Claudia (niet haar echte naam) kijkt ons via het computerscherm wat terughoudend aan wanneer zij vertelt over haar leven. Eentje vol hindernissen en beperkingen. Claudia is 42 jaar, gescheiden en zorgt sinds acht jaar in haar eentje voor drie kinderen. Alle drie haar kinderen zijn gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis (ASS).
Claudia heeft verschillende baantjes gehad, maar nooit voor langere tijd. Sinds haar twintigste zit ze af en aan in de bijstand. In 2015 is ook bij haar de diagnose ASS vastgesteld. Dit verklaart voor Claudia veel over waarom ze geen werk kan behouden.
Op de vraag of de gemeente haar helpt om in de toekomst op haar eigen benen te kunnen staan, antwoordt ze: ‘Ik wil dolgraag de uitkering uit en mezelf kunnen onderhouden. Helaas is dat niet de werkelijkheid.’
De banen die de gemeente aanbiedt zijn niet passend. Claudia doet wel vrijwilligerswerk voor een aantal uur per week om zich zo nuttig te maken in de samenleving en een gevoel van eigenwaarde te hebben. ‘Het voelt voor mij alsof ik opgegeven ben. Zo van, dat gaat hem toch niet meer worden.’
Inspraak mag geen vinkje zijn!
Dit is maar één van de verhalen die het team van de Nationale ombudsman te horen kreeg tijdens de gesprekken met bijstandsgerechtigden in het kader van onderzoek naar de invloed van burgers op hun situatie als ze zijn aangewezen op de Participatiewet. Met bijstandsgerechtigden worden in dit artikel alle burgers bedoeld die te maken hebben met de Participatiewet.
Voor de Nationale ombudsman is het belangrijk dat burgers de kans krijgen om invloed uit te oefenen op beslissingen en ontwikkelingen die hen rechtstreeks raken. Uit klachten die de Nationale ombudsman ontvangt, blijkt dat een gebrek aan invloed vaak leidt tot problemen en onvrede bij burgers.
Het onderzoek Inspraak mag geen vinkje zijn! dat de Nationale ombudsman op 3 oktober 2023 heeft gepubliceerd, richt zich op twee vragen. Kunnen burgers invloed uitoefenen op hun eigen situatie als ze aangewezen zijn op de Participatiewet? En worden burgers voldoende betrokken bij beleid en uitvoering van de Participatiewet in hun gemeente?
Zinvol willen bijdragen
Uit interviews met negentien burgers blijkt dat de meeste bijstandsgerechtigden onvoldoende invloed ervaren op de eigen situatie, vooral in de begeleiding naar werk. Het aanbod van banen sluit vaak niet aan op de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. Het is moeilijk om een match te vinden tussen wat iemand wil en kan en de beschikbare banen.
Claudia zegt hierover: ‘Wat er wel geboden wordt is een veertigurige werkweek of beschut werk. Binnen de normen wordt er meegedacht. Maar zodra het lastig wordt of wanneer je erbuiten valt, dan is er verder niets meer mogelijk.’
In sommige gemeenten is er zelfs geen cliëntenraad (meer)
Terwijl alle burgers die de Nationale ombudsman sprak graag een zinvolle bijdrage willen leveren aan de samenleving. Zo ook Claudia: ‘Ik had heel graag een ander perspectief gehad. Ik denk dat er echt meer in zit als er out-of-the-box wordt gedacht. En niet van dit hebben we en jij past er niet in.’
Politieke en ambtelijke wil
De Participatiewet verplicht gemeenten om een cliëntenraad in te stellen, zodat bijstandsgerechtigden kunnen meepraten over beleid dat hen raakt. Uit gesprekken met elf advies- en cliëntenraden is tijdens het onderzoek gebleken dat deze cliëntenraden onvoldoende invloed kunnen uitoefenen op beleid en uitvoering. In sommige gemeenten is er zelfs geen cliëntenraad (meer).
Als een gemeente wel een cliëntenraad heeft ingesteld, dan is deze vaak onbekend. Niet alleen bij bijstandsgerechtigden zelf, maar soms ook bij consulenten en beleidsambtenaren van de gemeente. Dat is jammer, want het succes van een cliëntenraad is sterk afhankelijk van de gemeente. De politieke en ambtelijke wil van de betrokken wethouder en ambtenaar zijn hierin van groot belang.
Extra hindernissen
Cliëntenraden van gemeenschappelijke regelingen (GR) ervaren extra hindernissen bij het uitoefenen van invloed. Meestal worden cliëntenraden aan de uitvoeringsorganisatie van een GR gekoppeld, terwijl beleidsontwikkeling bij de gemeenten blijft. De ontwikkeling van beleid raakt daarmee uit het zicht van de cliëntenraad, omdat zij geen formele rol heeft tegenover de deelnemende gemeenten. Op het moment dat nieuw beleid de uitvoeringsorganisatie bereikt, is effectief invloed uitoefenen op dit beleid niet meer mogelijk.
‘Ik hoor dat sommige burgers twee, drie, soms wel vijf jaar niets vernemen van de gemeente’
De voorzitter van een cliëntenraad van een gemeenschappelijke regeling van drie gemeenten, samen meer dan 170.00 inwoners, zegt hierover: ‘Ik ken toevallig de wethouders en ik drink regelmatig een kopje koffie met ze. Dan probeer ik via die weg de stem van de cliënten naar voren te brengen. Maar dat is natuurlijk niet de manier waarop dat moet gaan.’
Wat moet en kan beter?
De Nationale ombudsman beveelt in zijn rapport aan om te investeren in persoonlijk contact met bijstandsgerechtigden. Vergeet de mensen die langdurig in de bijstand zitten niet. Ga er niet te gemakkelijk vanuit dat deze mensen vrede hebben met hun situatie.
Nationale ombudsman Reinier van Zutphen: ‘Ik hoor dat sommige burgers twee, drie, soms wel vijf jaar niets vernemen van de gemeente. Het signaal dat daarvan uit gaat is: jij doet niet meer mee. Terwijl deze mensen zich nuttig willen maken en iets willen betekenen voor de maatschappij.’
Ook is het van belang dat gemeenten de cliëntenraad actief ondersteunen. Dit kan met ‘simpele’ zaken als het zorgen voor een goede vergaderlocatie en het helpen van de cliëntenraad met het werven van leden. En een heel belangrijke aanbeveling is: betrek de cliëntenraad vroegtijdig zodat deze invloed kan uitoefenen op (ontwikkeling van) beleid en de uitvoering.
Reinier van Zutphen: ‘Ik vind dat alle gemeenten een cliëntenraad moeten hebben op het gebied van de Participatiewet. En ik vind dat de cliëntenraad overal moet worden gezien en behandeld als een serieuze gesprekspartner. Want inspraak mag geen vinkje zijn.’
Onderzoek naar participatie en invloed van burgers in het sociaal domeinDit is het tweede onderzoek van de Nationale ombudsman over het thema participatie en invloed van burgers in het sociaal domein. In april 2023 verscheen Burger in zicht!, over invloed van burgers op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het derde onderzoek naar participatie en invloed in de Jeugdwet is in september 2023 van start gegaan. |
Annelie Jonquière is projectleider Participatie en invloed bij de Nationale ombudsman. Paul van Vucht is onderzoeker bij de Nationale ombudsman
Foto: Edmond Dantès via Pexels.com