‘Vrijheid van meningsuiting komt met een verantwoordelijkheid’, zei Lucelle Comvalius, docent van het jaar 2018-2019, in het praatprogramma De Vooravond op BNNVARA (19 oktober 2020). Zij was daar naar aanleiding van de terroristische aanslag op de Franse geschiedenisleraar, Samuel Paty. De Franse leerkracht liet zijn leerlingen een spotprent van profeet Mohammed zien, gepubliceerd door Charlie Hebdo, om het gesprek over vrijheid van meningsuiting te stimuleren. Hij gaf zijn islamitische leerlingen voorafgaand de keuze om buiten te wachten als ze deze prent niet wilden zien.
Vorige week dook een docent van het Emmauscollege in Rotterdam onder na bedreigingen vanwege een spotprent in zijn lokaal. Meteen wordt pijnlijk duidelijk hoe heftig de spanningen ook in Nederland zijn rond maatschappelijk gevoelige thema’s in het onderwijs. Social media staan er vol mee en mensen vrezen voor onze vrijheid van meningsuiting.
Cultuursensitief werken is inclusief lesgeven
Lucelle Comvalius sprak zich uit tegen het tonen van de spotprent in de les. Ze omschreef haar klaslokaal als een plek van inclusie, waarin ze niemand naar buiten zou laten gaan bij het behandelen van een gevoelig onderwerp en het tegelijkertijd ook als haar verantwoordelijkheid ziet om het kwetsen van leerlingen te vermijden. In haar beschrijving van deze moeilijke balans zag ik een opening ontstaan voor het belangrijke maar verwaarloosde gesprek over cultuursensitief werken.
Vanuit mijn pedagogische achtergrond en werk als docent aan de opleiding Pedagogiek bij de Hogeschool Inholland voel ik dezelfde verantwoordelijkheid als Comvalius. Mijn visie is dat iedereen in de klas alles mag zeggen en vinden, ook mijn klaslokaal moet ten allen tijden een plek van inclusiviteit zijn.
Dat betekent dat er dingen gezegd kunnen worden die kwetsen en die weerstand oproepen bij anderen. Het feit dat je jouw mening mag uiten, betekent niet dat het geen gevolgen kent voor de ander. Precies die verantwoordelijkheid wil ik mijn studenten laten ervaren. De vraag is: hoe behoud je vrijheid van meningsuiting, terwijl je tegelijkertijd kwetsen voorkomt?
Moeilijke onderwerpen bespreekbaar maken vanuit vertrouwensrelatie
De kern van cultuursensitief werken is om als docent te werken vanuit een gelijkwaardige vertrouwensrelatie. Studenten moeten zich veilig voelen, wat inhoudt dat hun persoonlijke emoties en ervaringen serieus worden genomen en er mogen zijn. Vanuit die gelijkwaardigheid kan ik moeilijke onderwerpen bespreekbaar maken en studenten confronteren en uitdagen.
Neem als voorbeeld een groepsgesprek met een cultureel diverse groep, laatst bij mij in de klas. Een Turks-Nederlandse student deelde zijn vele ervaringen met racisme, waarna een Volendamse student vertelde dat het binnen haar vriendengroep vrij normaal was om op een negatieve manier over ‘buitenlanders’ te spreken. Inhoudelijk was het gesprek confronterend, maar de sfeer was veilig.
De studenten werden niet beoordeeld op basis van hun mening, maar ze probeerden elkaar te begrijpen. De Volendamse student vertelde een paar weken later dat ze de ervaringen van haar klasgenoot had besproken met haar vrienden. Voor mij een succeservaring, want ze had erover nagedacht en zich ingeleefd in de ‘ander’.
Een mening kan zich door kennis ontwikkelen en veranderen
Een mening is niet statisch, maar opgebouwd vanuit je eigen context en levenservaringen. Door kennis op te doen en andere perspectieven te horen, kan je mening zich ontwikkelen en veranderen. Als docent heb ik in dit proces drie belangrijke taken. Ten eerste stimuleer ik mijn studenten om hun mening te delen, wat die ook inhoudt. Daarvoor is de bovengenoemde vertrouwensrelatie noodzakelijk.
Ten tweede probeer ik de kernwaarden die ten grondslag liggen aan hun mening te achterhalen. Zo concludeerden mijn studenten bijvoorbeeld dat Zwarte Piet voor sommigen van hen staat voor verbinding en gezelligheid, terwijl anderen hierbij juist uitsluiting ervaren.
Als laatste confronteer ik mijn studenten met het effect van hun mening op de emoties van de ander. Hopend dat dit bewustzijn leidt tot zorgvuldigheid, empathie en onderlinge verbinding.
In het klaslokaal oefenen met het uiten van je mening
‘If you don’t believe in free speech for people who you disagree with and even hate for what they stand for, then you don’t believe in free speech’, is een rake quote van comedian Ricky Gervais. Ik merk steeds vaker dat we in het publieke debat het begrip vrijheid van meningsuiting inzetten om de ander met wie we het niet mee eens zijn de mond te snoeren. ‘Je mag tegenwoordig ook niks meer zeggen’, is iets wat ik vaak hoor als mensen tegengeluid krijgen.
Dat is niet waar, je mag alles zeggen, je wordt niet opgesloten. Alleen heeft het wel gevolgen en als je je eigen mening niet genoeg hebt onderzocht, kan die hard aankomen bij anderen. Het klaslokaal biedt juist de unieke kans om de ander te ontmoeten. Hier kan je oefenen met het uiten van je mening, kan je meningen horen die lijnrecht tegenover die van jou staan en kan je je bewust worden van het effect van jouw mening op anderen.
Het is ook hartstikke lastig
Onderwijs moet voor ieder mens een veilige haven bieden om te leren, ontwikkelen en experimenteren, ongeacht je zienswijze en achtergrond. Aan ons als docenten om leerlingen en studenten aan te leren hoe ze binnen onze complexe samenleving op een respectvolle manier hun mening kunnen uiten terwijl ze ook rekening houden met de gevoelens van anderen.
In De Vooravond werd geconcludeerd dat het erg moeilijk is om als leerkracht met ieders gevoelens rekening te moeten houden. Dat klopt, goed en inclusief lesgeven is ook hartstikke lastig. Precies daarom vind ik het zo belangrijk om onze toekomstige leerkrachten en pedagogen beter te trainen op het gebied van cultuursensitief werken. Wie weet gaat het ons dan ook ooit lukken om in het publieke debat respectvol met elkaar om te gaan.
Sophie Vermaning is docent aan de BA Pedagogiek van Hogeschool Inholland in Amsterdam en docent-onderzoeker bij het lectoraat Jeugd en Samenleving van Hogeschool Inholland.
Foto: US Embassy Jerusalem (Flickr Creative Commons)