op tabaksaccijnzen ofwel de kip met de gouden eieren! Kijk op http://www.slachtoffersroken.n... en zie zelf hoe het Haagse gespuis met hun bolle reet op het pluche astmapatienten in casu gehandicapten laat lijden omdat tabaksaccijnzen belangrijker zijn dan de gezondheid van mensen met astma! Nu 60 jaar later zijn rokers ineens criminelen zij betalen idiote bedragen aan accijnzen op tabak ter ontmoediging maar waar die extra opbrengsten dan aan ten goede komen wordt natuurlijk niet vermeld. Ondanks dat ik enorm last heb van tabaksrook vind ik dat rokers met rokers moeten kunnen roken. En jaah daar is ie weer de domme imbeciele acties zoals het jaarlijkse hysterische Stoptober circus en de door een stelletje ideele randdebiele bedachte Rookvrije Generatie lost niets op voor mensen met astma! De rookvrije generatie is een zwakzinnig luchtkasteel dat nooit zal werken. Ik zou eerst de niet rokende slachtoffers van roken maar eens schadeloos gaan stellen en daarnaast een solidariteitsheffing invoeren bij de tabaksindustrie en de accijns op tabak afschaffen. Voorlopig hebben wij er voor gezorgd dat er dit jaar 138 miljoen euro minder aan tabaksaccijns wordt binnen geharkt. En neeh ik heb natuurlijk niet gestudeerd ik ben geen wetenschapper en vervul ook geen nobile officium maar gewoon een vertrapte gehandicapte! Koop geen tabak in Nederland help mee de tabaksaccijns te slopen!!

  8. Onze MinderValide huurwoning van 1980 met traplift heeft nooit een trapleuning gehad. De adgekeurde traplift wordt nu niet vervangen, omdat de verhuurder geen trapleuning wil aanbrengen, wat sinds 2024 is verplicht. De verhuurder zegt dat aanpassingen niet vallen onder het huurrecht en verhuurder niet verplicht is een trapleuning te plaatsen. De traplift wordt niet vervangen en gemeente kan boetes opleggen, omdat trapleuning ontbreekt.
    Mijn man is geboren met een handicap, hij kan niets aan deze situatie doen. Verhuurder laat ons in de steek.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *