Wat vinden D66, ChristenUnie en GroenLinks van zorgzame buurten?

In het voorjaar kreeg de Tweede Kamer de bundel Zorgzame buurten aangeboden, over vijftien initiatieven die bijdragen aan zorgzame gemeenschappen, vaak tegen het systeem in. De Kamerleden Wieke Paulusma (D66), Mirjam Bikker (ChristenUnie) en Corinne Ellemeet (GroenLinks) reageren.

Wieke Paulusma (D66): ‘Opgave tot verandering niet alleen bij de politiek beleggen’

‘Het zwaartepunt van de VWS-begroting ligt op behandelen, wanneer we dus feitelijk te laat zijn.’

Wieke Paulusma

‘Als politica en oud-wijkverpleegkundige komen een aantal observaties in de bundel Zorgzame buurten mij bekend voor. Bijvoorbeeld dat mensen vaak pessimistisch zijn over “naboarschap”. Tegelijkertijd herken ik de kracht en burgerzin van buurtbewoners en dat ze soms tegen dingen aan lopen.

Voor de ontwikkeling van zorgzame buurten moeten we echter wel een aantal vragen beantwoorden. Ten eerste: Kunnen we tevreden zijn met de buurman of buurvrouw die af en toe om het hoekje komt kijken of willen we per se dat de wijkverpleegkundige langskomt? En kunnen we accepteren dat de ouderdom met gebreken komt en dat sommige dingen in het leven soms misgaan?’

Financiering en belangen

‘Ten tweede is er de vraag naar financiering. Die is nu sterk gericht op de curatieve zorg. Maar de kracht van zorgzame buurten is nu juist dat je zorg kunt uitstellen omdat mensen met elkaar in contact zijn, gezamenlijk dingen ondernemen en voor elkaar zorgen. De huidige wijze van financiering beloont dat niet, het zwaartepunt van de begroting van VWS ligt op behandelen, wanneer we dus feitelijk te laat zijn. Willen en kunnen we dat systeem veranderen?

Ten derde is er de kwestie van belangen. Heel kort: als een zorgaanbieder dit jaar minder productie draait, dan krijgt hij in het jaar daarop minder geld. Vanuit zijn belang geredeneerd, is het logisch dat hij de ontwikkeling van zorgzame buurten met argusogen bekijkt. Om uit die impasse te komen, hebben we een nieuwe vorm van financiering nodig. Dat kan populatiebekostiging zijn of een ander systeem, cruciaal is echter dat alle betrokkenen zich committeren aan vastgestelde doelen en zij de baten en lasten naar rato verdelen.’

‘Nu zijn de doelen nog apart gedefinieerd. In de bundel staan pregnante voorbeelden waaruit blijkt dat zorgverzekeraars en gemeenten niet op dezelfde zaken aangesproken worden. Via de financiering kan de politiek dat veranderen, bijvoorbeeld door het ministerie van VWS te vragen om op een andere manier te begroten en professionele partijen de ruimte te geven om te investeren in preventie in plaats van alleen pleisters te plakken. Tezelfdertijd moet ik erkennen dat de opgave tot verandering zo groot is dat je die niet alleen bij de politiek kunt beleggen.’

Integraal Zorgakkoord

‘Om misverstanden te voorkomen: ik pleit hier niet voor een stelselwijziging. Dat is ook helemaal niet nodig, want binnen het bestaande stelsel is veel meer mogelijk dan vaak wordt verondersteld. Ik denk dat het zinvoller is om de bestaande mogelijkheden en de positieve energie beter te benutten dan de komende vijftien jaar een eindeloze stelseldiscussie te voeren.

Ik ben heel positief over het Integraal Zorgakkoord (IZA). In dat akkoord hebben regio’s de opdracht gekregen om na te denken over samenwerking, en hoe we kunnen stoppen met dingen die niet door de zorg gedaan zouden moeten worden. Wel vind ik dat zorgzame buurten vaker aan tafel genood moeten worden om te praten over keuzes maken, schaarste en wat burgers zelf kunnen en willen doen.

Als je de regie hebt over je eigen gezondheid, denk je misschien meer na over wat je daaraan zelf kunt bijdragen en wie je eventueel nodig hebt. Dat denken zie ik terug in zorgzame buurten. Vandaar dat ik er een groot voorstander van ben.’

