Trump is weg, maar radicaal-rechts populisme blijft

Donald Trump is uit het Witte Huis gestemd. Is dat een signaal dat het radicaal-rechtse populisme over zijn hoogtepunt heen is? Nee, zegt Matthijs Rooduijn. Het virus werkt als een vulkaan en levert op termijn een rijke voedingsbodem op voor radicaal rechts populisme.

De stembusnederlaag voor Trump lijkt evenals de opiniepeilingen in West-Europa te duiden op een afnemende populariteit van het radicaal-rechts populisme. In ons land bijvoorbeeld hebben zowel PVV als FvD flink wat virtuele zetels in moeten leveren tussen 1 maart - net vóór het uitbreken van de crisis- en 1 juni, vlak ná de eerste golf. Hetzelfde geldt voor soortgelijke partijen in de ons omringende landen.

Een grootschalig surveyonderzoek van YouGov in samenwerking met de universiteit van Cambridge en de krant The Guardian laat bovendien zien dat burgers in veel Europese landen in een jaar tijd een stuk minder populistisch zijn geworden. In juli en augustus van dit jaar waren mensen in Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Polen, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zweden een stuk minder sterk geneigd elites te beschuldigen de belangen van ‘gewone burgers’ te verkwanselen dan in 2019.

Verklaringen voor populariteitsdip

Er zijn verschillende mogelijke verklaringen voor deze dip in populariteit van radicaal-rechtse populisten en populistische opvattingen.

De eerste is het rally round the flag fenomeen. In tijden van crisis scharen burgers zich vaak rondom de politiek ‘leider’ van hun land omdat hij of zij als symbool van nationale eenheid wordt gezien. In veel landen is in de eerste weken van de coronacrisis de steun voor regeringsleiders en hun partijen toegenomen, zie bijvoorbeeld de virtuele winst van de VVD in de Peilingwijzer. Dit is in veel gevallen mogelijk ten koste gegaan van radicaal-rechtse populisten.

Ten tweede is het niet ondenkbaar dat de in eerste instantie weinig consistente opvattingen van radicaal-rechtse populisten kiezers heeft doen afknappen. Veel van deze partijen zijn geswitcht van een radicale grenzen-dicht-boodschap in de eerste weken van de crisis naar een al even radicale beëindig-de-lockdown-oproep nu.

Ten derde was er in de eerste maanden van de crisis simpelweg weinig aandacht voor radicaal-rechtse populisten en hun nationalistische en populistische boodschappen. Politici, media en burgers hadden wel andere dingen aan hun hoofd.

Als er sprake is van een acute gezondheidscrisis zullen mensen eerder hun hoop vestigen op de kennis van medici en epidemiologen - en zelfs op politici, volgens het eerder genoemde rally-argument - dan op radicale power-to-the-people-pleidooien van anti-establishment partijen.

Radicaal-rechts populisme gedijt bij toenemende polarisatie

Er zijn kortom goede redenen om aan te nemen dat het coronavirus radicaal-rechtse populisten een slag heeft toegebracht. Maar kunnen we daar dan ook uit concluderen dat radicaal-rechtse partijen het zwaar krijgen de komende tijd? Nee. Het is namelijk niet uit te sluiten dat het radicaal-rechtse populisme op de langere termijn juist zal profiteren van de huidige crisis.

Het radicaal-rechts populisme, vooral in West-Europa, heeft tussen 1 maart en 1 juni sterk aan populariteit ingeboet. Maar voor de volledigheid moet hieraan worden toegevoegd dat in verschillende landen het herstel alweer is ingezet: tussen 1 juni en nu zijn veel radicaal-rechtse partijen juist weer gestegen in de peilingen. Hoe is dat te verklaren?

In maart en april van dit jaar was de coronacrisis vooral een gezondheidscrisis. We hadden te maken met een pandemie waarover nog maar heel weinig bekend was. Mensen maakten zich vooral zorgen over hun gezondheid en steunden de regeringsmaatregelen in groten getale.

