COLUMN Het echte dierenleven

In het programma ‘Het echte leven’ zag ik een prachtig initiatief. Het Ouwehands dierenpark redt beren die jarenlang in erbarmelijke omstandigheden hebben geleefd. De dieren worden gered uit landen waar ze gedwongen werden te dansen of waar jagers ze dood willen schieten. In een prachtig berenbos krijgen zij in Nederland weer een echt berenbestaan. Kan Nederland nu trots op zichzelf zijn? Nou… neuh, we zijn eerder kampioen dierenuitbuiting.

In de intensieve veehouderij maken we dieren fabrieksmatig zo efficiënt mogelijk klaar om een stukje panklaar vlees te worden. Dieren zetten we in stallen zo dicht op elkaar dat ze nauwelijks kunnen bewegen. Mooi blank vlees! We branden krulstaarten van biggetjes af, want dan kunnen we ze in nog kleinere hokjes stoppen. Bij leghennen verwijderen we een stuk van hun snavel. Varkens en koeien staan bekend om hun moederzorg, maar wij geven ze daar nauwelijks de kans voor. We halen hun kalfjes direct na de geboorte weg van hun moeder en stoppen ze in kistjes. Mannelijke kuikentjes gooien we massaal in de slachtmachine…. Wakker Dier berekende dat we zo 1,8 miljoen dieren per dag slachten. Dat is een stuk meer dan het aantal inwoners van Amsterdam.

Samen met mijn kinderen bracht ik een bezoekje aan een melk-boerderij in de buurt van ons vakantieadres. De boer vertelde vrolijk hoe hij zijn koeien steeds opnieuw zwanger laat maken, laat baren, hun kalfjes af laat staan, hen laat uitmelken, weer zwanger laat worden en dan begint het hele proces weer opnieuw. Als Bella 5 jaar is gaat ze naar de slacht. Terwijl zij 35 jaar zou kunnen worden. Mijn kinderen waren in complete verwarring: ‘waarom is de boer zo gemeen tegen die koe, mama?’ In hun boerderijboekjes (‘Fien en Teun, een boer en een boerinnetje!’) ziet de boerderij  er juist zo lief uit.

In Nederland zien we onszelf al generaties lang als fijne boeren en boerinnen. Om deze mythe er al met de paplepel in te gieten hebben we een prachtige uitvinding gedaan: de kinderboerderij. Generaties stadskinderen zien daar varkens die lekker in de modder rollen, en kippen die over het erf scharrelen met hun kuikentjes achter zich aan. Maar het ware verhaal van de boerderijdieren laten we onze kinderen en onszelf liever niet zien…

Sterker nog, we maken ons liever heel boos over de uitbuiting van dieren in het buitenland. Op mijn Facebookpagina krijg ik voortdurend zielige filmpjes te zien over hoe slecht arme zwerfhonden in het buitenland behandeld worden. Of over olifanten die gered moeten worden in Afrika. En laat er geen misverstand over bestaan: wat getoond wordt is afschuwelijk en dat moet aangepakt worden, maar behandelen wij zelf onze dieren dan zoveel beter?

Frans de Waal beschrijft in zijn nieuwe boek hoe veel dieren vergelijkbare emoties ervaren als mensen. Dat geldt niet alleen voor onze honden maar zeker ook voor vee-dieren. Het leed van varkens, koeien en kippen in ons land kunnen we dus niet zomaar terzijde schuiven. Maar dat doen we wel.

In veel dierentuinen kan ik in de restaurants voor mijn kinderen alleen maar kindermenu’s met of een knakworst of een frikandel uit de bio-industrie bestellen. Tegelijkertijd geeft de dierentuin educatie over het gevaar van stropers voor neushoorns. Is ons Nederlandse superioriteitsgevoel de oorzaak van deze dubbele moraal? ‘Daar in het buitenland zijn ze barbaars maar hier gaan wij tenminste goed om met dieren’?

Net als bij andere thema’s, lijken we bij dierenmishandeling overtuigd van onze ‘witte onschuld’, zoals Gloria Wekker (2016) dat noemt. Ook al zijn we als Nederlanders overduidelijk schuldig aan het zeer slecht behandelen van miljoenen dieren, we zien Nederland graag als een ‘moreel verheven’ land als het gaat om dierenwelzijn. We gaan graag in andere landen uitleggen waarom en hoe ze beter voor olifanten, aapjes of neushoorns moeten zorgen maar tegelijkertijd is het hier een traditie om bij iedere warm-weer-dag de barbecue vol te leggen met kiloknallers. We geven graag een donatie voor een organisatie die mishandelde beren redt uit Oost-Europa, maar doen dat dan wel met een broodje kroket in de hand.

Wat kunnen we aan dat tegenstrijdige gedrag doen? Er is nog weinig ‘wat werkt’ kennis beschikbaar. Wel is bekend uit onderzoeken over vooroordelen en superioriteitsgevoel, dat confrontaties niet altijd werken. Geconfronteerd worden met de feiten, levert soms juist alleen maar weerstand op bij mensen met weinig motivatie. Ook simpelweg kennis overdragen werkt waarschijnlijk niet: we weten het allemaal wel, maar willen het gewoon niet weten.

Het gedrag is niet rationeel, dus lossen we het waarschijnlijk ook niet rationeel op, zo heb ik geleerd van mijn onderzoeken op het terrein van discriminatie en vooroordelen verminderen. Een goede aanpak kan daarom zijn om dezelfde strategie te hanteren als bij de arme beren. Zielige filmpjes maken over schattige varkentjes, koeien en kuikentjes waar je het onmogelijk droog bij kan houden. En misschien kunnen we ook een ’berenbos’ beginnen voor alle varkens die we redden uit de bio-industrie. Een heerlijke wei vol modder om in te wroeten waar varkens een echt varkensleven krijgen. Dan laten we samen een traantje bij die verhalen over wat de arme varkens is aangedaan in onze industrie.

Een mooi format voor een tv-programma. Ik zou gaan kijken. U ook?

Hanneke Felten werkt bij Movisie.

 

Foto: Sarah A. (Flickr Creative Commons)