COLUMN Anti-pestwet is hard nodig

Onlangs presenteerden staatssecretaris Dekker en kinderombudsman Dullaert hun gezamenlijke aanpak tegen pesten[i]. Aanleiding waren de recente zelfdodingen van Tim Ribberink en Fleur Bloemen, maar ook de vele signalen vanuit scholen en ouders. De plannen hielden ondermeer in dat scholen verplicht zijn om pesten aan te pakken, via een methode waarvan door het NJI moet worden vastgesteld dat hij werkt. Daarnaast hebben ouders de mogelijkheid gekregen om scholen tot actie te dwingen en krijgt zowel de kinderombudsman als de inspectie voor het onderwijs een controlerende en dwingende rol.

Onvermijdelijke discussie

Zoals dat tegenwoordig gaat, vielen de columnisten en wetenschappers massaal aan op dit plan, om de wereld te laten weten hoe kritisch ze zijn en hoe onafhankelijk ze denken. Beatrijs Ritsema stelde dat pesten gewoon een manier is waarop de hiërarchie in een groep vastgesteld wordt en daarom een onuitroeibaar verschijnsel dat “onvervreemdbaar deel uit(maakt) van de menselijke natuur.”[ii]  Elma Drayer trok in Trouw zowel de omvang van het probleem als de gevolgen van  pesten in twijfel.[iii] De Algemene Onderwijsbond vindt dat scholen het zelf moeten oplossen[iv], en wetenschappers in De Volkskrant maken zich zorgen om de autonomie van scholen. De kritiekpunten zijn grofweg de volgende: pesten is van alle tijden, kinderen zijn nu eenmaal wreed, pesten hoort bij het groepsgebeuren, het pesten verschuift gewoon naar het internet, het gaat hier om een hype: het verschijnsel pesten is niet erger geworden, het is niet de taak van de overheid en wetgeving helpt niet.

Is pesten echt van alle tijden? Enerzijds wijst onderzoek naar pestgedrag onder apen naar de fundamentele aard van pesten, inderdaad een manier om de sociale hiërarchie vast te stellen.  Maar om dat nu een reden te noemen om pesten gewoon te accepteren als iets wat er onvermijdelijk bij hoort, is twijfelachtig. Dat doen we immers ook niet met oorlog, verkrachting en incest.

De wrede kinderziel

Zelfs de staatssecretaris wist in het nieuwsitem te vertellen dat “kinderen nu eenmaal wreed zijn”.[v] Maar ook dat is nog maar de vraag. Om te beginnen komt pesten niet alleen bij kinderen voor. Ook in kleine dorpen, families, bejaardentehuizen, het leger, op kantoren wordt gepest. Door volwassenen dus. Het is vooral de sociale setting die bepalend is: een groep mensen met een vergelijkbare machtspositie en onderlinge afhankelijkheid, in een situatie waaraan ze niet kunnen ontsnappen, stelt op die manier onderling de hiërarchie en normen vast. Dit is op scholen ook het geval. Dat kinderen in groepen worden gezet op basis van (dezelfde) leeftijd, speelt waarschijnlijk een rol: een homogene opbouw maakt juist kwetsbaarder omdat variatie minder geaccepteerd wordt.[vi]

Dat pesten “natuurlijk” is en onvermijdelijk bij het groepsproces en de sociale ontwikkeling van kinderen hoort, is nog helemaal niet zo vanzelfsprekend als vaak wordt aangenomen.  Zo wijst de primatoloog Frans de Waal[vii] erop dat antisociaal gedrag meer uit conditionering en sociale omgeving voortkomen, dan uit een innerlijke wil om dit te doen. Groepen neigen meer naar (en hebben meer baat bij) empathie en samenwerking: een door pesten verziekte sfeer is eerder een belemmering, voor zowel het slachtoffer en de dader(s), als voor de vele omstanders en meelopers. In een negatieve omgeving groeit men scheef op, terwijl onder goede begeleiding en bij een goede sfeer, allen tot grotere bloei kunnen komen. De groep vaart niet wel bij pesten, het slachtoffer al helemaal niet. Of het pesten zich onder druk van de pestaanpak naar internet zal verplaatsen, valt te betwijfelen. Niet alleen valt ook cyberpesten onder het anti-pestplan, maar ook zou je kunnen veronderstellen dat een effectief veilige omgeving uitstraalt naar de sfeer tussen de betrokkenen op internetsites.[viii]

Rare kinderen

Terwijl de oorzaken voor pesten liggen in de structuur en onveiligheid van de sociale omgeving, wordt de schuld vaak bij het slachtoffer gelegd. Dat doet anders, gedraagt zich vreemd. Vaak is dit eerder het gevolg dan de oorzaak van het pesten. Zelfs leerkrachten en scholen maken zich hier schuldig aan, hebben vaak de neiging om het slachtoffer als oorzaak aan te wijzen. Hun oplossing is dan om hem naar een weerbaarheidstraining te sturen, en als dat niet helpt, staan ze met hun handen in het haar. Àls het pesten al werd opgemerkt, want in veel gevallen zien de leerkrachten het pesten niet, of ondernemen zij, of de school, geen actie als het pesten wordt opgemerkt of aangekaart.