Nu steeds meer mensen zich realiseren dat het coronavirus ook slachtoffers maakt op andere terreinen - bijvoorbeeld mensen die hun baan zijn kwijtgeraakt, horecaondernemers die noodgedwongen thuis zitten, of leerlingen die achterop zijn geraakt - is de steun voor het regeringsbeleid flink afgenomen.

Corona, complot en populisme

Er ontstaat een steeds sterkere tegenstelling tussen aan de ene kant mensen die zich grotendeels achter de strenge maatregelen scharen en aan de andere kant mensen die zich hiertegen verzetten. Het geluid van vooral de laatste groep is de laatste maanden steeds luider geworden. Denk aan de vele protesten door onder andere organisaties als Viruswaarheid.

Aangezien tegenstanders van de maatregelen zich vaak aangetrokken voelen tot radicaal-rechtse partijen, zou verdere polarisatie rondom corona deze partijen in de kaart kunnen spelen.

Sinds de coronacrisis zijn complottheorieën steeds meer wijdverspreid geraakt. Denk aan de berichten over 5G, QAnon, en de ‘deep state’. Dit is op zich niet opmerkelijk; onderzoek naar complotdenken laat zien dat samenzweringen vooral worden ontwaard ten tijde van nationale crises, als mensen de grip op hun leven menen te verliezen. Dat maakt hen boos, angstig en geneigd te geloven dat er geheime krachten zijn die achter de schermen aan de touwtjes trekken en gewone burgers misleiden.

Er bestaat een duidelijke link tussen complotdenken en populisme. Niet alleen zijn veel populistische politici geneigd allerlei samenzweringen te ontwaren, ook zijn burgers die in complottheorieën geloven eerder geneigd populistische opvattingen te hebben.

Analogie tussen virus en vulkaan

Door de pandemie en de lockdowns neemt de sociaaleconomische ongelijkheid onder burgers verder toe. Mensen met lagere sociaaleconomische posities worden vaker aan het virus blootgesteld omdat ze minder vaak banen hebben waarbij thuiswerken tot de mogelijkheden behoort. De gezondheidskloof tussen mensen die het minder goed hebben en mensen die het beter hebben zal zo alleen maar verder groeien. Het waarschijnlijke gevolg: meer maatschappelijke en politieke onvrede.

Het coronavirus kan met een vulkaan worden vergeleken. In eerste instantie vernietigt een vulkaanuitbarsting alles in de wijde omgeving. Een tijdje zal er niets groeien op de met as bedekte grond. Na verloop van tijd echter ontpopt de kale, dorre vlakte zich tot een vruchtbare omgeving.

In eerste instantie heeft het coronavirus het radicaal-rechtse populisme een flinke slag toegebracht. De uitbraak van het virus leidde tot grote steun voor middenpartijen en de aandacht voor onderwerpen als immigratie en vluchtelingen verdween als sneeuw voor de zon. Iedereen was met de gezondheidscrisis bezig. Maar omstandigheden veranderen snel. De onvrede over het beleid neemt rap toe, net als de maatschappelijke polarisatie, de ongelijkheid en de aandacht voor complotdenken.

Deze ontwikkeling zegt niets over het lot van specifieke radicaal-rechtse partijen. Hun populariteit is van meerdere factoren afhankelijk en kan flink schommelen. Let op de recente neergang in de peilingen van FvD en de opleving van de PVV. Maar de veranderende omstandigheden zeggen wél iets over de mate waarin kiezers nu en in de toekomst ontvankelijk zijn voor een radicaal-rechts populistische boodschap.

Om bij de vulkaananalogie te blijven: het lijkt er op dat de voedingsbodem voor radicaal-rechts populisme in rap tempo vruchtbaarder wordt.

Matthijs Rooduijn is politiek socioloog en werkt als universitair docent bij de afdeling politicologie van de Universiteit van Amsterdam.

 

Foto: Fibonacci Blue (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 2699 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (6)

  1. Jammer dat in dit artikel geen definitie wordt gegeven van “Populisme” hierdoor wordt de strekking van dit artikel minder duidelijk.

