COLUMN Alles komt goed

Ik zal niet de enige zijn die niet zonder buikpijn naar het journaal kan kijken. Een gek in Rusland, in Turkije, in de VS, in Hongarije, en straks misschien ook in Frankrijk. En wie weet, ook hier. Boze witte mannen zetten boze witte mannen op de troon, en er hoeft maar weinig te gebeuren of er barst ergens een bom.

Misschien is het helemaal niet zo gek om toch maar eens wat meer geld voor het leger uit te trekken. Linksige mensen denken altijd dat we dat al doen, maar op de Rijksbegroting staat 175 miljard aan uitgaven voor Sociale Zaken, Zorg en Welzijn en onderwijs tegenover een schamele 7 miljard aan budget voor defensie. Dat is maar 10 keer zoveel als we aan kunst en cultuur uitgeven.

Ik ben normaal gesproken niet zo voor schieten (al heb ik aan sommige vormen van gespreksvoering een nog grotere hekel) maar ik vind het een hele geruststelling dat we binnenkort eindelijk een paar vliegtuigen hebben waarmee je winnen kan. Verliezen is namelijk erger dan moeten vechten.

Ik zal niet de enige zijn die niet zonder buikpijn naar het journaal kan kijken. Oliestaten kopen de vruchtbaarste stukken van Afrika, investeringsmaatschappij Blackrock mag zich binnenkort eigenaar van Roemenië noemen, en Chinese investeerders zijn eigenaar van ADO Den Haag. En van de een flink deel van de aandelen in mijnen, havens, vliegvelden en andere vitale infrastructuur. Onze minister van Wonen was laatst in het verre Oosten om investeerders te zoeken voor de middeldure woningvoorraad die woningcorporaties niet meer mogen verhuren en commerciële verhuurders niet interessant vinden.

Er was al een regel dat wie één duur Nederlands huis kocht daar een verblijfsvergunning bij kreeg, maar straks kost ook een hele flat geen wang snee wang pang meer. Het zou zomaar kunnen dat de bewoners van de Dahliastraat hun huur binnenkort moeten overmaken naar een buitenlandse rekening. In Engeland is er heel wat over te doen dat Chinese bedrijven de aanbestedingsprocedure voor nieuwe kerncentrales hebben gewonnen. Wij maken ons geen zorgen over vreemd vermogen.

Ik vrees dat neocommunistische leiders beter op de hoogte zijn van de grondregel van het marxisme dan de gemiddelde neoliberaal. Die regel luidt dat je de baas bent in de wereld als je de baas bent over de productiemiddelen: havens, grond, mijnen, andere productiemiddelen. Als Europese leiders de economie willen stimuleren bevorderen ze het lenen. Chinese leiders bevorderen het hebben. Het zou zomaar kunnen dat ze daarmee op termijn de dominante macht in de economie worden.

Ik zal niet de enige zijn die niet zonder buikpijn naar het journaal kan kijken. Daarom kijk ik niet meer elke avond. Als ik overmenst wordt door twijfels, surf ik naar Youtube. Ik heb namelijk ook Marx gelezen, en weet dat hij zijn ideeën ontwikkelde als reactie op de filosofie van Hegel. Hegel geloofde niet dat de ‘onderbouw’ van productiemiddelen de belangrijkste basis van macht was, maar de bovenbouw van ideeën, cultuur en beschaving. Als Hegel het bij het rechte eind had, moet je van Russen, Turken en Chinezen winnen met literaire werken, met kunstkritiek, met olieverf en met mooie liedjes.

En dat kan. Wij Nederlanders hebben een wapen bedacht dat meer macht geeft dan kruisraketten, spoorlijnen en maisvelden: The Voice Kids. Het staat allemaal online, en het is hartverwarmend. De opnames van prachtig zingende kinderen in de Oekraïne, in Thailand, in Colombia, in Vietnam staan allemaal op het web, en ja, ook in Rusland en China zijn er kinderen die prachtige covers zingen van liedjes van Adele, van Beyonce en van artiesten waar wij nog nooit van gehoord hebben. De uitzendingen uit de Verenigde Arabische Wereld (jawel, daarvan bestaat niet alleen een verdeelde versie) zijn van een ontroerende schoonheid. Er zijn battles uit Albanië en uit India die op geen enkele manier als een gevecht overkomen. Mannelijke coaches draaien hun rode stoelen voor meisjes die er staan. De Makers noemen het Blind Auditions, maar je krijgt zoveel te zien als je begint met luisteren naar kinderen …

Ik zal niet de enige zijn die weleens buikpuin krijgt van commerciële televisiemakers. We krijgen allemaal de kriebels van de sluikreclame, de kleffe formats, de exploitatie van gevoelens. Maar een producent als Talpa kreeg wel voor elkaar dat televisiemakers en –kijkers over de hele wereld zijn gaan luisteren naar het verhaal van 9-jarige meisjes en jongens. In minstens 20 landen wordt er live gezongen, met professionele muzikanten die zich er niet voor schamen om een kind te begeleiden. Ook als dat kind een meisje is. Ook in Thailand en de Filippijnen. En in Duitsland. Wir schaffen das.

Dus ja, ik denk dat het allemaal goed komt. Over een jaar of twintig zijn er anderen hier de baas. Maar dat geeft niet, want het zullen vast lieve mensen zijn die dan de dienst uitmaken. Het maakt me niet uit of er straks een Rus, een Chinees of een Arabier is die mij een huis verhuurt of mijn trein bestuurt. Als-ie maar net zo week wordt als ik als-ie hier naar luistert …