Waarom is pesten zo schadelijk? Voor een door en door sociaal wezen als de mens, geeft het afgewezen worden door soortgenoten de grootst mogelijke stress, die beleefd wordt als fysieke pijn[ix]. Schelden doet dus wel degelijk pijn. Dat heeft niet alleen op het moment zelf enorme consequenties, maar die zetten zich ook voort. Pesten heeft grote gevolgen voor de toekomst, vaak na jaren is de pijn nog voelbaar, het zelfvertrouwen beschadigd. Iemand die van jongs af aan veel gepest wordt, leert bovendien nooit echt hoe het is om in een groep te functioneren. Met als gevolg dat hij of zij in de latere carrière ook kansen mist en niet goed functioneert.

Overgevoelig voor pestgedrag?

De vraag is of pesten vaker voorkomt, of dat wij gevoeliger zijn geworden. Voor beiden is wat te zeggen. Sociaal en emotioneel welbevinden wordt tegenwoordig belangrijk gevonden voor de ontwikkeling van een kind en jongere; ouders zijn er dan ook terecht gevoeliger voor geworden als het met hun kind niet goed gaat. Anderzijds lijkt de samenleving ook harder geworden. Er is meer concurrentie, en minder tolerantie voor verschillen. We hebben een samenleving van winnaars, wie toegeeft het moeilijk te hebben vertoont “slachtoffergedrag” en is een loser.  Of pesten vaker, of juist minder vaak voorkomt is daarom niet heel belangrijk. Feit is dat het voor velen een groot probleem is geworden. School en leeftijdgenoten spelen een centrale rol in de ontwikkeling van het hedendaagse kind. Daaraan is haast geen ontsnappen mogelijk. Dat maakt dat de kwaliteit van die omgeving zwaar weegt. Als gevolg van pesten zijn er duizenden thuiszitters,[x], die niet meer naar school gaan. Zij missen juist in een belangrijk stadium in hun ontwikkeling de positieve omgang met “peers”.

Is aanpak pesten wel taak van de overheid?

Ten slotte de kwestie of ingrijpen tegen zoiets algemeen maatschappelijks als pesten wel de taak van de overheid is. Nu is het inderdaad niet mogelijk om ieder kind op elk moment te beschermen, maar we moeten niet vergeten dat het diezelfde overheid is, die kinderen naar school dwingt, op straffe van een boete. Het kind moét elke dag weer naar school, waar zijn belagers op hem wachten. Bij structureel pesten is dit een vorm van zware mishandeling en er is geen ontsnappen aan. Dan vind ik het niet meer dan terecht dat de overheid ook garant staat voor de veiligheid en een positieve leeromgeving. Nog afgezien van de positieve invloed op van een veilige leeromgeving op de onderwijsresultaten.

Het is dus wel degelijk de taak van de overheid om zorg te dragen voor het welzijn van kinderen en jongeren. Zéker als diezelfde overheid streeft naar steeds verdere integratie van kinderen met specifieke leer- of opvoedingsvragen in het reguliere onderwijs: juist kinderen die ‘anders’ zijn lopen een grotere kans gepest te worden[xi]. Het is zorgelijker dat sommige scholen hun hakken in het zand lijken te zetten bij deze anti-pestwet, omdat zij zich in hun autonomie voelen aangetast.  Maar als er iets duidelijk is geworden in de afgelopen twintig, dertig jaar, is dat lang niet alle scholen het zelf kunnen oplossen.

Anti-pestwet is nodig

Een ieder die bezwaar maakt tegen de anti-pestwet, vraag ik dan ook dringend om eens naar de huidige praktijk van gepeste kinderen en hun ouders te kijken. Kinderen die de “schuld” krijgen van het pesten, en naar een weerbaarheidstraining worden gestuurd, terwijl de pestkoppen niet worden aangepakt. Aan die praktijk moet deze wet een einde maken. Kinderen die door de leerplichtambtenaar gedwongen worden om dagelijks terug te keren naar hun belagers, terwijl diezelfde leerplichtambtenaar de school niet tot actie kan dwingen. Kinderen die ziek worden als gevolg van het pesten, die tijdenlang onder grote stress leven. Kinderen die thuis zitten, jarenlang niet naar school gaan en zo een belangrijk deel van hun ontwikkeling missen. Ouders die tevergeefs bij school aankloppen, leraren die liever de andere kant opkijken of zelfs, uit angst voor hun prestige voor de klas of in het team, meedoen aan het pesten.