  2. Ad Marius van Huygen 12 november 2020 om 03:50

    Misschien ben ik u van dienst met de volgende informatie.

    Een week of iets langer geleden las ik op het internet dat een Belgische Minister (Bart Somer) een idem parlementslid van Vlaams Belang het bedrijven van Poujadisme had verweten. De parlementariër had de Minister erop gewezen dat migrantenkolonies in België nogal dicht op elkaar woonden & leefden en daarom extra-gevaar vormden van spreiding van de corona-ziekte. Een correcte waarschuwing op correcte wijze gegeven.

    Ik citeer vrijelijk uit mijn geheugen, maar ‘Poujadisme’ (1953-1958) is letterlijk geciteerd en meen ik nu te weten wat met ’radicaal rechts-populisme’ ongeveer wordt bedoeld. ‘Onze’ Poujade was vroeger ‘boer Joekoek, (1963-1981). Ik denk dat veel Nederlandse politici en agenten van de Nieuwsmedia in Donald Trump een Amerikaanse B-Koekoek zien. Ook weggetreiterd.

  3. Wat is de definitie van radicaal-rechts? Is dat hetzelfde als extreemrechts? Bijna de helft van de stemmers in Amerika heeft op Trump gestemd. Dit kan je niet radicaal noemen.

    Ook pvv en fvd kan je niet radicaal-rechts noemen. Net zomin als dat je groenlinks radicaal-links kan noemen.

    Bij: ‘Aangezien tegenstanders van de maatregelen zich vaak aangetrokken voelen tot radicaal-rechtse partijen’, komt uit de bron juist naar voren dat PVV stemmers de grootste voorstanders zijn voor een strengere aanpak.

  4. Regeren – onder welke naam en waar ook – bevat de exclusieve functies 1. Gebieden en 2. Gehoorzamen. Bij de eerste functie hoort een (politieke) elite, bij de tweede het Volk. Onze voorbeeldige Romeinen hebben dit universele dualisme spraakmakend uitgedrukt in de woorden: ‘Senatus populusque Romanus.’

    Deze oer-betrekking staat altijd wel onder spanning, en politie met haar fasces blijven onontbeerlijk. Maar soms wordt die relatie van populaire zijde als een onoverbrugbare Kloof ervaren, en dreigt het Volk ‘het heft in eigen hand te nemen’. Voor die onheilswangere toestand hebben onze democratische regenten niet zonder zweem van minachting de term ‘populisme’ bedacht. Het volk, vinden ze, mag niet regeren en kan het ook niet. Het heeft er niet voor geleerd. Het is niet rationeel, maar laat zich door zijn ‘onderbuik’ misleiden. Het is zoals een Democratische USA-politica het in 2016 uitdrukte een ‘basket of deplorables’. Democratie kan dus niet, eigenlijk.

    In het moderne anti-populisme zijn honen, bespotten en criminaliseren wapens in de handen van leden van een politiek establishment dat een onttroning ducht. Die bejegening hebben in Nederland Koekkoek († 1987) en Janmaat († 2002) effectief ondergaan.

    Een recent extreem en exemplarisch geval is dat van USA President D. Trump. Zijn uitverkiezing in 2016 werd door een traditioneel-heersende politieke klasse in de USA als onwenselijk / onmogelijk gepropageerd: “Donald Trump’, will NEVER be President. You have my word on it. You can take it to the bank!”.(Democratisch Pelosi). En toen het toch bleek te kunnen, bleven ze hem onverzoenlijk smaden. De gekwetstheid van een stand of klasse!

    Ín deze structurele beschouwing blijken nader bepalende begrippen van populisme als ‘rechts’pop, ‘links’pop, ‘radicaal’ overbodig of zelfs storend. Vergelijk Rooduyn.

  5. Gezien het bovenstaande kan een volgende definitie van ‘Populisme’ worden opgesteld:

    Populisme is de angst van de (politieke) elite voor de wil van het volk.

    De wil van het volk dient dan ook ten alle tijden gebroken te worden. Verkiezingen worden dan slechts een vorm van ‘repressieve tolerantie’ (vrij naar Marcuse)

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *