COLUMN Gemeenten moeten niet alleen plichtsgetrouwe burgers zoeken

Voorjaar 2015. Maurits is een actieve burger van Maasdorp. Maar hij vraagt zich af of hij zo actief wil blijven. Want nu loopt het toch wel heel vreemd.

Al zijn hele leven is Maurits actief in Maasdorp: eerst voor de voetbalvereniging, later bij de Oranjevereniging, de Bedrijvenkring en de laatste jaren voor de ouderenbond. Omdat hij trots is op zijn dorp en graag een steentje bijdraagt. Daarom was hij ook benieuwd naar de bijeenkomst in het dorpshuis ‘Samen voor een sterk Maasdorp’.

Misschien zou het daar lukken ruimere openingstijden te regelen voor zijn biljartgroep, en voor het goede idee van zijn buurjongen die inspiratieavonden wil organiseren voor jonge ondernemers in het dorp.

Maar dat valt tegen. Want ja, het gaat in de bijeenkomst over initiatieven van burgers en het belang daarvan voor de participatiesamenleving. En ja, er wordt gevraagd wie er zich wil aansluiten bij nieuwe initiatieven. Maar dat moet wel passen binnen het programma ‘Samen voor een sterk Maasdorp’.

Het initiatief wordt toegejuicht, maar past niet in dit programma

Dat programma wordt geleid door Frits, een projectleider uit het gemeentehuis. Eigenlijk kwam het erop neer dat de vraag was wie er mee wilden doen aan een kookactiviteit voor eenzame ouderen en mensen met ggz-problematiek. Maurits heeft toch nog gevraagd of er ook ruimte is voor het initiatief van zijn buurjongen voor jonge ondernemers – die kon er zelf helaas niet bij zijn, want de bijeenkomst was onder werktijd.

Het initiatief wordt toegejuicht, maar past niet in dit programma. Het gaat namelijk niet over sociale samenhang maar over economie.

Ruimte geven aan dromen bewoners blijkt heel moeilijk

Maurits heeft ook nog aangegeven dat er al een kookactiviteit is in Maasdorp, dat organiseert zijn vrouw Anneke namelijk al jaren elke week in het zalencentrum van de dorpskerk. Frits vindt dat interessant en vraagt of Anneke zich wil aansluiten bij het nieuwe kookinitiatief. Maurits en Anneke krijgen het gevoel dat hun eigen initiatieven niet zo gewaardeerd worden.

Maurits en Anneke zijn gefingeerde namen, net als de naam van het dorp Maasdorp. Maar hun verhaal is niet verzonnen. We kwamen diverse verhalen van deze strekking tegen in onderzoeken naar burgerinitiatieven. Ambtenaren – of welzijnsprofessionals in opdracht van de gemeente - doen hun best burgerinitiatieven van de grond te krijgen en vrijwilligers te mobiliseren. Maar het blijkt bijzonder moeilijk daarbij echt de ruimte te geven aan de dromen en idealen van bewoners zelf.

Beleidslogica past niet automatisch bij die van bewoners

Het voorbeeld van Anneke en Maurits staat voor de ervaring van diverse burgerinitiatieven. De idealen van beleidsmakers en de praktijk van initiatiefrijke bewoners staan regelmatig op gespannen voet met elkaar. Vooral omdat de initiatieven van bewoners toch ergens moeten passen in de logica van beleid en politiek.

We komen in onze onderzoeken als Werkplaatsen Sociaal Domein regelmatig tegen hoe spanningen ontstaan, omdat beleidslogica niet automatisch past bij de alledaagse logica van bewoners. Beleidsmakers en bewoners kunnen het er best over eens zijn dat ze het belangrijk vinden samen te werken aan sociale samenhang en een zorgzame samenleving.

Maar de verwachtingen over hoe je dat doet en wat daarvoor nodig is, kunnen met elkaar botsen. Dat leidt tot spanningen, die vaak gaan over: wie heeft nu eigenlijk welke rol? Van wie is het initiatief? En wie bepaalt daarin de regels? Voor het gevoel van bewoners vinden beleidsmakers of professionals hun initiatief soms niet goed genoeg. Of in andere gevallen zijn ze zo enthousiast dat ze het initiatief helemaal overnemen.

Anneke heeft zich laten overtuigen, maar vindt het niet zo leuk

Zomer 2016. Anneke heeft zich een zeer plichtsgetrouwe burger betoond. Ze heeft zich laten overtuigen van de goede bedoelingen van Frits en zijn collega’s en van het belang van de kookactiviteit in het kader van het programma ‘Samen sterk voor Maasdorp’. Ze is vrijwilliger geworden bij de kookactiviteit voor eenzame bewoners.

Maar eigenlijk vindt ze het lang niet zo leuk als de kookclub in de dorpskerk. Daar hoeft ze zich niet te houden aan de Schijf van Vijf en de maximale portiegrootte die voor ouderen gehanteerd moet worden. Daar kan ze ook haar nieuwe taalmaatje, een jonge Somalisch moeder, mee naar toe nemen. Niet naar Frits’ kookactiviteit, want die is alleen voor ouderen.

Anneke gaat liever verder met haar eigen kookclub

Anneke vindt het wel jammer dat er bij haar eigen kookclub niet zo’n mooie oven is. Bij Frits is die er wel, betaald uit het budget van het programma ‘Samen Sterk’. Ze gaat steeds minder vaak naar Frits’ kookactiviteit, al voelt ze zich wel een beetje verplicht, want als zij ermee stopt blijven er helemaal geen vrijwilligers meer over. Lastig hoor, die participatiesamenleving. Anneke gaat liever verder met haar eigen kookclub. En met haar inzamelactie voor een nieuwe oven daar.

Najaar 2018. Nieuwe colleges hebben nieuwe plannen. Plannen waarin gerept wordt over het versterken van de sociale basis, de grote waarde van vrijwillige inzet. Maurits en Anneke zetten zich graag in. Niet voor Frits, maar voor hun dorp, voor hun ouderenbond, biljartclub en maatjesproject. Voor hun buurjongen en hun Somalische taalmaatje. Laten we het er vooral over hebben hoe we hen de ruimte geven.

Marja Jager-Vreugdenhil is lector samenlevingsvraagstukken aan de Hogeschool Viaa in Zwolle en Programmaleider Werkplaats Sociaal Domein regio Zwolle.

Deze column is een bewerking van de column die Marja Jager-Vreugdenhil uitsprak op het jubileumdebat van de Werkplaatsen Sociaal Domein op 22 november 2018.
Op de website van de Werkplaatsen Sociaal Domein verschijnen meer columns van lectoren over de sociale idealen van gemeenten.

Foto: Sam Rogers (Flickr Creative Commons)