 

Mirjam Bikker (ChristenUnie): ‘We hebben de ruimte om meer voor elkaar te zorgen’

‘We moeten kritisch kijken wat professionele zorg is en moet zijn, en wat niet.’

Mirjam Bikker

‘In de bundel staan mooie en inspirerende initiatieven die op een eigentijdse manier laten zien hoe mensen voor elkaar kunnen zorgen, op dorps- en buurtniveau. Naast hun intrinsieke waarde bieden ze ook handvatten om de grote uitdagingen voor de zorg het hoofd te bieden. Ik heb het dan over vergrijzing, personeelstekorten en de almaar stijgende kosten; ontwikkelingen die ons dwingen om elkaar te bevragen op hoe we willen dat er voor jou, voor mij en voor ons gezorgd wordt.’

Niet laten belemmeren door regels

‘De kern van een antwoord op al die vragen is dat we weer meer voor elkaar moeten gaan zorgen, en dat we daar ook de ruimte voor hebben. De in de bundel beschreven initiatieven laten zien dat mensen oog hebben voor hun kwetsbare buren, waar die tegenaan lopen. En dat buurtbewoners ervoor zorgen dat de bibliotheek openblijft en dat ouderen een plek hebben om elkaar te ontmoeten. Bij de initiatiefnemers, bewoners én zorgorganisaties zie ik lef om zich niet te laten belemmeren door regels en systemen. En terecht.

Goede gemeenschapszorg valt of staat met mensen, niet met systemen. Als systemen een obstakel zijn om de goede dingen te doen, dan moeten burgers zich daardoor niet laten weerhouden. De bundel laat zien dat ze dat ook niet doen. Overigens hebben systeempartijen, zoals wooncorporaties of zorgaanbieders, veel slagkracht om het goede te doen. Dat neemt niet weg dat aanpassing van het systeem nodig kan zijn. Om systeemverandering te bewerkstelligen, is een cultuuromslag nodig en dat, op zijn beurt, vereist leiderschap, van de politiek.’

Houdbaar en betaalbaar

‘Het in 2022 gepresenteerde rapport Grenzeloos samenwerken van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving wijst op de noodzaak van een andere zorg, wil ze althans houdbaar en betaalbaar blijven. De Raad geeft ook aan dat de burgers een bijdrage moeten leveren, waarbij we er wel voor waken dat we niet te veel op hen afwentelen. Mantelzorgers en vrijwilligers hebben al veel op hun bord. Daarnaast denk ik dat we kritisch moeten kijken wat professionele zorg is en moet zijn, en wat niet. Ideaal is een systeem waarin mensen om iemand heen staan, en in goede samenwerking met beroepskrachten zorg verlenen als dat nodig is. Daarom moeten we investeren in gemeenschappen waarin mensen elkaar wederzijds ondersteunen.’

Hoe creëer je ruimte?

‘Het opzetten van zorgzame buurten veronderstelt ruimte, zodat mensen naar elkaar kunnen omzien en voor elkaar kunnen zorgen. Hoe creëer je die ruimte? Door mensen meer kansen te bieden om parttime te werken, door de geldpotjes voor zorg, welzijn en wonen minder te scheiden, door meer huizen voor ouderen te bouwen en door meer in te zetten op gemeenschappelijke woonvormen.

Als dingen stroef gaan, is het gemakkelijk om je daarop te richten. Maar het geeft meer energie als je bedenkt waar kansen liggen. Als je anderen daarbij betrekt, komt er vaak een enorme creativiteit los. Dat zijn voor mij de belangrijkste elementen om een verandering naar goede gemeenschap, naar goede zorg voor elkaar, in gang te zetten. De facto is dat ook de boodschap die de bundel geeft.’

 

Corinne Ellemeet (GroenLinks): ‘De ene buurt is de andere niet’

‘Als het om ondersteuning van kwetsbare ouderen gaat, vliegen de verschillende budgetten je om de oren.’

