Zorgzame buurten trotseren het systeem

Vandaag, woensdag 10 mei, overhandigen de samenstellers van Zorgzame Buurten hun bundel aan de Tweede Kamer in Den Haag. Het boekje bevat vijftien initiatieven die, vaak ondanks het systeem, bijdragen aan het ontstaan van zorgzame gemeenschappen. Ook bevat het een top vijf om succes af te dwingen. Hieronder een samenvatting van de conclusie.

Klik op de link voor de PDF van de bundel

Je kunt tegenwoordig geen congres of symposium meer bezoeken of Elsendorp, Hogeloon of Austerlitz komen langs. De burgers uit die buurtinitiatieven hebben welhaast een dagtaak aan het rondleiden van enthousiaste mensen die van heinde en verre hun dorp komen bezoeken.

Met zulke vaandeldragers vraag je je af: waarom dan een bundel met vijftien inspirerende initiatieven? Waarom is het nodig om inspirerende voorbeelden – nog maar een keer – door een bundel te laten paraderen?

Om te beginnen is er een fundamentele noodzaak anders aan te kijken tegen de domeinen welzijn, zorg en wonen. Tot nu toe dachten wij als land het ons te kunnen permitteren om die domeinen in splendid isolation naast elkaar te laten opereren. De krapte op de arbeidsmarkt en de dubbele vergrijzing leiden tot een wake up-call. Willen we het niveau van voorzieningen, de solidariteit en de betaalbaarheid kunnen blijven leveren, dan komen we niet meer weg met gescheiden werelden. Zorgzame buurten zijn onze enige hoop op een goed leven in de toekomst. En dan zijn de paradepaardjes niet genoeg. De mammoettanker dat het logge middenveld vormt, moet in beweging komen.

Om de mammoettanker in beweging te laten komen, is het nodig niet alleen te laten zien wat werkt, maar ook waarom initiatieven niet opgeschaald worden, waarom het elders helemaal niet werkt en wat daaraan te doen valt. Op die barrières en gedeeltelijke mislukkingen gaat de bundel uitvoerig in. Niet voor niets staat er ‘het systeem trotseren’ in de ondertitel. Het is mooi dat bevlogen bestuurders en assertieve burgers doorhebben dat zorgzame buurten over grenzen heen kijken. Bij het systeem zijn ze niet altijd zo ver. Terwijl iedereen die je spreekt snapt welke kant we op moeten lopen, zijn de verkeersborden nog van gisteren, waardoor mensen te vaak verdwalen.

Er zit veel energie in de samenleving om zorgzame gemeenschappen in te richten

Er is dus alle reden voor urgentie. Zoals eerder in het manifest, de aanleiding voor deze bundel, beschreven, zit er veel energie in de samenleving om zorgzame gemeenschappen in te richten. Het bijzondere van de verhalen in de bundel is dat het niet zo gek veel uitmaakt waar het initiatief begint. Of het initiatieven van burgers, welzijn, zorg en wonen zijn, de werkzame elementen zijn telkens voor een heel groot deel dezelfde. Duidelijk is ook dat er grote regionale verschillen zijn. Wat in Austerlitz werkt, hoeft niet in Nijmegen te werken. De samenstelling van de populatie is anders, de problemen verschillen en de voorkeuren kunnen uiteenlopen.

Werkzame community care

Zetten we de werkzame elementen van community care op een rijtje dan valt op dat die beter passen bij de wereld van woningcorporaties, welzijn en burgers dan bij die van het zorgsysteem. Medewerkers in de zorg zijn opgeleid om mensen beter te maken en het systeem is zo ingericht dat het vermijden van risico’s centraal staat. De media en de politiek helpen hier niet, omdat elk incident wordt opgeblazen en leidt tot meer verantwoordingsgekte. In de langdurige zorg worden mensen niet beter en zijn kwaliteit van leven, positieve gezondheid en reablement betere aansturingsprincipes dan het beperken van risico’s.

Deze constatering leidt allerminst tot het diskwalificeren van zorgbestuurders en hun personeel. Ze moeten vaak roeien met de riemen die ze hebben, in een wereld van mondige patiënten (en hun familie), knellende financiering en schaars personeel. Personeel dat vaak sterk intrinsiek gemotiveerd is en moeite heeft veranderingen bij te benen. Wel betekent het dat, als het gaat om cultuuromslag, de zorg de grootste stap moet zetten.

Immers, het is onvermijdelijk in het licht van de dubbele vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt dat we met zijn allen de kant van community care opgaan. Liefst gisteren. Het zou alle partijen enorm helpen als de zorg wordt benut in de dingen waar ze goed in is. Burgers en hun sociale omgeving lossen het eerst zelf op. Veel problemen, bijvoorbeeld rondom ouder worden, horen gewoon bij het leven en hebben geen zorgprofessionals of betaaltitels nodig. Maar burgers kunnen niet alles zelf oplossen. In die gevallen is het essentieel dat de zorg wordt ingeschakeld in goede samenwerking met andere domeinen.

