INTERVIEW Tom van der Meer: ‘Geen vertrouwenscrisis, maar betrouwbaarheidscrisis’

Het lage politiek vertrouwen ligt volgens hoogleraar Politicologie Tom van der Meer niet aan de kiezer, maar aan de politiek. ‘Die moet het probleem bij de wortel aanpakken. En niet kunstmatig het vertrouwen van de burger proberen af te dwingen.’

De meest recente cijfers zijn op het oog niet opwekkend. Eind december 2022 bracht het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) zijn nieuwste Burgerperspectieven uit. In die vier keer per jaar verschijnende publicatie steekt het planbureau rond verschillende thema’s de thermometer in de samenleving. Ook over het onderwerp ‘politiek vertrouwen’. En dat is laag, zo blijkt. De regering krijgt van de helft van de Nederlanders een voldoende. Van de Nederlanders geeft 52 procent de Tweede Kamer een 6 of hoger voor vertrouwen.

Volgens Tom van der Meer, hoogleraar Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam, moeten we ons niet blindstaren op specifieke percentages. ‘Het is veel belangrijker om te kijken naar wat in de loop van de tijd de ontwikkeling is. En dan zie je dat het politiek vertrouwen al lange tijd echt laag is. Wat overigens niet betekent dat er een structurele vertrouwenscrisis is, zoals sommigen weleens beweren. Laat staan dat Nederland een laag vertrouwensland zou zijn.’

Het lage vertrouwen van de burger in de politiek is heel specifiek, vervolgt Van der Meer. ‘Dat betreft vooral het gebrekkige vertrouwen in de Haagse politiek. Die kritiek valt volgens hem ook uit ander onderzoek op te tekenen: ‘Dat de Haagse politiek vooral met zichzelf bezig is en de grote problemen en crises in de samenleving niet weet op te lossen. Het vertrouwen van de burger in instituties die verder afstaan van Den Haag is namelijk nog wel groot, zo blijkt.’

Burgers reageren nu eenmaal op wat er gebeurt in de landelijke politiek, is de nuchtere analyse van Van der Meer. ‘Vertrouwen daalt en stijgt in de loop der jaren. We zouden niet anders willen.’

Tom van der Meer

Tom van der Meer (1980) is hoogleraar Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Hij schreef in 2017 het boek Niet de kiezer is gek. Hij was lid van de Staatscommissie Parlementair Stelsel, die in opdracht van regering en parlement aanbevelingen deed over het parlementair stelsel in Nederland. Van der Meer is een van de initiatiefnemers van StukRoodVlees.nl, de weblog die politicologisch onderzoek koppelt aan de actualiteit.

Wat moeten regering en parlement doen om het politiek vertrouwen terug te winnen?
‘Let wel, regering en parlement moeten niet als primair doel hebben om de vertrouwenscijfers weer op te krikken. We willen allereerst dat burgers op de regering en de Tweede Kamer kúnnen vertrouwen. Met hogere betrouwbaarheid zal het vertrouwen weer gaan stijgen. De volgorde is van belang.’

Volgens Van der Meer maken politici de fout om vooral te focussen op kortetermijneffecten bij het opkrikken van politiek vertrouwen. Met ‘spiegeltjes en kraaltjes’, zoals hij dat noemt. Als voorbeeld noemt hij de bustour van het kabinet-Balkenende IV bij de start van zijn regeringsperiode. ‘Die leidde tot een piek in het vertrouwen. In de eerste honderd dagen met de regeringsploeg in een bus door heel Nederland rijden, met organisaties om de tafel, met mensen praten, dat deed het eventjes heel goed.’

‘Ons openbaar bestuur is weinig corrupt. In de basis gaat het goed’

Maar de onderliggende, grote vraagstukken van de samenleving werden er niet mee opgelost, stelt de UvA-hoogleraar. En dus kwam de onderliggende onvrede als een boemerang terug. ‘Je zult de onvrede ook structureel moeten aanpakken.’