Corinne Ellemeet

‘In mijn eigen buurt wonen veel ouderen. Ze onderhouden een gemeenschappelijke tuin, organiseren af en toe een borrel, ruimen de wijk op en houden een oogje in het zeil bij elkaar. Dit “Molenbuurtje” nodigt iedere buur uit. Eerlijk gezegd lukt het mij niet altijd om aan te sluiten.’

Onderdeel van de buurt

‘Iedereen voelt zich onderdeel van de buurt. Een jongere buurman die niet kan werken, zit vaak op zijn balkon aan de straatkant, en je ontkomt niet aan een praatje als je boodschappen gaat doen. Toen de vader van een gezin overleed en de jongvolwassen kinderen zonder ouders achterbleven, waren we allemaal, de buren, bij de afscheidsdienst. Een alleenstaande oudere overbuurvrouw en ik zwaaien vaak even naar elkaar, en als ik haar tegenkom dan vraagt ze mij of wij voor haar zullen zorgen als dat nodig is. Ze vindt het maar niks dat de sociale functie van de kerk steeds beperkter is geworden. Wat komt daarvoor in de plaats? vraagt ze zich af.’

‘Mijn buurt is een zorgzame buurt. En er zijn nog veel meer zorgzame buurten, hebben we in de bundel kunnen lezen. Duidelijk is ook dat de ene buurt de andere niet is. In mijn dorp kan de buurt iets heel anders nodig hebben dan de buurt in een grote stad. Maar de buurten hebben ook iets met elkaar gemeen. In de verschillende buurtinitiatieven wordt géén onderscheid gemaakt tussen zorg, welzijn of sociale veiligheid, om er maar een paar beleidsbegrippen in te gooien.’

Simpeler en toegankelijker

‘Voor betrokken buurtbewoners bestaat er geen verschil tussen disciplines. Voor financiers daarentegen wel. Zeker als het om ondersteuning van kwetsbare ouderen gaat, vliegen de verschillende budgetten je om de oren. De politiek moet daar wat aan doen. Oftewel, de financiering moet simpeler en toegankelijker. Zodat buurten samen met goede overheidsvoorzieningen zoals verpleeghuizen het leven ook voor ouderen aangenaam kunnen maken en houden, nu en zeker in de toekomst.’

Jan van Dam is freelancejournalist.

 

Reacties op dit artikel (1)

  1. Geef onze jeugd een toekomst, die vandaag begint. Een aantal partijen heeft nog steeds het gezin als basis. Maar Nederland heeft circa 3 miljoen alleengaande mensen. Er is geen enkele partij, die daarvoor gericht en logisch beleid heeft. Die 3 miljoen mensen, bestaan uit senioren, mensen uit andere culturen, jongeren, mensen met een beperking in een woonvoorziening en iedereen zonder duidelijke en vaste relatie. Of de groep volwassen mensen die gescheiden zijn. Van de politiek verwachten wij verder niets. Maar we zijn wel een enorme factor van betekenis. En voor alle duidelijkheid, we laten ons door niets en niemand bepalen, hoe we ons bestaan organiseren. Wat vooral totaal ontbreekt is een modern woonbeleid. Kleine woonunits voor alleengaande mensen. Dat beleid bestaat wel, maar ik heb het nergens gezien in de verkiezingsprogramma’s. Dat beleid heeft als titel “Manifest Ruimte voor Collectief Wonen”. U vindt dat beleid, met website, overal online.

    Na woensdag mag dat overal in Nederland onderdeel gaan worden van het nieuwe woonbeleid. Zo organiseer je collectieve woonvormen. Waar zorg en aandacht mogelijk zijn, doordat mensen weer contact hebben met elkaar. En we kunnen wonen en landbouw gaan combineren. Boeren met genoeg land, of land wat niet meer nodig is voor het bedrijf, mogen dan met nieuwe wetgeving, die grond in gaan zetten voor een collectieve ‘woongroep’. Of waar mogelijk, een straatje erbij bouwen. Het verzoek om dus woensdag onze jeugd, met uw stem, een toekomst te geven. Er zijn veel meer levensvormen dan het gezin als basis van de samenleving. Wij zijn een grote factor van betekenis, in al het beleid wat ons land nodig heeft. Wij kunnen onze kosten ‘niet’ delen, dus wanneer zijn wij aan de beurt als het gaat om modern beleid?

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *