COLUMN Gescheiden werelden?

Een voorval op een markt in Amsterdam. De stal waar ik graag fruit koop heb ik een week gemist. Het is een familiebedrijf, met een vader, zijn zoon en schoondochter. De grootvader heb ik ook nog achter de stal gekend. In het weekend worden ze nog door anderen, soms ook familie, geholpen. Ik vraag aan de vrouw of ze met de herfstvakantie weg zijn geweest. Ja, dat is inderdaad het geval. ‘Hebben ze het fijn gehad?’ Ja, ze hadden het heerlijk.

‘Waar waren jullie naartoe?’ Het echtpaar was met hun twee dochters van 13 en 14 jaar naar New York, en het was fantastisch. De dochters konden zoveel herkennen. Ze kijken veel naar YouTube filmpjes en in New York namen ze hun ouders op sleeptouw. ‘Mam, zullen we daar en daar gaan eten?’ Of ‘Kunnen we naar die en die winkel toe?’ ‘Ach’, zei hun moeder, ‘het waren winkels waar wij nog nooit van gehoord hebben.’

Groot verschil tussen generaties

Dit voorval laat een wereld zien die niet alleen kosmopolitisch is voor expats, immigranten of studenten, maar ook voor een gezin dat al generaties lang met een kraam op de markt staat. Het stereotype beeld van gescheiden werelden waarin hoog en laag in een verschillend universum leven is daarop niet goed van toepassing. Wat je ziet is een verschil tussen de generaties. De kinderen zijn meer aangesloten op de buitenwereld dan hun ouders, maar die geven hun wel de gelegenheid om New York te bekijken en zij genieten evenzeer als hun kinderen.

Lokale bedrijven opereren internationaal

Het is niet een casus die helemaal op zichzelf staat. In mijn studie naar werk op het middenniveau kwam ik meer mensen tegen die niet pasten in een dichotoom wereldbeeld, met wereldburgers en lokalisten. Zoals mensen die in een zadenkwekerij in Noord-Holland op het land werkten. Zij kwamen uit het dorp en waren dus lokaal geworteld, maar tegelijkertijd kregen ze door het bedrijf waarin ze werkten contact met mensen uit de hele wereld.

Het bedrijf opereert op het snijvlak van geavanceerde technologie en landbouw. Het heeft overal ter wereld proeflandjes, het geeft internationale cursussen waar ook Nederlandse werknemers aan meedoen; het heeft open dagen waar handelaren van overal naar de kwekerij toe komen om uit te zoeken wat van hun gading is, welke zaden ze willen kopen. De mensen met wie ik praat spreken met hun buitenlandse collega’s Engels, en naar hun eigen zeggen hebben ze daar weinig problemen mee.

 

Nog een vergelijkbaar voorbeeld, dat zich ook afspeelt in bedrijf in een dorp in Nederland. Dat bedrijf werkt in de interactieve museumbranche. Ook hier is technologie belangrijk, ditmaal digitale technologie, die gecombineerd wordt met traditioneel vakmanschap zoals timmeren en elektronica. Het bedrijf maakt installaties voor musea en toonkamers van bedrijven. Het levert grote bouwwerken, maar ook kleine objecten zoals de sokkels waarop kleine beeldjes worden geplaatst.

Het heeft een brede internationale actieradius, maar net als het zadenbedrijf is het ook lokaal geworteld. De werknemers wonen om de hoek, maar een deel van hun werk doen ze in het buitenland. Ze installeren hun projecten in China, Zwitserland, Denemarken, Frankrijk. Ze rijden met vrachtauto’s naar Turkije en wanneer Erdogan dreigt te worden afgezet moeten ze hun werk staken. Tijdens de lunch praten ze over de politieke situatie en hebben ze daar commentaar op.

Beeld lokaal gewortelde ‘laagopgeleiden’ niet houdbaar

Stuk voor stuk zijn het voorbeelden van mensen die een bredere horizon hebben dan de Nederlandse grens, en voor wie globalisering niet alleen een dreiging vormt. Het zijn geen immigranten of expats, maar Nederlandse dorpelingen of marktlieden. Wat betekent die bredere horizon voor de manier waarop zij in de wereld staan? Waarop zij over zichzelf en anderen denken, en over zichzelf in relatie tot anderen?

Het zijn vragen waarop ik geen antwoord heb. Mij intrigeert het, dat zulke voorbeelden niet kloppen met het gangbare beeld van kosmopolitische ‘hoogopgeleiden’ die volkomen gescheiden leven van lokaal gewortelde ‘laagopgeleiden’. Hun netwerken en identificaties lopen overlappen elkaar, en ze vormen een verwaarloosd onderwerp waarover ik meer zou willen weten.

Rineke van Daalen is socioloog aan de Universiteit van Amsterdam.

Foto: Mikel Santamaria (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 2040 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Interessant… maar voor mij is -en misschien is het mij ontgaan- onduidelijk waar het ‘gangbare beeld’ waarin kosmopolitisch wordt gekoppeld aan hoog opgeleid en lokaal geworteld wordt verbonden aan laag opgeleid, op terugslaat.

  2. Een zadenkweker of timmerman die voor de internationale museumbranche werkt, die zullen wel internationale contacten hebben op hun werk.
    Een schooljuf heeft geen internationale contacten, een verzorgende van bejaarden ook niet.
    Marktkooplui verdienen vaak zeer goed en kunnen reisjes met het hele gezin naar New York betalen. Een
    vuilnisman bijv. weer niet. Er zijn veel meer juffen/meesters/verzorgenden(die ook niet veel verdienen), vuilnismannen enz.dan dat er zadenkwekers of timmermannen zijn die voor de internationale museumbranche werken.
    Artikel gebaseerd op vnl waarneming vd schrijfster en (nog) niet gebaseerd op cijfers door breed onderzoek?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.