Nederland staat in de internationale ranglijsten rond vertrouwen hoog. Waaraan hebben we dat te danken?
‘Ons openbaar bestuur is weinig corrupt. In de basis gaat het goed. We hebben een kiesstelsel dat inclusief en evenredig is, waardoor heel veel stemmen gehoord worden. Dat helpt het vertrouwen. Het is nu wel zaak voor de politiek om de schandalen die er zijn geweest goed op te lossen, zoals bij het toeslagenschandaal en de trage afwikkeling van de vergoeding van de schade voor de gedupeerden van de aardbevingen in Groningen. Die schandalen maken dat de onpartijdigheid van het openbaar bestuur voor de burger op het spel staat. Dat structureel oplossen, dat is de essentie waarmee het vertrouwen zich op termijn zal gaan herstellen. De politiek moet het probleem bij de wortel aanpakken. Dat betekent werken aan haar eigen betrouwbaarheid. En niet kunstmatig het vertrouwen van de burger proberen af te dwingen. Er is geen vertrouwenscrisis, er is een betrouwbaarheidscrisis.’

‘We missen politici en journalisten die de kracht van onze democratie durven uit te dragen’

Van der Meer schreef in 2017 het boek Niet de kiezer is gek. Daarin gaat hij lijnrecht in tegen de volgens hem verkeerde aanname dat de kiezer de schuld zou zijn van het gebrek aan politiek vertrouwen en voor wispelturig stemgedrag. Die in zijn ogen foutieve diagnose heeft tot gevolg, zo stelt Van der Meer, dat politici en journalisten telkens schijnoplossingen lanceren: de invoering van een kiesdrempel, partijfusies, referenda. Nee, stelt hij, niet de democratie verkeert in een crisis, maar de gevestigde politieke partijen. ‘Wat we missen, zijn politici en journalisten die de kracht van onze democratie durven uit te dragen.’

Er is veel gebeurd sinds je boek verscheen. We hadden het net al over de verschillende schandalen. In de coronajaren is het vertrouwen in de overheid van een deel van de burgers in Nederland flink aangetast. Zou er met die kennis nu een ander boek uit zijn gerold?
‘Voor de kern van mijn analyse maken die gebeurtenissen niet uit. Wat ik in het boek inderdaad heb proberen aan te geven, is dat het gedrag en de opvattingen van de kiezer niet het probleem zijn. Die analyse klopt nog steeds.

Maar zijn er dingen die ik nu anders zou hebben opgeschreven? Ja! Waar ik in het boek wel over schrijf ‒ maar te weinig naar mijn smaak ‒ is dat het vertrouwen in de politiek nu zélf politiek is geworden. Het is een steeds sterkere factor geworden in ons stemgedrag. Je hebt partijen van wantrouwende kiezers en je hebt partijen van vertrouwende kiezers. Kiezers die twintig jaar geleden op dezelfde partij zouden hebben gestemd, stemmen nu op verschillende partijen. Dat zou ik in het licht van de laatste paar jaar hebben uitgewerkt. Die ontwikkeling heeft gevolgen voor de wijze waarop de democratie in ons parlement functioneert.’

‘Politieke partijen kunnen kiezers onvoldoende mobiliseren op wat ze onderscheidt op basis van hun waarden’

‘De implicatie daarvan blijft dezelfde voor de analyse die ik in het boek beschrijf, namelijk: politieke partijen, vooral die in het midden, zijn onvoldoende in staat om kiezers te mobiliseren op wat ze onderscheidt op basis van hun waarden. En als dat onderscheid wegvalt, dan is het gemakkelijker om campagne te voeren op basis van politiek wantrouwen, zoals partijen als Forum en de PVV doen.’

