‘Een mening hebben in een vreemde wereld is een essentiële factor in assimilatie’, zei filosoof en intellectueel denker Hannah Arendt. Het hebben van een mening is geen luxe. Voor minderheidsgroepen is het soms letterlijk een poging om gehoord te worden in een wereld waarin hun bestaan vaak als ongewenst wordt gezien. Daarom zijn onafhankelijke schrijvers en columnisten uit minderheidsgroepen geen symbolisch extraatje, maar een democratisch fundament. Deze stemmen brengen perspectieven van binnenuit. Verhalen die de dominante norm uitdagen, leggen discriminerende mechanismes en dubbele maten bloot en belichten ervaringen die ongemakkelijk kunnen zijn, maar die essentieel zijn om werkelijk inclusief en gelijkwaardig te kunnen zijn als samenleving.
Het ongemak dat haar teksten opriepen, werd haar aangerekend
Juist daarom is het zorgwekkend dat steeds meer columnisten met een migratieachtergrond hun pen moeten neerleggen. Niet omdat ze niets meer te zeggen hebben, maar omdat het institutionele klimaat in de media hun het zwijgen oplegt, zij het subtiel of expliciet.
Te confronterend
Neem het recente vertrek van Hassnae Bouazza bij NRC. Zij stopte als vaste columnist nadat de krant de samenwerking met haar beëindigde. De reden? Bouazza had zich op sociale media fel uitgesproken over de oorlog in Gaza. In plaats van haar stem ‒ kritisch, gepassioneerd en afwijkend van de dominante narratieven ‒ te waarderen en misschien wel te beschermen, koos NRC ervoor haar te laten gaan. Wat als ‘onprofessioneel’ werd bestempeld, was in feite een politieke keuze over wie zich in de publieke ruimte wél en niet mag uitspreken.
Iets soortgelijks gebeurde met Lotfi El Hamidi, voormalig chef-eindredactie bij NRC. Ook hij stopte recent met zijn functie, en hoewel de officiële lezing mild bleef, was de boodschap duidelijk: te uitgesproken, te confronterend. Zowel Bouazza als El Hamidi kreeg impliciet de boodschap dat er grenzen zijn aan wat zij als mensen van kleur, als moslims, als niet-witte stemmen mogen zeggen.
Bij Trouw verliet Emine Uğur noodgedwongen het toneel, nadat haar columns over racisme en uitsluiting steeds vaker onder vuur kwamen te liggen. Ook hier gold: wat bedoeld was als een venster naar ervaringen die zelden ruimte krijgen, werd niet langer getolereerd. Het ongemak dat haar teksten opriepen, werd haar aangerekend. Terwijl ze niets anders deed dan deze samenleving een spiegel voorhouden.
Ik was kritisch, scherp, uitgesproken over onrecht, totdat het niet meer gewenst was
En bij het Nederlands Dagblad werd de samenwerking met mij eveneens beëindigd. Ook hier was het patroon herkenbaar. Ik was weliswaar kritisch, scherp, uitgesproken over onrecht, totdat het niet meer gewenst was. Omdat de werkelijkheid die ik schetste ver stond van ‘de werkelijkheid’, waarop ik me nog altijd afvraag: Wie bepaalt voor wie wat de werkelijkheid is en waarom kunnen er niet meerdere werkelijkheden gelijkwaardig naast elkaar bestaan? Waarom moet er één werkelijkheid tot norm worden verheven?
Geofferd op altaar van ‘neutraliteit’
Laten we vooral niet vergeten dat columnisten met een migratieachtergrond vaak schrijven vanuit het geloof dat woorden bruggen kunnen zijn, dat gelijkwaardigheid mogelijk is. Maar in het huidige klimaat blijkt dat die gelijkwaardigheid niet gegeven wordt. Zeker niet aan wie van de norm afwijkt en daar woorden aan durft te geven.
Neutraliteit bestaat niet in een wereld die ongelijk is
Voorlopig blijft de journalistiek nog altijd gebouwd rond een witte, seculiere middenklassennorm. Wat daarvan afwijkt, wordt getolereerd zolang het niet te veel schuurt. Zolang het behapbaar blijft, zolang het ‘divers’ voelt, maar niet destabiliseert. Maar zodra deze stemmen hun eigen voorwaarden stellen, politiek worden, pijnlijk eerlijk zijn, is de grens bereikt. Dan wordt het te veel, te confronterend, dan worden ze geofferd op het altaar van ‘neutraliteit’.
Illusie van objectiviteit
Maar neutraliteit bestaat niet in een wereld die ongelijk is. Wat wél bestaat, is de illusie van objectiviteit die in werkelijkheid de status quo bevestigt. En als mensen van kleur en andere minderheidsgroepen steeds de prijs moeten betalen voor het durven benoemen van die realiteit, dan is er geen sprake van inclusiviteit maar van uitsluiting met zachte hand.
Sahar Noor is onderzoeker en schrijver