Cultuuronderwijs onmisbaar als tegenwicht voor prestatiedruk leerling

Cultuureducatie stimuleert groepsontwikkeling bij jongeren en is een onmisbaar tegenwicht tegen individualisering. Dat vindt Ronald Kox van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst. Door in het onderwijs meer naar een groepssamenleving te gaan met de inzet van kunst en cultuur, komen samenwerking, creativiteit en innovatie tot bloei.

Onze maatschappij is uit balans. In de heersende pedagogische opvattingen op school - en in de benaderingswijze in de maatschappij - ligt de nadruk te veel op individuele talenten en kansen. We vergeten onze jeugd te leren dat zij onderdeel zijn van een groep en van een samenleving. We verwaarlozen de vaardigheden die zij nodig hebben om een bijdrage te leveren aan zowel de groep als aan de eigen ontwikkeling binnen de samenleving. Met oplopende maatschappelijke spanningen en conflicten tot gevolg. Cultuuronderwijs vanaf jonge leeftijd is essentieel om groepsontwikkeling bij jongeren te stimuleren en onmisbaar als tegenwicht voor de individualisering.

De noodzaak van het kritische individu

Maria Montessori (1870 – 1952) was een van de meest invloedrijke pedagogen die de ontwikkeling van het kind meer centraal stelde. In een tijd waarin de samenleving gekenmerkt werd door maatschappelijke groepen, grote gezinnen en een sterke invloed van geloof en sociale klasse, bood Montessori een nieuw geluid. Daarnaast versterkten de twee wereldoorlogen het gevoel van noodzaak van het kritische individu, dat in staat is om voor zichzelf te denken in plaats van zich mee te laten slepen in een (verkeerde) groepsideologie.

In de loop der jaren heeft deze pedagogische opvatting, die door allerlei vooraanstaande pedagogen van die tijd gedeeld werd, zich stevig genesteld in onze maatschappij. Dat zien we terug in de neoliberale opvatting dat succes te danken is aan het talent en de toewijding van het individu (en daarmee ook de opvatting dat falen toe te schrijven is aan het individu).

Onze gehele maatschappij is zich langzaam maar zeker volledig gaan richten op het individu, met kleine gezinnen en volop aandacht, ruimte en mogelijkheden voor ieder kind. Op school draait het om individuele prestaties, toetsen op resultaat en een zo hoog mogelijk schooladvies. Het ‘kind centraal’ leidt ertoe dat het samen leven steeds meer onder druk komt te staan.

Corona gaf pijnlijk inkijkje in gevolgen van individualisering

Het gebrek aan aandacht voor groepspedagogiek beïnvloedt al lange tijd onze samenleving. Zo is de tweedeling tussen kinderen uit een kansarme en een kansrijke omgeving toegenomen.[1] De afgelopen twee jaar heeft de coronapandemie een pijnlijk inkijkje gegeven in de mogelijke gevolgen van de individualisering. Door de strenge coronamaatregelen was het voor kinderen en jongeren minder vanzelfsprekend om anderen te ontmoeten en ervaringen op te doen in het functioneren binnen een groep. Kinderen in armere gezinnen liepen een nog grotere achterstand op, bijvoorbeeld door het ontbreken van een eigen computer om de lessen te volgen.

Docenten in het onderwijs hebben tijdens de pandemie grote onrust in de klas ervaren en klassen moesten zich steeds weer opnieuw vormen als samenkomen weer even kon. Maatschappelijke spanningen en gevoelens van eenzaamheid en depressie zijn toegenomen onder jongeren[2]. Met zelfs een significante stijging in het aantal zelfdodingen onder onze jeugd tot gevolg[3].

Nu de meeste coronamaatregelen achter ons liggen, betekent dit voor opgroeiende kinderen en jongeren zeker niet dat hun sociaal-emotionele ontwikkeling automatisch weer verder gaat.

De achterstand op het gebied van groepsvorming en gedrag in de groep laat zich niet vanzelf inhalen. Scholen zullen extra aandacht moeten geven aan groepspedagogiek om ongewenste gevolgen op de langere termijn te voorkomen.

