Diploma of ervaring? Zorgen met wat werkt

Het is hoog tijd om de rigide scheiding tussen zorgprofessional en vrijwilliger te herzien. Dat schrijven Jet Bussemaker, Ageeth Ouwehand & Antoinette Reerink; respectievelijk voorzitter, raadslid en adviseur van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS).

Dat het hoog tijd is om die scheiding te herzien, toont het verhaal van Eric Corton (Volkskrant van 12 februari 2024) weer eens aan. Door de ervaring die hij opdeed tijdens de ziekte van zijn vader, werd Corton (55) gegrepen door de schoonheid van het zorgwerk. Toen vader overleed wilde Corton zich blijven inzetten voor de verpleeghuiszorg. Eerst als vrijwilliger, later parttime in dienst. Maar dat kon alleen via de traditionele route: eerst een diploma halen met rekenen, spellen en burgerschapskunde, alsof hij een onervaren schoolverlater was. Demotiverend en onnodig.

Zorgorganisaties zouden iedereen die voor anderen wil zorgen met open armen moeten ontvangen

Bij steeds meer organisaties kan Corton zonder diploma direct aan de slag. Dat is maar goed ook. In de zorg zijn gemotiveerde mensen met (levens)ervaring van grote waarde voor het leefplezier van cliënten en de kwaliteit van zorg. Om niet te spreken van de verlichting die zij brengen in tijden van groeiende personeelsschaarste. Zorgorganisaties zouden iedereen die voor anderen wil zorgen met open armen moeten ontvangen en meer maatwerk moeten bieden.

Dat maatwerk ontbreekt nog vaak, zowel voor vrijwilligers als voor nieuwe werknemers. Onbetaalde krachten mogen juridisch bijna alles, want zonder contractuele relatie is de organisatie niet aansprakelijk voor eventuele missers die zij begaan. Weinigen weten dit. Daarom blijven kansen onbenut. Naasten mogen veel meer dan professionals gewend zijn uit handen te geven. Van steunkousen aantrekken, tot injecteren en katheteriseren (hen desgewenst aangeleerd door professionals). Maar zodra een leergierige vrijwilliger betaald zorgwerk wil doen, willen organisaties geen enkel risico lopen en wordt vaak een erkend diploma vereist. Zo gaan heel wat gemotiveerde mensen met zorgervaring verloren voor de sector.

Modulair opleiden

Door het idee dat zorg vooral professionals toebehoort, is een kloof ontstaan tussen betaald en onbetaald zorgwerk die niemand ten goede komt, de zorgvrager al helemaal niet. Juist nu er zulke personeelstekorten zijn, doen we er goed aan naar bekwaamheden (vaardigheden) te kijken in plaats van bevoegdheden (diploma’s). Ofwel mensen van buiten en binnen de zorg in staat stellen om in de praktijk (deel)certificaten te halen en te stapelen: modulair opleiden dus.

Stel mensen in staat op maat een portfolio op te bouwen van (deel)certificaten

Gelukkig doen steeds meer organisaties dat zoals zoals Amstelring, Silverein en Cardia. Corton zou ook zo bij ouderenzorgorganisatie Warande zijn aangenomen, als zorg-assistent. Daar had hij een opleiding in basale vaardigheden kunnen krijgen, waarop hij weer op maat had kunnen voortborduren. Om werkenderwijs helpende te worden. Van de honderd studenten die deze organisatie continu heeft, zijn er inmiddels 95 zij-instromer en slechts vijf ‘jonkies’.

Niet uitgaan van risicoaversie

Het is een kanteling van perspectief: niet uitgaan van risicoaversie, maar van vertrouwen. Samen  zoeken wat het beste past. Met veel aandacht voor het welzijn van hulpbehoevende mensen, naast zorg.

Een volgende stap is vrijwilligers en mantelzorgers die geen contract en betaling verlangen, ruimschoots de gelegenheid te bieden zich te scholen binnen zorgorganisaties. Naast aanpassingen in de zorg, vraagt het ook een radicale vernieuwing van het mbo-onderwijs: meer dan nu nog gericht op opleiden in de praktijk zoals bij de Zeeuwse praktijkroute ouderenzorg en bij ROC Mondriaan in Den Haag. Kortom, stel mensen in staat op maat een portfolio op te bouwen van (deel)certificaten, gebaseerd op feitelijk bekwaamheden.

De problemen in de zorg zijn groot, maar er liggen is veel kansen voor het oprapen. Daarmee kunnen we vandaag beginnen.

Jet Bussemaker, Ageeth Ouwehand & Antoinette Reerink zijn respectievelijk voorzitter, raadslid en adviseur van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS).

 

Foto: Cedric Fauntleroy via Pexels.com