COLUMN Telzucht

“Studenten hebben erover geklaagd dat het winnende artikel 17 woorden te lang was. Daarom heb ik me voorgenomen om nooit meer een werkstuk te beoordelen dat niet voldoet aan de voorwaarden inzake de maximale omvang.”

Ik moest het mailtje van mijn collega een paar keer herlezen. Een slimme en sociale vrouw, die in een vorig leven juicy columns schreef over de kleine botsingen tussen systeem- en leefwereld blijkt effectief te zijn ingepakt door studenten die hun onmacht uiten in gezeur over de regeltjes. Het gebeurde niet in de bouwkundeopleiding waar ik werk. Daar leren studenten tellen als dat moet, want als er te weinig betonstaal in de vloer zit kunnen er doden vallen. Maar in diezelfde opleiding realiseren docenten en studenten zich heel goed, dat regels een middel zijn om het goede te doen. Als je denkt dat de regels zelf ‘het goede’ zijn, ben je blijkbaar kwijt wat het doel van je beroep is. En welke maatschappelijke taak er op je wacht.

Waarden omzetten in daden

Nee, het gevalletje ‘telzucht’ waarmee ik deze column begon deed zich voor in de beroepsopleiding voor sociaal werkers. Een opleiding die zwelgt in kernwaarden als ‘inclusie’ en ‘diversiteit’ maar niet weet hoe je zulke waarden omzet in daden. Dat leidt ertoe dat elke student mag worden platgeslagen omdat-ie anders niet door de brievenbus past.

Ik ben niet tegen klagende studenten, in tegendeel. Dan ga je met ze in gesprek en probeer je erachter te komen hoe ze hebben geleerd dat je het denkwerk van anderen mag afkappen als hun verhaal net even te lang is.  We praten dan over presentie. Daar weten studenten inmiddels alles van: “dat zijn toch van die lijsten die docenten bijhouden om te checken of je niet meer dan 15% van je lessen hebt gemist”. Want stel je voor dat ze thuis of in de praktijk gaan zitten leren wat op school niet wordt aangeboden! Of presentie, “dat is wat ze in de Presentiebenadering doen; dat hebben we moeten leren voor de multiple choice toets waarin de cesuur op 18 vragen fout lag”. In stagegesprekken hoor ik studenten vertellen hoe present ze waren bij het bezoek aan een hulpvrager: “Ik heb mijn mobiel in mijn tas gelaten”.  Maar dat present zijn betekent, je te laten leiden door de tijd van een ander, dat snappen ze niet helemaal. En wij ook niet.

Ik zette ‘professional’ tussen haakjes, omdat een docent zich nooit mag laten chanteren door studenten die hun onzekerheid omzetten in een aanval op de prestaties van anderen. Een docent stimuleert onderzoekend vermogen en nodigt studenten uit te onderzoeken waarom dat stuk met 17 woorden meer, precies de juiste lengte heeft. Net zoals vijf of zes jaar studeren voor veel studenten precies de juiste studieduur is, ik zal nooit het woord ‘studievertraging’ uitspreken alsof studenten verwijtbaar zouden falen als ze niet even snel studeren als de niets-aan-de-handstudenten die het allemaal komt aanwaaien.

Nooit je verschuilen achter regels

Elke docent zou het moet weten, maar vooral iemand die sociaal werkers opleidt moet begrijpen dat de regels nooit het laatste woord hebben. We overvoeren onze studenten met ethiek, maar de basisregel van de ethiek hebben veel docenten zelf niet begrepen: je kunt je nooit verschuilen achter regels als het welzijn van unieke personen in het geding is. Ethiek zou moeten gaan over het onnodig lijden dat professionals veroorzaken bij mensen met minder macht dan zij. Niet over hoe je jezelf als norm stelt. Je kunt studenten de ideeën van Hannah Arendt uit hun hoofd laat leren, of je kan proberen te snappen dat er in ons allemaal een kampbeul schuilt. Ook in mij.

Daarom werd ik zo ongelofelijk boos en verdrietig toen bleek hoe we onze eerstejaars al het lesje leren dat het maaiveld de norm is. Dit mailde een collega: “Ik had studenten waarvan het filmpje voor de presentatie 2 minuten te lang was. Ik heb ze het na tien minuten uit laten zetten en de rest niet beoordeeld”. De boodschap is helder: de docent is helemaal klaar met je als je meer tijd vraagt dan in het reglement staat.

Gek he, dat studenten de rest van hun studie elke onzekerheid uit de weg gaan. Dat ze wegblijven bij onderwijs waarover ze geen toets krijgen. Dat ze onderzoek doen naar onderwerpen waar al veel over geschreven is, in plaats van naar leed waarvan nog niemand de bronnen heeft verhelderd.

Door verplichte hoepels heenspringen

Als je studenten leert dat je alleen door de verplichte hoepeltjes kan springen als je uitstekende bagage achterlaat, dan springen ze voortaan wel zonder de onnodige ballast van ervaring, inspiratie en uniciteit. Wie vliegangst beloont, krijgt nooit hoogvliegers.

Als ik collega’s ermee confronteer vertellen ze me dat ze het zelf als student heel vervelend vonden als zij zich wel aan de regels hielden, maar andere studenten goede cijfers kregen voor scripties die te lang, te nieuw of te interessant waren. Kwamen die andere studenten maar bij ons solliciteren. Maar ja, je moet wel een soort masochist zijn als je vrij kan denken en toch een baan zoekt in het gedwongen kader dat ‘hoger onderwijs’ heet.

Het schijnt verboden te zijn om Darwin op mensen toe te passen, maar het lijkt er toch sterk op dat de ‘fittest’ in ons onderwijs het gemakkelijkst overleven. Dat betekent niet ‘de sterksten’, maar degenen die het gemakkelijkst buigen voor regels en systemen. Het zou kunnen, dat we zo precies de mensen opleiden die zich straks staande kunnen houden in de jeugdzorg of in een van die andere sectoren waar burgers zich steeds minder gehoord voelen. Mogelijk leiden we zelfs de ideale manager op voor de wondere wereld die Sociaal Werk heet.

Ik hoop van niet.

Klaas Mulder is zelfstandig adviseur en docent aan de Hogeschool Utrecht.

 

Foto: Matt Cornock (Flickr Creative Commons)