De anti-pestwet ondersteunt niet alleen het slachtoffer en zijn ouders, maar biedt ook scholen ondersteuning in hun complexe taak. Scholen die dan weer de ene, dan weer de andere pestmethode uitproberen en geen idee hebben dat een weekje aandacht voor pesten (en dan de rest van het schooljaar niet) juist averechts werkt. Of scholen die ouders of leerlingen niet tot meewerken kunnen dwingen en met hun handen in het haar staan.

Dat het plan aansluit bij de publieke onrust naar aanleiding van zelfdodingen van jongeren, wil nog niet zeggen dat het plan ondoordacht is. Er is uitgebreid geluisterd naar betrokkenen: pestslachtoffers, ouders, docenten en deskundigen[xii]. Hun opmerkingen zijn zorgvuldig in het plan van aanpak verwerkt. Als er vanuit de samenleving aangedrongen wordt op aandacht en oplossing voor een probleem, moet er dan vooral nièt geluisterd worden?

Toegegeven, dit plan is nog niet perfect. Het vertrouwt teveel op de nog te bewijzen effectiviteit van specifieke anti-pestprogramma’s. Je kunt je afvragen in hoeverre een programma in zichzelf werkzaam is, of in hoeverre de welwillendheid en de sociale vaardigheid van de docenten, schoolleiding, ouders en leerlingen een beslissende rol spelen. Maar het feit dat de aanpak structureel is, zorgt er al voor dat het meer succes zal hebben dan ad hoc oplossingen en programmaatjes.  En eindelijk wordt  aan bewezen ineffectief handelen zoals het sturen van het slachtoffer naar de weerbaarheidscursus, een einde gemaakt. Zowel scholen als ouders hebben met dit plan een stok achter de deur. Niet langer een stok om mee te slaan, maar een om levens mee te redden en de sfeer op scholen enorm mee te verbeteren. En dat is winst. Voor iedereen.

 


[i] www.rijksoverheid.nl
[ii]
Beatrijs Ritsema in Nrc Next van 26-3-2013: “Pesten kan heel geniepig, probeer dat maar aan te pakken”.
[iii] www.trouw.nl
[iv]
www.ad.nl.
[v]
http://nos.nl.
[vi]
De socioloog Henk de Vos wijst hierop en pleit voor meer vertikale leeftijdsopbouw in het onderwijs: Het beste middel tegen pesten.
[vii]
http://zeitgeistbeweging.nl.
[viii]
Volkskrant.nl: Anti-pestwet-tast-autonomie-school-aan
[ix] Zie het interview met kinderombudsman Marc Dullaert in NRC-Handelsblad van 25-03-2013.
[x]
Volgens kinderombudsman Marc Dullaert.
[xi]
Zie bijvoorbeeld: www.autismspeaks.org
[xii] Zie bijvoorbeeld: Mieke van Stigt: Naar een effectieve aanpak van pesten

Dit artikel is 2590 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (4)

  1. Maatregelen tegen pesten ondersteun ik van harte, ik heb alleen de indruk gekregen dat soms de nadruk te veel op alleen gedragsverandering wordt gelegd. Om te zorgen voor echte vorming en intrinsieke motivatie voor verandering van gedrag is meer nodig en dat raakt mogelijk op de achtergrond.

  2. De analyse van u vind ik superraak. U noemt oorzaken waaraan men nauwelijks denkt/durft te denken. Op volwassene niveau evenzeer. Wel degelijk is binnen groepprocessen pesten afwijkend gedrag. ongeacht van of in de praktijk groep erin meegaat. Laat pesters, de vaak sociaal-dominante mensen, opnieuw intergreren door sociale vaardigheids-trainingen. Alleen al om om de oorzaak aan te wijzen. Daarnaast is er een roep om leraren standaard op te leiden in neagtieve groepsprocessen, niet om op te merken, wel om aan te pakken.

  3. Naast de homogeniteit van de groep leerlingen dwingt het onderwijs als mal naar (schaars?) maatschappelijk succes (wat dat ook zijn mag) ook homogeniteit in de ontwikkeling af

  4. Wat een slecht stuk! Mieke van Stigt laat zich helemaal meeslepen in de emotionele hype omtrent pesten. Natuurlijk is het een kwalijk verschijnsel! Zeker moeten daarvoor oplossingen worden bedacht! En zeer wel moet de overheid daarbij een rol spelen. Maar met woede en met tranen komen we er niet. De crux van het probleem is dat een wet niet helpt en niet zal helpen. Scholen worden opgezadeld met verplichtingen die geen redelijk doel dienen, terwijl ze al op alle mogelijke manieren (zonder wet!) verplicht zijn om aan het bestrijden van pesten aandacht te besteden. Mieke van Stigt weet niet waar ze het over heeft. En zin om mee te huilen heb ik ook niet, want dat brengt de oplossing geen haar dichterbij.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.