INTERVIEW Na Trump straks Wilders?

Wat verklaart de winst van Trump? Heeft Wilders er wat aan? Sociale Vraagstukken vraagt het drie politieke wetenschappers: Tom van der Meer, politicoloog (Universiteit van Amsterdam) en auteur van de website Stuk Rood Vlees, politiek historicus en populisme-deskundige Koen Vossen (Radboud Universiteit Nijmegen), en politiek socioloog Matthijs Rooduijn (Universiteit Utrecht).

Wilders ziet de overwinning al gloren. Terecht?

Koen Vossen: ‘Ligt er aan wat hij met overwinning bedoelt. Bij de stembus zal hij misschien wel behoorlijke winst boeken, maar de kans dat hij in een coalitie komt is zeer klein.’

Tom van der Meer: ‘Wilders heeft niet veel reden extra winst te zien. De winst van Trump is eerder een reflectie van het succes van soortgelijke politici. Na het Brexit-referendum bleef zo’n ruggewind ook uit (net zoals – omgekeerd – winst van Obama ook niet leidde tot een groei van links in Nederland). Wilders’ kiezers zullen ook niet snel naar het buitenland kijken om te besluiten of/dat zij op Wilders willen stemmen. Wilders moet dus vooral (blijven) inzetten op culturele thema’s waarop hij zich kan onderscheiden in verkiezingstijd. Zijn succes in de peilingen in de laatste jaren loopt tamelijk parallel aan discussies over vluchtelingen.'

Matthijs Rooduijn: De overwinning van Trump is goed nieuws voor Wilders en andere radicaal-rechtse populisten in Europa (denk aan Franse FN, Oostenrijkse FPÖ, Duitse AfD, etc.). Hun kernboodschap lijkt erg op die van Trump: een combinatie van anti-immigratie- en anti-establishment-retoriek. Onderzoek laat zien dat wanneer er in het publieke debat veel aandacht is voor deze onderwerpen, deze partijen het ook electoraal goed doen. Nu Trump de verkiezingen heeft gewonnen valt te verwachten dat er de komende tijd veel over deze thema’s gediscussieerd zal worden. Tegelijkertijd kan er nog veel gebeuren tussen nu en maart. Als in de campagne opeens andere thema’s centraal komen te staan kan alles zomaar ook weer helemaal anders lopen.'

De verschillen tussen de VS en Nederland zijn dus te groot?

Vossen: ‘Het voornaamste verschil is dat wij geen president kiezen en een land van coalities zijn. Daardoor kan Wilders nooit zo'n resultaat boeken als Trump.’

Van der Meer: ‘Politiek zijn twee verschillen cruciaal. Ten eerste hebben de VS een meerderheidsstelsel, dat afdwingt dat slechts twee partijen serieuze kans maken, en dat de macht bundelt bij een enkele winnaar. Daar is in het Nederlandse, evenredige kiesstelsel geen sprake van, hoewel media in campagnetijd graag inzetten op een politieke tweestrijd. Die evenredigheid matigt eventuele veranderingen. Ten tweede zijn de VS diepgaand gepolariseerd. De identificatie met de eigen partij bleek opnieuw dominant; zelfs de wederzijdse haat, de impopulaire kandidaten, de misogynie en het nativisme bleken niet belangrijk genoeg om dit te doorbreken. In Nederland is de polarisatie veel lager, en hebben kiezers meer alternatieven.'

Rooduijn: 'Er zijn grote verschillen tussen de VS en Nederland. Vooral ook qua kiesstelsel. In Nederland en veel andere Europese landen zijn radicaal-rechtse populistische partijen relatief langzaam gegroeid. Wij hebben inmiddels al bijna 15 jaar met succesvolle radicaal-rechtse populisten te maken. Dat heeft te maken met ons stelsel van evenredige vertegenwoordiging waardoor nieuwe partijen relatief makkelijk in het parlement kunnen komen. In de VS is het in één keer tot een uitbarsting gekomen.'

In zijn speech beloofde Trump dat de ‘forgotten men no longer will be forgotten’. Over wie heeft hij het dan?

Van der Meer: ‘De forgotten men kan ik niet voor Trump invullen; hij zal dit nadrukkelijk vaag houden zodat ieder zich erachter kan scharen.

Vossen: ‘Die vaagheid is de kracht. Hoe minder je specificeert, hoe meer mensen zich er door aangesproken kunnen voelen.’

Van der Meer: ‘De steun voor Trump zit bij verschillende demografische groepen (oa de veelgenoemde laagopgeleide blanke mannen), maar dat zijn veelal groepen die toch al Republikeins stemmen. Een groot risico in een democratie is het wijdverspreide gevoel niet gehoord te worden. De tegenstelling tussen een homogeen, goed volk en een corruptie elite ligt aan de wortel van het populisme. Het is altijd zaak dat gevoel serieus te nemen.’

Rooduijn: 'Wie het precies zijn wordt vaak onduidelijk gelaten. Wel worden de "forgotten men" als een homogene groep neergezet. In de VS is de onvrede jarenlang minder goed gekanaliseerd dan in bijvoorbeeld Nederland. Ik denk dat er in Nederland de laatste tijd juist heel veel aandacht voor de ‘forgotten men’ is.'

Heeft Trump de verkiezingen gewonnen dankzij de blanke stem aan de onderkant van de samenleving die zijn westerse superioriteit ziet eroderen? Dankzij de mensen die de neergang aan den lijve ondervinden?

Vossen: ‘Dat is inderdaad een analyse die je wel hoort. Zeker zal Trump daar wel op hebben ingespeeld, maar kern is volgens mij wel dat hij ook de traditionele republikeinen aan zich heeft weten te binden. Dat is toch de bulk van de kiezers. Het is me nog niet helemaal duidelijk of dat ondanks Trump is of dankzij Trump. Ik neig naar het eerste. Wat misschien de doorslag heeft gegeven is dat een groep niet-kiezers nu wel naar de stembus is gegaan: dat zijn voor een deel wel de teleurgestelde witte arbeiders. Dat heeft Trump net de overwinning bezorgd.’

Van der Meer: ‘Het is wrang, maar in belangrijke mate is deze verkiezingsuitslag business as usual. Republikeinen stemden op een Republikein; Democraten op een Democraat. Alleen wist Clinton veel minder Democraten te mobiliseren.’

Wat zouden andere partijen deze kiezers moeten bieden behalve een afkeer van vrijhandel, immigranten, de politieke elite en milieuvriendelijkheid?

Van der Meer: ‘Partijen moeten leiderschap bieden. Een narratief, een verhaal, een richting die ze op willen gaan. We moeten een afkeer van vrijhandel of immigratie niet vanzelfsprekend als iets negatiefs beschouwen. De nadelen ervan komen selectief terecht, namelijk vooral bij diegenen die toch al niet de voordelen van globalisering het sterkst plukken. Parlementen – ook in representatieve stelsels – zijn er veel beter in om de belangen van hogeropgeleiden te representeren dan die van lageropgeleiden.’

Vossen: ‘Dat is niet eenvoudig. Een deel van deze kiezers zal 'links' nooit meer terugkrijgen en dat moeten ze misschien dan ook niet proberen omdat je dan weer eigen kiezers afschrikt. In het geval van de VS had een betere kandidaat toch de doorslag gegeven (het verschil was natuurlijk zeer klein).’

Rooduijn: 'Een duidelijk samenhangend verhaal moeten ze bieden. En vooral ook radicaal-rechtse populisten en hun kiezers niet wegzetten als gevaarlijke extremisten. Ga het inhoudelijke debat met ze aan!'