Naast de partijen die drijven op het wantrouwen zijn er dus partijen die drijven op vertrouwen, zegt Van der Meer. Op het vertrouwen in de persoon van de lijsttrekker bijvoorbeeld. Zo troonde de VVD jaren geleden in haar campagne in den lande een bordkartonnen Marc Rutte mee. ‘Vertrouw hem, stem daarom op de VVD. Zo’n campagne kan de wantrouwende burger niet meekrijgen. Want je hebt het niet over waarden over de samenlevingsvraagstukken, nee, het gaat over vertrouwen.’
De oplossingen die Van der Meer voorziet voor de gevestigde politieke partijen om de democratische crisis te beslechten, is om juist de waarden weer centraal te stellen. Van politiek bedrijven met een kleine letter p naar Politiek bedrijven met de hoofdletter P. Ook houdt hij een pleidooi voor minderheidsregeringen, stembusakkoorden en een open bestuurscultuur.

‘Het probleem zit ’m in de hardnekkigheid van het gedrag van politieke partijen’

‘Heel veel van de oplossingen die ik mijn boekje aandraag en ook sindsdien heb aangedragen, gaan om gedrag en het doorbreken van de heersende gedragscultuur. Voor vertrouwen in democratie en politiek is een onpartijdige overheid onontbeerlijk. Maar voor een beter functioneren van de democratie is het nodig dat politici zich richten op onderlinge waardenstrijd. Om die van de grond te krijgen, helpt het wanneer politici campagne voeren op ideeën, en wanneer zij openstaan voor stembusakkoorden, voor minderheidsregeringen, voor regeerakkoorden op hoofdlijnen, voor een vrijere rol voor coalitiepartijen. Dat zit allemaal in de politieke cultuur en dus in gedrag.’

Maar juist gedrag en cultuur zijn moeilijk te veranderen factoren.
‘Dat kreeg ik ook als commentaar op mijn boek: “Het is gemakkelijk om het aan cultuur te wijten, die democratische crisis.” Maar als de democratische crisis te wijten zou zijn aan de instituties, dan hadden we als politicologen al veel langer aangeraden om aan die knoppen te draaien. Het probleem zit ’m in de hardnekkigheid van het gedrag van politieke partijen, van de politieke elite. Dat is lastiger te veranderen, inderdaad.’

Geen optimistische conclusie…
‘Maar we hoeven ook niet pessimistisch te zijn. Onze democratie doet het relatief gezien goed. Natuurlijk, we hebben problemen en we hebben tekortkomingen. En daar zijn oplossingen voor. Doorgaan op dezelfde voet is niet de oplossing. En schijnoplossingen als de invoering van een kiesdrempel werken ook niet.’

Waarom noem je het schijnoplossingen?
‘Omdat ze de schijn hebben van daadkracht. Een kiesdrempel is als een doekje dat je over een mesthoop legt. De stank gaat er niet van weg.’

Je hebt ook de burgerberaden bekritiseerd als schijnoplossing. Schrijver Eva Rovers, initiatiefnemer van Bureau Burgerberaad zegt in een interview: ‘In landen die met burgerberaden werken, krijgen deelnemers weer democratisch zelfvertrouwen.’

‘Als ze goed worden georganiseerd, leidt het tot meer vertrouwen bij mensen die eraan deelnemen. Maar dat is niet het probleem. De vraag is: hoe hou je de hele bevolking bij de democratie betrokken? Dan is het niet evident dat burgerberaden in hun eentje daarvoor de oplossing zijn.’

Olaf Stomp is freelancejournalist.

 

Foto: Foto Gilissen

Dit artikel is 1402 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (4)

