De reacties van tientallen Nederlandse en Belgische slachtoffers van treiterende buren op het eerdere artikel over burenpesten bevestigen dat dit fenomeen los staat van leeftijd, geslacht, etniciteit, woon- en leefomstandigheden en educatieve achtergrond van zowel slachtoffer als dader. Vanwege de inmenging in de privésfeer, de voorbedachte rade, herhaling en duur, is burenpesten zeer doeltreffend in het langzaam verwoesten van het woongenot van mensen.
Treiteraars lijken zich voortdurend af te vragen hoe zij hun slachtoffers tot het uiterste kunnen drijven. Ze zijn op zoek naar effectieve strategieën en tactieken om deze vervolgens als een soort ritueel dagelijks, jaar in jaar uit, in de praktijk te brengen. Daar komt bij dat slachtoffers van de pesterij soms ook druk vanuit de wijdere omgeving ervaren, wanneer andere buren mee gaan pesten of de kwestie negeren; of wanneer professionals hen de niet aflatende stroom van klachten kwalijk gaan nemen – victim blaming. Met andere woorden, door z’n intentie en effectiviteit in het beschadigen van mensen is burenpesten een vorm van mishandeling, en door z’n stelselmatigheid een vorm van marteling, waardoor burenpesten in het strafrecht thuishoort.
De veroorzaakte schade is enorm
De slachtoffers rapporteren verder dat men permanent emotioneel ontwricht raakt, vergelijkbaar met iemand die lijdt aan een posttraumatische stressstoornis. Het pesten achtervolgt hen overal, ze zijn in een staat van permanente waakzaamheid, en voelen sterke emoties wanneer ze iemand tegenkomen die op de pestkop lijkt, aan het pesten denken of erover praten. Als gevolg heeft men de neiging zich af te zonderen. In de meeste gevallen worden slachtoffers gedwongen zich te gedragen op een manier die strijdig is met hun normale manier van voelen, denken en handelen.
Burenpesten legt een beslag op de geestelijke gezondheidszorg, onderzoek door de GGD Amsterdam liet zien dat het langdurig gebruik van alcohol en kalmerende medicijnen met zich mee kan brengen. Slachtoffers overwegen zelfs zelfmoord om een einde te maken aan hun lijden. Burenpesten heeft niet alleen langdurige nawerkingen en complicaties voor de betrokkenen zelf, maar ook voor het gezinsleven. Kinderen in een gepest gezin hebben onder de situatie te lijden. Het getreiter heeft daarnaast ook gevolgen voor de arbeidsproductiviteit en heeft dus ook een economische keerzijde.
Professionals en instituties weten niet hoe ze kunnen helpen
Volgens de slachtoffers wordt de persoonlijkheidsstructuur van de belager door de betrokken professionals onderschat. Treiteraars kunnen uiterst charmant zijn en zich als goede buren gedragen tegenover andere buren en professionals. Indien ontmaskerd, kan de treiteraar de situatie manipuleren en de onschuldige spelen. Zij kunnen zelfs hun verontschuldigingen aanbieden, maar na het contact met professionals weten zij precies welke praktijken het meest effectief zijn om schade te blijven toebrengen. Hun vriendelijke houding helpt hen hun intimiderend gedrag te rechtvaardigen en dient om hun slachtoffers zo onzeker te maken, dat zij niet langer met anderen over hun situatie durven te praten.
Typische reacties die slachtoffers krijgen te horen zijn: ‘Er is geen sprake is van een strafrechtelijke situatie’ – politie. ‘Het is een privékwestie waar zij niets aan kunnen doen’ –woningbouw. En: ‘Het is iets tussen bewoners. Wij kunnen slechts bemiddeling aanbieden’ –gemeente. De gemene deler is het institutionele onvermogen om dit maatschappelijke verschijnsel vanaf een vroeg stadium in te dammen. Het optreden van instellingen en autoriteiten blijft, volgens de slachtoffers die reageerden, beperkt tot routinematige acties en procedures die van toepassing zijn bij burenruzies en die vaak contraproductief zijn. Het getreiter en daarmee het lijden worden er eerder door verlengd en verhevigd dan beëindigd. Gebrek aan deskundigheid, andere prioriteiten en in sommige gevallen nalatigheid maken dat woningcorporaties, politie, gemeenten en andere betrokken organisaties veelal niet in staat zijn de slachtoffers doeltreffende oplossingen aan te bieden en hun persoonlijke integriteit te beschermen.
Burenpesten wordt verward met burenruzie
Met uitzondering van de gemeente Amsterdam, maken instellingen geen onderscheid tussen burenruzies en burenpesten. Door burenpesten te definiëren als 'herhaaldelijk wangedrag van één of meerdere personen tegen één of meerdere specifieke personen of huishoudens’, onderscheidt Amsterdam het duidelijk van burenruzie. Oppervlakkig gezien kunnen burenpesten en burenruzie inderdaad gemakkelijk als identiek worden beschouwd, maar communicatie, motief, doel, vorm, intensiteit en duur verschillen veelal (zie tabel 1). In essentie, is burenpesten, in tegenstelling tot burenruzie, nadrukkelijk gericht is op schending van het privéleven.
Tabel 1. Verschillen tussen burenruzie en burenpesten
De verwarring van burenpesten met burenruzie is ook de oorzaak van het ontbreken van literatuur over burenpesten. Een recent gepubliceerd internationaal handboek met duizend vijfhonderdvier pagina’s en vierenzeventig hoofdstukken over (met name) pesten op school, alsook pesten op het werk, binnen families, in verzorgingshuizen en gevangenissen, besteedt geen woord aan treiterende buren (Smith & O’Higgins Norman, 2021).
Voor de opleiding en scholing van professionals die het treiteren moeten aanpakken, is een beter inzicht in de psychologische, sociale en juridische aspecten van burenpesten en de effectiviteit van haar aanpak echter onontbeerlijk. De gemeente Amsterdam heeft sinds 2016 weliswaar een anti-treiterbeleid waarbij jaarlijks tientallen zaken worden behandeld maar het casuïstisch bewijsmateriaal hiervan wordt niet gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek, de dossiers gaan na een bepaalde tijd verloren.
Dit gaat over mensenrechten en een duurzame samenleving
Persoonlijke integriteit en goed nabuurschap zijn grondrechten, zoals verwoord in het internationaal verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de grondwet. Burenpesten is een schending van deze fundamentele rechten omdat zij de vreedzame co-existentie tussen buren verstoort; langdurige fysieke en psychische onveiligheid voor de slachtoffers in hun persoonlijke levenssfeer veroorzaakt; en mensen door gedwongen verhuizing uit hun vertrouwde huiselijke omgeving verdrijft.
Gemeenten zijn de eerstaangewezen overheid die (wettelijke) verantwoordelijkheid heeft voor de veiligheid en de bescherming van het privéleven van haar inwoners. Zolang zij geen oplossingen bieden voor een dergelijk chronisch maatschappelijke probleem, worden fundamentele rechten binnen de gemeente niet geëerbiedigd. Een van de zeventien mondiale duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) is dat onze gemeenschappen vrede, rechtvaardigheid en sterke instellingen bereiken. Daarvoor is ook nodig dat een elementair vraagstukken als pesten in alle maatschappelijke geledingen met tak en wortel wordt uitgeroeid.
Margarita Amador en Alfons Uijtewaal zijn academisch geschoolde ervaringsdeskundigen en werken bij Stichting Huize Aarde. Zij voerden gesprekken met gedupeerden, sociaal betrokkenen, gerelateerde instanties en verrichtten wijkonderzoek.
Foto: emmapatsie (Flickr Creative Commons)