Aantrekkelijk wonen in krimpgebied kan prima

In de discussie over krimp ligt de nadruk vaak op leegloop en doemt al snel het beeld van spookdorpen op. Dat beeld is onvolledig. Er verhuizen namelijk ook nog steeds mensen náár krimpgebieden, vanwege de betaalbaarheid van de huizen en de kwaliteit van de leefomgeving.

In zijn bijdrage aan de discussie over krimp zegt Nol Reverda dat krimpgebieden dynamiek en nieuwe energie nodig hebben. Waar hij betoogt dat Parkstad Limburg meer moet inzetten op stedelijke kwaliteiten, blijken het in noordelijke  krimpgebieden, naast betaalbare woningen, eerder plattelandskwaliteiten te zijn die nieuwe bewoners aantrekken. En, misschien verrassend, ook jonge verhuizers trekken naar deze gebieden. Het dominante beeld over verhuizen naar het platteland is dat van de welvarende stedeling op zoek naar een nieuw leven in een idyllische omgeving.

In mijn onderzoek heb ik het klassieke beeld van verhuizen naar het platteland kritisch tegen het licht gehouden door de verhuisstroom naar plattelandsgebieden die minder in trek in zijn nader te onderzoeken. Ik heb me daarbij gericht op Noord-Nederland. Behalve wetenschappelijk relevant is dit ook vanuit beleidsoogpunt interessant. Grote delen van het Nederlandse platteland hebben of krijgen in de toekomst te maken met bevolkingskrimp. Omdat de instroom één van de factoren is die van invloed zijn op de bevolkingsontwikkeling, naast geboorte, sterfte en het aantal vertrekkers, is het belangrijk meer inzicht te hebben in de verschillende migratiestromen naar verschillende soorten plattelandsgebieden.

Minder populair en populair platteland

Als maatstaf voor de populariteit van plattelandsgebieden als woongebied is de gemiddelde huizenprijs per gemeente genomen. De minder populaire gebieden, met relatief lage huizenprijzen, liggen langs de noordelijke en oostelijke grens van Noord-Nederland. Deze gebieden met voornamelijk een zeer open landschap krijgen volgens de prognoses te maken met een krimp van zowel bevolking als huishoudens. In sommige van deze gemeentes is deze ontwikkeling al begonnen. Om te bepalen of de gevonden uitkomsten specifiek zijn voor minder populaire plattelandsgebieden heb ik een directe vergelijking gemaakt met verhuizers naar populaire gebieden in dezelfde regio: de meer half-open zandgebieden in het noorden en zuiden van de provincie Drenthe en het merengebied in het zuidwesten van Friesland. Ook deze gebieden hebben te maken met krimp, maar in iets mindere mate. Vooral het probleem van de krimp van huishoudens speelt hier veel minder.

Krimpgebieden met lage huizenprijzen trekken jonge verhuizers

Om erachter te komen wie er naar minder populaire plattelandsgemeenten verhuizen en waarom ze dat doen, zijn voor het onderzoek vragenlijsten verspreid onder nieuwe inwoners van vier noordelijke gemeenten. Ter vergelijking is dezelfde vragenlijst ook verspreid onder nieuwe inwoners in drie ‘populaire’ noordelijke gemeenten. Bijna de helft van de recente verhuizers naar de minder populaire plattelandsgemeenten blijkt jong te zijn, tussen de 20 en 34 jaar en niet van ver te komen, maar uit de omliggende gemeenten en elders uit Noord-Nederland. Gelet op de sociaaleconomische kenmerken, valt op dat de verhuizers naar minder populaire plattelandsgebieden weliswaar minder vaak hoogopgeleid zijn dan de verhuizers naar populaire gemeenten, maar nog steeds is het aandeel hoogopgeleiden groot, namelijk 43 procent. Verder valt op dat de inkomens van de verhuizers naar minder populaire gebieden gemiddeld lager liggen dan die van de verhuizers naar populaire gebieden en het platteland in het algemeen. Niettemin is het aandeel van de laagste inkomensgroep slechts klein en is de groep werkenden relatief groot.

Naast deze meer traditionele kenmerken blijkt dat verhuizers naar minder populaire gebieden meer belang hechten aan de waarden ‘rationeel zijn’ en ‘uitdaging en verandering’ dan de verhuizers naar populaire gemeenten. Verhuizen naar minder populair platteland kan dus gezien worden als een rationele keuze, meer huis voor je geld, of misschien zelfs wel als een avontuurlijke keuze.

Betaalbaar wonen in het groen

Wat is het dan dat mensen trekt naar deze, in het algemeen, minder in trek zijnde gebieden? Het meest genoemde motief, door een kwart van de nieuwe inwoners, is de beschikbaarheid van een geschikte en betaalbare woning. Ook de kwaliteit van de woonomgeving wordt door ruim een vijfde van de verhuizers genoemd. Hierbij horen antwoorden als ‘ruimte’, ‘weidse uitzichten’ en ‘prachtige omgeving’. Dit motief wordt voornamelijk genoemd door hogeropgeleiden, verhuizers met hogere inkomens en verhuizers tussen de 35 en 64 jaar.  Verder komen meer persoonlijke redenen naar voren, zoals intrekken bij een partner en dichtbij familie en vrienden willen wonen. En ten slotte worden sociale kwaliteiten als vrijheid, vriendelijkheid en gemoedelijkheid genoemd als reden om te verhuizen naar de krimpgebieden.

Benadruk het beeld van leegloop niet

De uitkomsten van mijn onderzoek laten zien dat het aandeel lokale en regionale verhuizers groot is, vooral in de krimpgebieden met lage huizenprijzen. Dit maakt het voor beleidsmakers de moeite waard om deze groepen voor het gebied te behouden, in plaats van veel tijd en geld te steken in pogingen om mensen van verder weg aan te trekken. Verder blijkt de kwaliteit van de omgeving een belangrijke rol te spelen bij het verhuizen naar minder populaire plattelandsgebieden, zoals recent ook bleek uit de Dorpenmonitor van het SCP. Dit betekent dat het nodig is om kwaliteiten als rust, ruimte, natuur en landschap in deze gebieden te bewaren.

Bij verhuizen blijken beelden die mensen van plaatsen en gebieden hebben een belangrijke rol te spelen. Het bevorderen van toerisme kan een indirecte manier zijn om nieuwe inwoners aan te trekken, evenals experimenten als het uitdelen van gratis treinkaartjes en ‘proefwonen'. Maar de beleidsmakers moeten er wel rekening mee houden dat kennis van een gebied niet altijd leidt tot een positief beeld en dat negatieve percepties lastig zijn te veranderen. De discussie over bevolkingskrimp in Nederland gaat vaak vergezeld van beelden van dichtgespijkerde ramen en lege winkels. Het is voor beleidsmakers zaak deze beelden niet te benadrukken in hun drang om het probleem van krimp op de kaart te zetten. Voor het aantrekken van nieuwe inwoners is dit geen goede strategie.

Rixt Bijker promoveerde onlangs aan de Rijksuniversiteit Groningen op het proefschrift 'Migration to less popular rural areas: the characteristics, motivations and search process of migrants'. Ze is nu als postdoc onderzoeker werkzaam bij dezelfde universiteit. Het volledige proefschrift kunt u hier vinden.