Cultuureducatie als basis voor groepsonderwijs

Cultuuronderwijs is bij uitstek geschikt om kinderen en jongeren groepsvaardigheden te leren en om groepsdynamieken te ervaren. En om hen te laten ervaren dat het kiezen voor het groepsbelang boven het individuele belang tot meer resultaat en tevredenheid kan leiden. Denk bijvoorbeeld aan muziekonderwijs, waarbij samen musiceren en zingen leidt tot een harmonieuze uitvoering. Zonder samenwerken en samen beleven zou muziekonderwijs ontaarden in herrie.

Daarmee levert cultuuronderwijs, naast de ontwikkeling van creatieve en kunstzinnige vaardigheden, ook een belangrijke bijdrage aan de sociaal-emotionele en persoonlijke ontwikkeling van het kind en aan het versterken van de samenleving.

De overheid kan een rol spelen, bijvoorbeeld door het loslaten van wettelijk vastgelegde schooltijden

Scholen doen er dan ook goed aan om het potentieel van kunst en cultuur beter te benutten in het hele onderwijsproces van leren, toetsen, sociaal-emotionele ontwikkeling en groepsprocessen. Dus niet (alleen) als apart vak, maar juist ook bij kennisvakken als taal en rekenen. Zij hoeven hiervoor geen nieuwe kennis of materialen binnen te halen, het ligt vaak binnen handbereik.

Zo is het toetsen van de voortgang op basis van een bij de leerling passende ontwikkeling (in plaats van op prestatie gerichte normen) in de cultuureducatie heel gangbaar. Dit kan prima worden doorgevoerd binnen scholen. Integrale kindcentra (IKC’s), zoals Laterna Magica[4] of Mondomijn[5], laten al zien wat er mogelijk is op het gebied van groepspedagogiek.

Groepspedagogiek in het buitenland

Een voorbeeld in het buitenland is het onderwijs in Canada. Daar zijn gemeenschappelijke ‘core competences’ opgesteld, die als basis dienen voor alle vakken en leergebieden[6]. Of in Finland, waar men een gemeenschappelijke ambitie heeft geformuleerd en uitgewerkt in een aantal richtinggevende uitspraken[7], gebaseerd op normen en waarden uit de Finse cultuur. Het onderwijs in deze landen is meer thematisch, groepsgericht en praktisch ingericht en dient wereldwijd als hét voorbeeld voor curriculumherziening.

Om de ontwikkeling naar meer groepspedagogiek te faciliteren, is er ruimte nodig voor andere manieren om de schooldag in te delen en de verbinding met de buitenschoolse opvang te versterken. Daar kan de overheid een rol in spelen. Bijvoorbeeld door het loslaten van de wettelijk vastgelegde schooltijden en met de verdere ontwikkeling van de Rijke Schooldag[8].

Door in het onderwijs meer naar een groepssamenleving te gaan met de inzet van kunst en cultuur, komen samenwerking, creativiteit en innovatie tot bloei. En dat is het verdienmodel van de toekomst.

Ronald Kox is hoofd Cultuureducatie van het LKCA (Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst).

 

Noten:

[1] https://www.nro.nl/sites/nro/files/migrate/rapport-schaduwonderwijs-Elffers-Jansen-2019.pdf

[2] https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2021/11/11/mentale-gezondheid-studenten-onder-druk

[3] https://www.nji.nl/nieuws/meer-suicides-onder-jongvolwassenen

[4] https://www.laternamagica.nl/

[5] https://www.mondomijn.nl/

[6] https://curriculum.gov.bc.ca/curriculum/overview

[7] https://www.slo.nl/thema/meer/samenhang-curriculum/curriculumsamenhang-buiten-nederland/landen/finland/

[8] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2022/01/10/coalitieakkoord-omzien-naar-elkaar-vooruitkijken-naar-de-toekomst

 

Foto: Z33 House for Contemporary Art, Design & Architecture (Flickr Creative Commons)