Gesprekspartners aanspreken

Of het nu burgers zijn die het heft in handen willen nemen, bevlogen wethouders, ambitieuze woningcorporatie- of zorgbestuurders of meedenkende zorgverzekeraars: ze worden vroeg of laat geconfronteerd met weerstand. Wat kunnen ze van hun weerstand biedende gesprekspartners vragen? Als ze de volgende top vijf kunnen fiksen, hebben initiatieven een grote kans van slagen.

  1. Betrek burgers

Wanneer het initiatief vanuit burgers komt, gaat dat min of meer vanzelf, maar als het uit een andere hoek komt, is de kans op succes veruit het grootst wanneer burgers betrokken worden. Betrokkenheid gaat veel verder dan inspraakavonden. Het gaat om gelijkwaardige samenwerking tussen professionele organisaties en burgers. Het moet duidelijk zijn waar burgers behoefte aan hebben en hoe ze zelf kunnen bijdragen aan het vervullen van die behoeften. Goedbedoelde projecten die regionaal worden uitgerold zonder rekening te houden met wat er al allemaal gaande is in een buurt? Snel mee stoppen.

  1. Denk in kansen, niet in problemen

Initiatieven ondervinden vaak weerstand in de trant van: ‘we doen het al’, ‘het past niet in ons beleid’ of ‘het mag niet van de wet.’ Deze zinnen zijn echt niet meer vol te houden. ‘We doen het al’, blijkt meestal onzin, beleid moet aansluiten bij de leefomgeving en niet andersom, en ‘het mag niet van de wet’ is een luie manier om iets van tafel te vegen. Elke wet kent een hardheidsclausule of experimenteerartikel. Waar een wil is, is een muizengaatje.

'Beleid moet aansluiten bij de leefomgeving en niet andersom'

  1. Denk integraal en in maatschappelijke waarde

Goede initiatieven zijn domeinverbindend of domeinoverstijgend. De baten liggen vrijwel nooit op één dimensie. Het is mooi als huisartsenbezoek of geneesmiddelengebruik dalen als we eenzaamheid bestrijden. Maar het is schraal om de baten uitsluitend te bezien vanuit euro’s of gezondheidswinst, omdat je dan belangrijke maatschappelijke baten vergeet en niet in beslissingen meeweegt. Minder eenzame mensen betekent ook een menselijker samenleving en dat is een waarde in zichzelf. De enorme maatschappelijke baten die goed ingerichte community care-initiatieven kunnen generen, moeten uiteindelijk de drijvende kracht zijn van het breken van weerstand. 

  1. Laat ruimte in de verantwoording

Niets is frustrerender voor een initiatief als het volgestopt wordt met administratieve rompslomp. Natuurlijk willen we dat een initiatief ook daadwerkelijk maatschappelijk rendeert. Daar hoort verantwoording bij. En wetenschappelijke onderbouwing waar dat kan. Laten we die verantwoording zo inrichten dat het recht doet aan het initiatief en geen afvinklijst wordt. Hierbij is maatwerk nodig, want er is geen uniforme manier te bedenken om initiatieven te beoordelen. En biedt de wetenschappelijke onderbouwing aan vanuit onze instituten.

  1. Laat financiering niet een sta in de weg zijn

Stel dat een initiatief de projectfase voorbij is. Het heeft zich bewezen, lessen zijn geleerd en evaluaties ingeleverd. Niets is dodelijker dan wanneer een zorgverzekeraar vervolgens geen betaaltitel kan vinden of een gemeente het bij nader inzien toch te ingewikkeld vindt. Zoek de verbinding en zorg voor een permanente financiering, want de investering gaat zich geheid terugbetalen. Zijn er schotten die hinderen? Kom dan met een gemeenschappelijke investering. En maak die structureel want een ‘projectencarroussel’ is dodelijk. Er zijn voorbeelden genoeg waar dat lukt. Ook hier geldt: waar een wil is, is een weg.

Marcel Canoy is hoogleraar gezondheidseconomie en dementie aan de VU, werkzaam bij Vilans en adviseur van de Autoriteit Consument & Markt.  Jan Smelik is oud-voorzitter van Austerlitz Zorgt, algemeen coördinator van NLZVE en lid van de Kwaliteitsraad van het Zorginstituut. Marcel Ham is hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken en programmamaker bij Movisie.

Dit artikel is een samenvatting van de conclusie uit de bundel Zorgzame Buurten.

Op 5 juni organiseert woningcorporatie Ymere in samenwerking met Marcel Canoy, Movisie, Nederland Zorgt voor Elkaar en Vilans een symposium over Zorgzame Samenlevingen, als vervolg op bundel en manifest.