  1. De Nederlandse politiek heeft sterk aristocratische trekken: een culturele, sociale en economische klasse die qua maatschappelijke waarden oriëntatie onderling weinig van elkaar verschilt.
    Het Binnenhof is de plek waar deze klasse bij elkaar komt en vindt.
    De verkiezingsuitslag doet wat dat betreft er weinig toe: meer dan 12 jaar lang kabinetten Rutte zijn daarvoor exemplarisch. De laatste verkiezingen waren Rutte of Rutte omdat hun eigen ongeschreven regel n.l. dat de grootste partij de Minister President levert door hen als een natuurwet wordt beschouwd. In feite is hier sprake van een politieke impasse omdat de politieke waarden verschillen bij de politieke establishment partijen praktische verwaarloosbaar zijn.
    Er bestaat wel een linkse en rechte oppositie maar zij kunnen slechts opponeren voor zover zijzelf niet in de regering zitten. En de kans daarop is dan ook vrij groot.
    Blijft over dat het polariseren en adresseren nog de enige mogelijkheid is zich nog politiek te kunnen profileren. De kiezer laat het allemaal gelaten over zich heen komen en kan in de politiek geen vertrouwen (meer?) vinden.
    De media zijn hierbij de lachende derde die deze polarisatie als info entertainment brengen en daarmee hogere kijkcijfers en oplages als hun verdienmodel beschouwen.

  2. Ik kan Tom van der Meer goed volgen..Dat het gedrag van politici van doorslaggevend belang is voor het vertrouwen in de politiek en dat het om de bestuurscultuur gaat in plaats van technische aanpassingen (kiesdrempel) of procedurele nouveaute’s (burgerberaden) lijkt mij evident. Die kunnen een beetje helpen maar uiteindelijk gaat het om de inhoud van beleid dat moet overtuigen en waarden moet vertegenwoordigen.Politici die ergens voor staan.
    Een vraag die open blijft na van der Meer’s verhaal: hoe komt het dat er in het politieke midden geen politici meer acteren die gezag op basis van (democratische) waarden uitstralen? Natuurlijk was “vroeger alles beter” en had je een Dales, Schaefer, Borst, van Mierlo, Remkes, Dijkstal. Nu heb je alleen aan de flanken personen die hun waarden- soms zeer dubieuze- uitdragen. Welke factoren en omstandigheden veroorzaken deze politieke bloedarmoede? En is er een weg terug?
    Het zou zeer de moeite waard zijn als Tom van der Meer, als gerespecteerd stuurman aan de wal, daarover een visie gaf. Of gaat dat zijn vak te buiten?

  3. Ik twijfel bij de opmerking “(…) Ons openbaar bestuur is weinig corrupt.” De studie naar netwerkcorruptie heeft aangetoond dat er mechanismen zijn in ons politieke en bestuurlijke systeem die het daglicht niet kunnen verdragen, ook al vallen zij niet onder de – binnen de kaders van Westerse, kapitalistische opvattingen geformuleerde – definities van corruptie. Zo oordelen wij in Europa heel hard over de corruptie in landen als bijvoorbeeld Nigeria of Thailand (omkoping, smeergeld), terwijl daar sprake is van noodzaak uit armoede, alsmede heel oude, cultureel bepaalde vormen van wederdienst. Terwijl hier CEO’s van multinationals “even bellen” met een (kandidaa) minister-president om een belastingvoordeel te regelen (de kwestie rond de ‘Dividendbelasting’), edoch ‘we’ mochten dat géén corruptie noemen. En juist dat soort zaken, ook op gemeentelijk en provinciaal niveau (denk aan de Bouwfraude, 2001/2002), schaden de betrouwbaarheid van de overheid, die niet meer rechtvaardig handelt, maar Nederland tot een soort Apartheidsstaat maakt met verschillende soorten burgers: de rijkere krijgen meer voordeeltjes, de arme en kwetsbare mensen de lasten en het wantrouwen.

  4. Het is allemaal vrij simpel en eenvoudig op te lossen. Maar dat lossen we niet op door nog meer studies die bevestigen dat er iets scheef zit. Dat is evident. Er gaat iets mis. Ik doe wat verkeerd. En als ik dat aanpas. En anderen volgen dan lossen we alles op. Zo simpel is het. Maar dat is verandering…En praten over problemen is zinloos. Erover nadenken en oplossen is effectiever. Werkgevers bepalen. Zij delen bestaansrecht uit.
    En bepalen aan wie en wat. Simpel

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *